Everything and More ~ David Foster Wallace

► door: A.IJ. van den Berg

Het enige wat mij interesseert aan oneindigheid is dat dit wiskundige begrip tegen de normale intuïtie ingaat; mede omdat er verschillende oneindigheden bestaan. Dit is misschien een lullige samenvatting van een plank vol kennis. Alleen staat die samenvatting me wel toe weinig van het onderwerp te begrijpen zonder me daar schuldig over te voelen — want zeldzaam de deskundigen met heel veel meer begrip.

Ja goed, het concept van het Hilbert’s Paradoxaal Grote Hotel is voor iedereen interessant om eens kennis van te nemen, met zijn oneindige aantal kamers.

Stopt er een bus met een oneindig aantal passagiers bij dit hotel, dan kunnen die allemaal een kamer krijgen voor de nacht.

En dit verandert vreemd genoeg niet als er even later opnieuw een toerbus stopt met een oneindig aantal passagiers. Ook die zijn nog te huisvesten. De eerdere gasten wordt eenvoudig verzocht naar de kamer daarnaast te verhuizen, om de eerste passagier van de nieuwe bus een kamer te geven. En dit gaat zo een oneindig tal keren door, tot iedereen een plek heeft gevonden.

Net zo is aan een oneindig aantal bussen met een oneindig aantal gasten plek te bieden in Hilbert’s oneindige hotel; er zijn altijd manieren te vinden om de kamers opnieuw te verdelen.

Dat klinkt allemaal logischer dan het is. Maar ook dit elegante voorbeeld geeft niets anders aan dan ik in de eerste regel schrijf. Er bestaan verschillende oneindigheden. Wat hun onderlinge verhouding precies is, en of we alle oneindigheden al eens beschreven hebben, blijft een vraag.

De Amerikaanse auteur David Foster Wallace [1962 — 2008] vond het onderwerp oneindigheid interessant genoeg om er een hele monografie aan te wijden. Dat werd Everything and More.

Bovendien komt het begrip niet toevallig terug in de titel van zijn meest ambitieuze roman Infinite Jest.

Everything and More is een geschiedenisboek, bedoeld voor een publiek dat even veel enthousiasme voor het onderwerp heeft als Wallace. Vanaf de allereerste pagina’s krijgt het wiskundige formules voorgezet — waarmee de auteur tegen een basale wet ingaat die geldt voor populair wetenschappelijk werk. Want zet je zulke lezers formules voor dan haakt een groot deel af.

Wat David Foster Wallace in zijn boek nooit echt probeerde, is wat ik hierboven trachtte. Om middels een korte samenvatting van een serieus idee uit te leggen hoe tegenintuïtief het hele begrip oneindigheid is — zonder daarbij met termen te smijten die de boel meteen al verwarrend maken.

Ofwel, de auteur maakte met Everything and More een boek dat vooral voor hem geweldig moet zijn geweest om te maken. Wallace geeft in de eerste pagina’s ruimhartig toe op school slecht te zijn geweest in wiskunde. En dus is wat volgt een topprestatie voor hem. Plus voor de lezer die hem volgen wil in zijn enthousiasme.

Mij viel vooral op dat hij zelfs in een boek als dit, met een zakelijke tekst, nog niet in staat was om bijzaken van hoofdzaken te onderscheiden. Of dat hij het te vaak naliet om nuttige geschiedkundige kennis toe te voegen.

Everything and More is het boek van een autodidact — en autodidacten zijn alleen aardig om te lezen als ze zich verdiept hebben in iets waar verder niemand enig verstand van heeft. Bij dit onderwerp is dat niet zo.

Het meest uitputtend is deze monografie bijvoorbeeld als Wallace de ideeën van Georg Cantor [1845 — 1918] behandelt — en dan zijn grote bewondering voor diens werk met verzamelingen niet onderdrukken kan. Maar zelfs dat gedeelte had sterker kunnen zijn. Bijvoorbeeld als de auteur verduidelijkt had waarom Cantor’s idee van de transfinitieve getallen door tijdgenoten kon worden gezien als een rechtstreekse aanval op al wat God omvat.

David Foster Wallace, Everything and More
A Compact History of ∞

344 pagina’s
W. W. Norton & Company, 2003

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden