Ziel in de fabriek ~ Jo Tollebeek

► door: A.IJ. van den Berg

Ergens op driekwart van de negentiende eeuw besloten enkele historici dat het voortaan anders moest. Dat er methode en lijn kon zitten in de manier waarop zij de geschiedenis beschreven.

Dit is de periode waarop het vak begon te professionaliseren — hoewel de bezigheid nog altijd vele hobbyisten trekt.

Jo Tollebeek beschreef in De ziel in de fabriek in losse opstellen welke ontwikkelingen er waren sindsdien om de kwaliteit te verbeteren van wat vakhistorici presteren. Dit doet hij vlot, en meer om de gedachten te prikkelen dan in het boek naar volledigheid te streven.

Het grote verhaal is ook zo boeiend niet. Want, geen geschiedkundige kan bijvoorbeeld iets zonder bronnen. Dus werd het verzamelen van bronnen verbeterd, en zelfs geïnstitutionaliseerd. En zo’n verhaal is alleen interessant te maken door te signaleren dat nogal wat van die instituten gegrondvest werden door éen en dezelfde man. Iemand met een zeldzame ondernemingskracht. De historicus-ondernemer Posthumus. Die moreel toch ook niet helemaal deugde.

Daarbij kwam Tollebeek uiteindelijk ver in de twintigste eeuw uit, om daar te constateren dat geschiedenis hier een vak is geworden dat inmiddels uit talloze territoriumpjes bestaat. Allemaal bewaakt door iemand die zich nu net op dat gebied dé deskundige waant.

Tollebeek signaleert niet wat dit in de praktijk voor effect heeft. Maar die versnippering betekent al gauw eens dat de interessantste boeken over de Nederlandse geschiedenis van buitenlanders komen. Die durven het nog wel aan om algemene geschiedenis te schrijven. Zij hoeven namelijk niet voor hun carrière te vrezen als ze zich nietsontziend op de territoriumpjes van anderen wagen. Zij kunnen vrolijk decennia negeren aan stille polemiek en buiten het vak onopgemerkte discussie. Zij durven het nog wel aan om zich tot een groot en breed publiek te richten.

Enfin, Jo Tollebeek is een Vlaming die in Nederland werkte. De inspanningen van buitenlanders al te zeer loven, riekt dan al gauw net verkeerd.

Tollebeek’s kritiek richt zich in de tweede helft van het boek op anderen. Dat de politicoloog Fukuyama begin jaren negentig ‘The End of History’ aankondigde, na de val van De Muur, was ook al te parmantig. De komende geschiedenis voorspellen uit wat voorafging blijft een onmogelijk zaak.

Evenmin moeten historici de geschiedenis zien als een grabbelbak aan bezwarende feiten tegen machthebbers — die kunnen nog vervelend terugslaan — of publiceren met een verborgen agenda.

Toch zijn er gebeurtenissen in het verleden die nog altijd niet goed zijn verwerkt. In Nederland zijn dat de politionele acties bijvoorbeeld, of de dekolonialisatie in zijn geheel. Van historici wordt dan misschien wel al te zeer de genezing verwacht. En dat is een taak waartoe weinigen zich geroepen voelen.

Jo Tollebeek, De ziel in de fabriek
Over de arbeid van de historicus

128 pagina’s
Uitgeverij Bert Bakker, 1998

[x]


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden