Dangling Man ~ Saul Bellow

► door: A.IJ. van den Berg

Eigenlijk mocht ik in de debuutroman van Saul Bellow niet enkel lezen wat er stond, van de geleerden. Dangling Man gaat in hun interpretatie namelijk helemaal niet over een jongeman die begin 1943 al maanden wacht tot hij nu eindelijk eens opgeroepen wordt voor het Amerikaanse leger.

De hoofdpersoon is geboren in Canada — en dat luttele feit levert een oneindig traag malende bureaucratie op in de VS.

Nee, met deze roman zou Saul Bellow [1915 — 2005] allereerst commentaar hebben geleverd op de positie van de intellectuelen tijdens de economische crisis van de jaren dertig. Wier bestaan zo overbodig was, omdat er geen vraag kwam naar hun vaardigheden. Waardoor ze lang moesten wachten tot ze aan zoiets als een normale carrière konden beginnen; met een enigszins voorspelbaar verloop.

En die theorie klopt op zich best met de inhoud van deze roman. Alleen lijkt zo’n theorie me allereerst bedacht om zwaarte te geven aan een boek zonder al te veel eigengewicht.

Ook grote schrijvers moeten ergens mee beginnen. En Bellow zelf keek later wat misprijzend op zijn eerstelingen terug. Pas met zijn derde roman, The Adventures of Augie March, had hij een eigen stem gevonden; meende hij. De boeken daarvoor waren van een student die het vak nog moest leren.

Dangling Man heeft de vorm van een dagboek, dat loopt van 15 december 1942 tot en met 9 april 1943. De roman speelt daarmee tijdens de Tweede Wereldoorlog; en toch weegt dit conflict nauwelijks door in het verhaal. Dagelijkse beslommeringen bepalen het verhaal veel meer. Dat de verwarming het niet doet in de januariwinter is een veel grotere crisis in het boek.

De oorlog is hoogstens subtiel aanwezig. Sommigen goederen zijn al op rantsoen. En jonge mannen worden telkens uit hun werk opgeroepen om dienst te nemen — waardoor de hoofdpersoon zelfs geen tijdelijke baan kan vinden. Potentiële werkgevers kiezen liever een vrouw.

Eind maart breekt de man, en schrijft hij wanhopig naar het leger om hem alstublieft toch zo gauw als kan in te lijven. Waarop bijna per kerende post de oproep komt om zich opnieuw te laten keuren. En de man daarop juichend de oorlog instapt. Want eindelijk zal zijn leven volgens vooraf bekende lijnen gaan verlopen; voortaan zullen zijn uren vast liggen; door anderen bepaald.

Dat is een wrang ironisch einde.

Of wordt het een ironisch einde, omdat ik dat er in zie? Vanwege mijn kennis over hoe zo veel veteranen uit de oorlog terugkeren? Verknipt, beschadigd, gebruikt? Want, kon Bellow dat allemaal wel weten toen hij de roman uitbracht in 1944?

Ontstond er bij mij dus blijkbaar ook een behoefte om meer te willen lezen in dit boek dan er stond.

Niet omdat wat er wel stond niet zou deugen. Maar gewoon, omdat het verhaal leegten laat.

Saul Bellow, Dangling Man
159 pagina’s
Weidenfeld & Nicholson 1972, oorspronkelijk 1944

[x]opgenomen in het dossier: