Grens van de mens ~ Peter-Paul Verbeek

► door: A.IJ. van den Berg

Het is wel grappig om zo nu en dan een boek te lezen dat vrijwel geheel onbegrijpelijk is. Of dat samengevat uit een dermate grote platitude bestaat dat onverklaarbaar wordt waarom de auteur nog 144 pagina’s nodig had voor die gedachte.

Zo roept de filosoof Peter-Paul Verbeek in deze uitgave op tot zelfbeheersing bij het sleutelen aan de mens. En dat vond ik leuk. Omdat diens waarschuwingen daarmee ietwat potsierlijks krijgen. Een buitenstaander uit op hoge toon ook eens wat. Ik noem dit syndroom doorgaans: ‘De Volkskrant waarschuwt China voor de laatste maal’.

Goed. Door technische vondsten kan er op allerlei gebieden steeds meer. Punt is alleen dat daardoor ook nieuwe dilemma’s ontstaan, en zelfs verantwoordelijkheden lijken te verschuiven. Verbeek vindt dat daarover meer discussie moet plaatsvinden. En hij meent ook dat ethici daarbij een grote rol kunnen spelen.

Die rol zou er al zijn in de ontwerpfase van technische vondsten.

En het is altijd mooi om te zien dat een hoogleraar in iets de werkgelegenheid voor zijn studenten probeert te vergroten.

Een principieel punt bij al dit lijkt me alleen al dat ontwerpen lang niet alles zeggen over uiteindelijk gebruik. Dit geldt bij alle menselijke activiteiten. Bij wetsvoorstellen net zo goed als bij apparaten. Als zo iets er eenmaal ligt, kan het heel makkelijk anders benut worden dan de ontwerpers ooit bedacht hadden. ‘Function creep’ heet dit verschijnsel met een goed Nederlandse uitdrukking. Onbedoelde bijwerkingen zijn het gevolg.

De grootste ethische vragen over de technische vooruitgang lijken mij te liggen in de balans tussen éen mens en de maatschappij waarin hij of zij leeft. Ik schreef daar ook gisteren al over.

Verbeek gebruikt in De grens van de mens meermaals het voorbeeld dat prenatale diagnose vragen kan oproepen. Daarbij citeert hij overigens opvallend vaak nieuwsberichten uit het dagblad Trouw. Terwijl deze krant omwille van zijn gristelijke lezerspubliek, en hun ideeën over abortus, nu juist niet altijd heel objectief is over deze kwesties.

En juist over die prenatale diagnose is zo veel meer te zeggen dan Verbeek doet. Terecht signaleert hij dat ineens de ouders met een enorme verantwoordelijkheid worden opgescheept als bij een echo plots blijkt dat het kind in de baarmoeder een gebrek heeft. Dit is nieuw in de menselijke geschiedenis.

Maar het lijkt mij dat dit ook een probleem is omdat de artsenstand zich er altijd achter kan verschuilen zijn best te doen om alles dat leeft in leven te blijven houden. Tenzij er een euthanasieverklaring ligt die iemand bij zijn of haar volle verstand heeft uitgesproken.

Bovendien speelt er een derde kracht bij dit probleem, die ongetwijfeld nog veel groter zal worden de komende decennia.

Zorg en geneeskunde raken onbetaalbaar. Mede omdat er telkens zo veel technologisch geweld wordt ingezet om diagnoses te stellen, of om aan preventie te doen — al is die preventie niet zelden heel dubieus; mede omdat wij als mensen geen risico’s kunnen inschatten.

Dus komt er een beweging op gang om zorg ook in economische termen te bekijken. En daarmee neemt waarschijnlijk de druk toe op de toekomstige ouders van een abnormaal kindje. De samenleving kan beslissen dat kinderen met een Down-syndroom maar beter niet meer geboren kunnen worden — omdat die alleen maar geld kosten, de gemeenschap niets zullen opleveren; en niet zelden meerdere hartoperaties moeten ondergaan om überhaupt in leven te blijven. Komt zo’n duur kind er toch, dan hebben de ouders zich daar dan ineens ook nog over te verantwoorden.

Peter-Paul Verbeek negeert helaas alle economische vragen in De grens van de mens. En dat alleen al maakt dit boek te vrijblijvend. Het kwam uit in 2011. En hoewel filosofen best de vrijheid mogen hebben om enkel te reageren op iets dat Plato stelde, is het ook weer zo wat om bij het schrijven over actuele kwesties te negeren dat er al vier jaar een economische crisis woedt, die vragen oproept.

Als een journalist doet wat Verbeek presteert, door een probleem uit zijn context te halen, een beperkt tal aspecten te behandelen, en meer mening te geven dan feiten, dan is het een slechte journalist. Maar bij een universiteitsprofessor gaat er eerbiedig een kaftje om zo’n tekst, en komen er ronkende aanbevelingen op het kaft te staan.

Terwijl ook ethici wat mij betreft slechts problemen in kaart dienen te brengen, en te reduceren tot kernkwesties. Dat vergt al denkkracht genoeg, en toont mijns inziens nu eens echt wijsbegeerte. Met gretige hand uitspraken van Heidegger rondstrooien over ‘de mens’ en ‘geworpen zijn’, zoals Verbeek doet, zegt mij werkelijk niets.

Peter-Paul Verbeek, De grens van de mens
Over techniek, ethiek en de menselijke natuur
144 pagina’s
Lemniscaat, 2011

[x]


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden