Eeuwige terugkeer van het fascisme ~ Rob Riemen

► door: A.IJ. van den Berg

Er bestaan heel verschillende manieren om naar de pluspunten en problemen van de parlementaire democratie te kijken. Ik kijk allereerst met een historische blik, en vervolgens vanuit een pan-Europees perspectief. Daardoor erger ik me bijvoorbeeld zeer aan het hijgerige onbenulligheid waarmee de meeste massamedia het democratische proces verslaan.

Zo gaan journalisten er te makkelijk vanuit dat er democratie ís in Nederland; terwijl daar grote vraagtekens bij te zetten zijn, die helaas hoogstens wetenschappers weleens plaatsen onder elkaar.

Tegelijk heb ook ik zeker wel een mening over Geert Wilders, en zijn eenmansbeweging.

Mijn hekel aan Wilders en zijn Kamervak vol stemvee is namelijk al bijna even groot als mijn weerzin tegen de traditonele partijen CDA, PvdA, en VVD.

Toch is Wilders onschuldiger. Wat hij met nadruk nastreeft, voor zover daar een lijn is in te ontdekken, gaat meestal dwars in tegen bestaande grondrechten en internationale afspraken. De kans dat deze wensen vervuld worden, is daarmee vrijwel nihil.

Als andere politici zijn eisen inwilligen, schaffen ze namelijk af waar democratie in internationaal verband voor staat. En dat snappen de meesten waarschijnlijk nog net.

De drie grote partijen kan daarentegen wel degelijk verweten worden in hun onbenul mijn grondrechten te hebben uitgehold; om nog maar te zwijgen over de schade de Rechtstaat aangedaan. Is daar ook nog de stelselmatige schending van artikel 3 van de Grondwet:

Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.

omdat die een dode letter mag heten momenteel. Doordat in de praktijk een partijkaart en wat dienstjaren verplicht zijn voor functies in het Openbaar bestuur. Waardoor de boven ons gestelden uit een te kleine pool aan mensen komen, die bovendien op de verkeerde wijze is uitgeselecteerd. Eigenzin, of het vermogen tot zelfstandig nadenken, zal onder deze mensen nauwelijks nog voorkomen.

Goed beschouwd bestaat de parlementaire democratie in Nederland nog niet eens honderd jaar — vergeet 1848, want het algemene kiesrecht kwam er pas in 1919. En een eeuw kan best eens te kort zijn om de bestaande bestuurscultuur grondig te veranderen.

Dat VVD, CDA, en PvdA tegenwoordig allereerst uitzendbureaus zijn voor bestuurders, is geen andere situatie als in de tijd dat de regenten hier het nog afkonden zonder de schaamlap te hoeven gebruiken dat zij een politieke partij zouden vertegenwoordigen.

Rob Riemen ziet het evenwel anders. Riemen schreef eerder het boek Adel van de geest, met een pleidooi voor elitaire waarden. En hij bracht in 2010 dit pamflet uit, getiteld De eeuwige terugkeer van het fascisme. Met als voornaamste doel om Geert Wilders’ beweging gelijk te stellen aan alle kwalijks wat er in die kleine eeuw aan democratie geweest is aan politieke partijen elders.

Bovendien schrijft hij dat de grote partijen van dit moment

hun eigen gedachtegoed verloochenen.

terwijl het mij niet was opgevallen dat deze een idee hebben gehad, in de twintigste eeuw. Wat er veranderde, kwam toch allereerst door economische ontwikkelingen of technologische vernieuwing.

Pappen en nathouden volstond meestal wel. En laat ons de aardgasvondst ook niet vergeten, met al zijn gratis miljarden aan inkomsten die het onnodig maakten om werkelijk met beleid te besturen.

Ja, dat elke partij claimt een denkstroming te vertegenwoordigen, en het beste met de mensheid voor te hebben, weet ik ook wel. Maar juist bij politici doen hun woorden er niet toe, en dienen alleen hun daden aandacht te krijgen.

En ik moet de eerste politieke beschouwing nog lezen waarvan de schrijver het aandurft de woorden, en hun holle retoriek, van politici eens geheel te negeren.

Dat is veel te veel werk, namelijk. En zo’n tekst zou te zeer afwijken van wat men gewoon is.

Rob Riemen, De eeuwige terugkeer van het fascisme
62 pagina’s
Uitgeverij Atlas, 2010

[x]opgenomen in het dossier: ,


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden