Merkstenen ~ Dag Hammarskjöld

► door: A.IJ. van den Berg

Van sommige boeken ben ik zo het doelpubliek niet, dat ik me er misschien ver weg van zou moeten houden. Anderzijds is nieuwsgierigheid mijn tweede naam. Dus toen Merkstenen van Dag Hammarskjöld [1905 —1961] ineens herhaald in mijn conversaties opdook, moest dat toch eens worden gelezen.

En daardoor lijkt me dat de reputatie van dit boek op een aantal gegevens leunt die niet per se met het boek te maken hebben.

Merkstenen is de postume uitgave van een spiritueel dagboek dat Dag Hammarskjöld vanaf 1920 bijhield tot zijn dood. Hij stierf in een vliegtuigcrash in toenmalig Rhodesië, in 1961, als de jongste Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties [VN] ooit. En zo’n goede Secretaris-Generaal als hem heeft de VN nooit meer gehad, volgens de legende, vandaar dat er nog altijd theorieën bijkomen die verklaren dat Hammarskjöld dood moest. De Koude Oorlog loeide. Maar ook Belgische kolonisten kunnen erachter zitten; beu van de VN-strijd tegen hen in de Kongo.

Verder bemoeide W.H. Auden zich met de vertaling van het dagboek naar het Engels. Waarbij Auden zich vele vrijheden schijnt te hebben veroorlooft — het is ook niet simpel om bepaalde delen te vertalen. Hammarskjöld reageerde bijvoorbeeld met regelmaat in eigen woorden op mystieke denkers als Meester Eckhart, en andere religieus bevlogen auteurs.

De Nederlandse vertaler bracht decennia na de eerste uitgave dan ook een nieuwe versie uit; omdat hij sommige passages nu beter dacht te begrijpen.

Maar het was dus wel Auden die zich bemoeid had met het boek; wat verder meehielp om een reputatie te vestigen.

En een derde factor is het diep spirituele karakter van de dagboektekst, waarin een man zich tegenover zijn God uitspreekt over zijn moeizame gang door het bestaan. Want de weg naar verlossing leidt nu eenmaal door de wereld van handeling, en van verantwoordelijkheden.

Een probleem voor mij bij het lezen, was daarom op zijn minst al dat mijn antennes niet stonden afgesteld op wat Hammarskjöld aan het uitzenden was. Want als hij over de gemeenschap schrijft, een nogal betekenisvol woord in religies, welke verzameling mensen werd daar dan mee bedoeld?

Dus restte me weinig anders dan dit dagboek te lezen als ieder ander dagboek; en daarbij te schiften op aantekeningen die me wat zeiden, en opmerkingen die langs me heen gingen. En de voortdurende twijfel bij Hammersköld gewoon te zien als de onzekerheid die iedere dagboekschrijver verwoordt, en per se niet te lezen als die religieuze vraag: wie ben ik, dat ik dit mag doen?

Tijdens het lezen bleek er alleen nog een vierde probleem te ontstaan — namelijk dat Hammarskjöld op een gegeven moment de Haiku ontdekte. En dat spel met de lettergrepen die deze dichtvorm eist, is in vertaling hoogstens bij uitzondering te handhaven. Dus zeiden zelfs de haiku’s me betrekkelijk weinig.

Ik tekende aan:

scheiding

Ik zit te lezen over een paar mensen die al lang dood zijn. Ongemerkt sluipen andere namen in de tekst binnen, en nu lees ik over onszelf, als wij het verleden zijn. Het meeste is helemaal verdwenen. Problemen die ooit brandend waren verbreiden zich over de bladzijden als koude abstracties–eenvoudig, maar niettemin door ons verkeerd beoordeeld. En wijzelf lijken op heel onnozele, heel dwaze en egocentrische poppen, bewogen aan duidelijk zichtbare, soms iets in de war geraakte draden.

Het is geen karikatuur die ik in deze lachspiegel van mijn onderzoek tegenkom. Alleen een bewijs dat het allemaal niets was. [67-68]

Dag Hammarskjöld, Merkstenen
219 pagina’s
Desclée De Brouwer, z.j.
vertaling uit het Zweeds door R.F.M. Boshouwers van Vägmärken, 1963

[x]opgenomen in het dossier:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden