One Man and His Bike ~ Mike Carter

► door: A.IJ. van den Berg

Ergens in One Man and His Bike weet Mike Carter vast te leggen waarom het zo vrolijk maakt om een tijd onderweg te zijn op de fiets.

Carter reed in de zomer van 2009 in vijf maanden tegen de klok in de kust van Groot-Brittannië langs. Dat deed hij meer door een midlife-crisis dan om enig andere reden. Mike Carter wilde eigenlijk emigreren. Naar Argentinië. Weg uit zijn deprimerende land. Al zag hij ook wel in dat men in Argentinië niet meteen zat te wachten op een 45-jarige man die niets bijzonders kon, wel een hoop verschillende baantjes had gehad, en geen woord Spaans sprak.

Zijn fietsreis begon al even onbevangen. Dus had hij geen enkele voorbereiding, en was hij veel en veel te zwaar beladen bij zijn vertrek. Carter nam een halve bibliotheek aan boeken mee, en twee series op DVD.

Maanden later had hij dat bezit gereduceerd tot het allernoodzakelijkste. Dan heeft hij door gekregen hoeveel vrijheid het biedt om maar éen lange broek en trui te bezitten — om ’s avonds laat niet in fietskleding naar de pub te hoeven.

Maar dan ook is hij allang om. En weet hij in een heel bijzonder land te leven.

Carter zag zijn reis vooraf ook als een poging om in kaart te brengen hoe erg het eigenlijk was in Groot-Brittannië. De bankencrisis en de bijbehorende doemideeën beheersten het nieuws al een jaar. En bovendien werkt Carter als freelancer voor The Observer; waarmee hij journalist was met een belang om in de waan van de dag te geloven.

Om vervolgens te ontdekken dat overal in zijn eigen land bijzondere en aardige mensen wonen, die nog van alles willen. En dat zijn reis geen eenzaam avontuur was — alleen die fiets met alle bagage daarop zette mensen onderweg al aan om even een praatje te maken.

Uiteindelijk schrijft hij daarover dat een fietsreiziger twee dingen doet die niet normaal zijn tegenwoordig. Ten eerste is hij de hele dag buiten. En ten tweede bevindt hij zich daarbij voortdurend in een gemeenschappelijke en een gedeelde ruimte. Beide zaken zijn heel bijzonder geworden in het hedendaagse leven. Carter bezat tijdens zijn reis alleen zijn tent als privé-ruimtetje.

Tegelijk kan de reiziger ook blasé worden. Mike Carter merkte op een gegeven moment bijna te rekenen op de gastvrijheid van de mensen die hij ontmoette. Dat hij van alles kreeg aangeboden zonder daar een tegenprestatie voor te hoeven leveren, sprak aan het einde van zijn tocht vanzelf.

Mooi aan dit boek vond ik ook dat Carter op een gegeven moment klaar was met het fietsen. Eenmaal in Land’s End aangekomen, met alleen de zuidkust nog als laatste eindje op de weg terug naar Londen, is het eigenlijk mentaal wel over. Hij maakt de ronde langs de kust wel vol, maar veel kilometers zijn daarbij volkomen automatisch afgelegd.

Toen ik op mijn fietsvakanties merkte dat voor mij dat verzadigingspunt steeds sneller kwam, stopte ik ook met reizen van meer dan een week.

Voor One Man and His Bike kwamen op boeklog al twee boeken langs van mannen die Groot-Brittannië bekeken door de kust langs te reizen. Paul Theroux’s Kingdom by the Sea, en Bill Bryson’s Notes from A Small Island. En dit boek misstaat niet naast de twee van die veel bekendere schrijvers. Al blijft Carter’s werk wat meer hangen in een persoonlijke kroniek.

Carter’s humor is alleen al net even wat onderkoelder Brits.

Dit boek is daarmee een opvallende positieve uitzondering in dat zo moeizame genre van de reiziger die achteraf nog eens over zijn grote fietstocht ging schrijven; en daarin te veel belangrijk maakt.

Mike Carter, One Man and His Bike
A 5,000 Mile Life-Changing Journey
Round the Coast of Britain

346 pagina’s
Ebury Press, 2011

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

2 commentaren

Gelkinghe  op 3 januari 2013 @ 19:23:36

Dat laatste eindje zal toch gauw een kleine 500 kilometer zijn.

boeklog.info  op 3 januari 2013 @ 23:43:44

Meer. En in elke beetje plaats de verleiding weerstaan om niet op de trein naar Londen terug daar te stappen, hoewel dat fietsen het ook niet meer was.