Hoe God verdween uit de Tweede Kamer ~ Eginhard Meijering

► door: A.IJ. van den Berg

Zeldzaam merkwaardige beschouwing over de Nederlandse politiek is dit. Hoe God verdween uit de Tweede Kamer beperkt zich nogal tot goed beschouwd zeer oppervlakkige feiten. Verder gaat de remonstrantse theoloog Meijering er bijvoorbeeld zonder meer vanuit dat het CDA een christelijke partij is; alleen is die C steeds kleiner geworden in de loop der tijd.

De meeste politicologen noemen evenwel het Christen-Democratisch Appèl toch echt eerst een bestuurderspartij als gekeken wordt naar de daden. En pas daarna die getuigenispartij.

Soms hebben deze twee aspecten weliswaar gebotst. En het ware interessant geweest om over zulke botsingen te lezen welke argumenten daarin dan uiteindelijk de doorslag hebben gegeven. Maar daar is dit het boek niet naar. Meijering ging voor het overzicht, deed de hele twintigste eeuw af in een relatief gering tal pagina’s, en maakte daarbij opvallende keuzes.

De lezer wordt bijvoorbeeld wel opvallend goed geïnformeerd over heel ceremoniële zaken, zoals het verdwijnen van het gebed aan het eind van de Troonrede. Voor de rest lijkt deze publicatie nog het meest op een gespecialiseerd aanhangsel van een veel dikker boek over politiek, waar wel alles in staat.

Alleen bestaat dat dikkere boek helaas niet.

Eginhard Meijering lijkt vooral geïnteresseerd te zijn geweest in de data waarop iets gebeurde. Bij verkiezingen toen-en-toen kregen de christelijke partijen zo veel stemmen, in dat kabinet namen ze die-en-die positie in. Toen er dit-en-dat gebeurde, reageerden de christelijke voormannen daar zo-en-zo op.

Daarbij bleken die geuite opvattingen niet altijd consistent met de traditie.

En in 1994 mocht er voor het eerst eens geen christelijke partij in de regering. Toen ook werd prompt de winkelsluiting verruimd; omdat niemand in het kabinet de zondag nog als onaantastbare sabbat bleef heiligen. Meijering noemt dit niet.

Voor een boek over politiek ontbreekt nogal opvallend precies dat: besef van het politieke handwerk.

Meijering negeert daarmee nogal wat.

Om een actueel voorbeeld te geven van hoe de Nederlandse politiek werkt. De Staatkundig Gereformeerde Partij [SGP] kreeg in 2011 met zijn luttele tal zetels ineens opvallend veel macht in het inmiddels demissionaire kabinet Rutte. Zij konden deze wankele coalitie telkens toch aan een Kamer-meerderheid helpen bij omstreden kwesties. En dit verleidde Rutte er misschien daarom wel toe om de SGP-ers ‘leuke jongens’ te noemen.

Voor alle Vlaamse boeklog-lezers: de mannenbroeders van het SGP willen de theocratie invoeren, zijn voor de doodstraf, en krijgen geen subsidie vanwege hun structurele vrouwendiscriminatie. Want de Bijbel bepaalt nu eenmaal dat de vrouw haar plaats moet weten. Leuke jongens, inderdaad. Maar misschien vergeleek Rutten hen ook slechts met zijn regeringspartner, de PVV van Geert Wilders.

In ruil voor steun van de SGP ontwikkelde dat zo weinig christelijke kabinet ineens soms opvallend religieus geöriënteerde politiek.

Maar goed. Volgens de huidige peilingen wordt de aanwezigheid de christelijke partijen in het Nederlandse parlement bij de verkiezingen in september 2012 volkomen marginaal. Het zal nog een probleem voor ze worden om twintig van de honderdvijftig zetels te bezetten. Dus heeft de totale afkalving goed vijftig jaar geduurd. Pas in 1967 verloren de christelijke partijen voor het eerst hun absolute meerderheid.

Daarmee was Nederland laat, vergeleken met andere landen, zo schreef Meijering. En voor de verandering vertelde hij me daarmee wel iets nieuws.

Eginhard Meijering, Hoe God verdween uit de Tweede Kamer
De ondergang van de christelijke politiek

223 pagina’s
Balans, 2012

[x]opgenomen in het dossier:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden