Zo begint iedere ziener ~ Coen Simon

► door: A.IJ. van den Berg

Er komen almaar meer boeken bij waaraan ik hier geen woorden wijd. De betekenis van boeklog puur als leesdagboek neemt af. Wat ook niet zo gek is na 104 maanden aan logjes op bijna elke werkdag.

Zo lees ik aanzienlijk meer romandebuten dan hier besproken worden. Maar romans zijn al zo vaak lange teksten waar iets niet aan deugt. Bij eerstelingen vallen me de gebreken te makkelijk op. En schrijvers moeten de tijd kunnen krijgen om te kijken of ze echt wat te zeggen hebben.

Coen Simon is weer een ander chapiter. Ik wist namelijk zeker iets van Coen Simon gelezen te hebben, en daar een boeklogje aan gewijd te hebben. En toch was dat niet zo. Ik herinnerde me alleen een uitgesproken mening over een bundel van hem.

Bij het lezen van Zo begint iedere ziener snapte ik namelijk waardoor deze verwarring ontstaan kon. Simon is ooit opgeleid tot filosoof, en brengt in zijn teksten ‘philosophy for the millions’. Hij vertelt doorgaans verhaaltjes, bijvoorbeeld over een dan actuele ontwikkeling, en bekroont deze vertelling dan met een weeïg gesuikerd chocolaatje uit de oneindig rijke bonbonnière van de wijsbegeerte.

Mij staat deze werkwijze gauw tegen. Die acht ik zelfs vals spel. Omdat ideeën zo zelden los te zien zijn van de tijd en de omstandigheden waarin ze ontstonden. Omdat ideeën van een filosoof zo zelden los te zien zijn van zijn of haar overige werk.

Dus, terwijl Coen Simon goed schrijft, en daarin zelfs ontregelt, zou een boeklogje toentertijd vooral zijn gegaan over wat er aan zijn werkwijze niet deugt. Terwijl ik domweg Simon’s doelpubliek niet ben, en me dus in postuur zou hebben gezet om niets.

Had hij om dezelfde redenen poëzie gebruikt, of desnoods songteksten, had me dat juist niet gestoord; merkwaardig genoeg.

Maar Zo begint iedere ziener vond ik aardig, zij het om een heel andere reden. Dat boek is voornamelijk een autobiografie van iemand die de leeftijd nog niet heeft waarop mensen doorgaans memoires gaan schrijven. Coen Simon [1972] is niet zo veel jonger dan ik. Onze jeugd zal verlopen zijn via grotendeels dezelfde banen — tot en met het werk toe als freelance journalist.

En daarom zal ik dit boek dus anders gelezen hebben dan de schrijver bedoeld heeft. Waar de autobiografische details slechts als illustratie dienden van een groter idee, bekeek ik slechts de details.

Alleen was het al opvallend prettig om eindelijk eens iemand te mogen lezen die elke dag een eind naar de middelbare school fietsen moest. Omdat dit zo Nederlands is, en voor zo velen een dagelijks ritueel was; met eigen ongeschreven regels.

Ook al betekende die afstand tot alles dat het weleens misging onderweg. Door een onverwachte tegenligger op het fietspad.

Simon beseft nadrukkelijk in dit boek aan het reconstrueren te zijn — mede omdat hij er een doel mee heeft. De lezer moet beter leren kijken van hem.

Het geheugen wordt graag gezien als een opslagplaats voor herinneringen. Alsof herinneringen als stenen voor het oprapen liggen. Maar herinneringen moeten telkens opnieuw worden gemaakt, in het heden dat even snel verandert als het tikken van de tijd. Het geheugen lijkt eerder een vermogen dat gestuurd wordt door de gemoedstoestand die wordt opgewekt door prikkels uit het heden, maar die pas richting krijgt door deze te projecteren op voorhanden beelden, en die komen noodzakelijk uit het verleden. Dit vermogen dat dus misleidend wordt aangeduid met het voltooid deelwoord ‘geheugen’ is even hard aan het werk als we zone toekomst voor ons zien, als wanneer we ons een verleden heugen (een werkwoord dat etymologisch teruggaat op het Gothische woord voor denken, ‘hugjan’, en het Oudnoorse woord voor troost, ‘huga’). [190]

Coen Simon, Zo begint iedere ziener
Een filosofische ontdekking van de wereld

206 pagina’s
AMBO, 2011

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden