Erasmus en het gelijk van de spindoctor ~ Daniel C. Dennett

► door: A.IJ. van den Berg

Toen ik Free Will las van Robert Harris, was me al bekend dat Daniel C. Dennett daar vrij recent een uiterst negatieve kritiek over had geschreven. Toch was me allereerst de toon bijgebleven van die terechtwijzing, en de inhoud niet zo zeer.

Ik heb Dennett elders ook al eens iemand van het honende gelijk genoemd. De man lijkt filosofie vaak als een soort vechtsport te zien; die weliswaar aan regels moet voldoen, maar waarin intimidatietactieken blijven toegestaan.

Tegelijk claimt hij zelf in een polemiek altijd uit te willen gaan van de beste bedoelingen bij zijn opponent.

Alleen had Harris in Free Will nogal wat kennis voor het gemak genegeerd, en daardoor te veel argumenten herhaald uit de oude doos van de filosofie; die toch al even ontkracht waren. Komt daar bij dat Dennett meent dat ‘vrije wil’ bestaat, en Harris deze een illusie acht. Dus knetterde het in de recensie.

Want er bestaat nu eenmaal geen wetenschappelijk onderzoek dat ondergraaft dat mensen een morele verantwoordelijkheid hebben — het belangrijkste gevolg van dat bezit van een vrije wil, volgens Dennett.

Naast de kritiek op Harris kwam bovendien nog dit essay te staan. Dat verscheen in 2012, toen Daniel C. Dennett in Nederland de Erasmusprijs ontving. En waarvoor hij zich in twee voorgangers had verdiept, die tussen 1520 en 1524 ook al gepolemiseerd hadden of de ‘vrije wil’ nu bestaan kon of niet.

Maarten Luther wist indertijd zeker van niet. En de vraag zelfs maar opperen stond voor hem al zo ongeveer gelijk aan twijfelen aan God’s grootheid; en is daarmee aan ongepast gedrag.

Erasmus daarentegen vond de idee dat alles al helemaal voorbestemd zou zijn, en de mens helemaal nergens invloed op zou hebben, dan weer te negatief.

En Dennett meldde vijf eeuwen later nog verrassend veel aan deze discussie te hebben gehad. Ook al was er nauwelijks sprake van wetenschappelijk denken in de vroege zestiende eeuw, en konden Luther noch Erasmus uitgaan van een andere autoriteit dan God’s woord in de Bijbel.

Daarbij had Erasmus het dus moeilijker dan Luther. En Dennett had genoten van de retorische vragen die de Rotterdammer had opgeworpen om zijn gelijk te halen. Waarom had God bijvoorbeeld al die geboden dan aan Mozes geopenbaard, als hij toch alles al bepaald had?

Waarop later volgens Max Weber zelfs de Lutheranen Luther’s ongelijk aantoonden, en nijver aan het werk gingen; overtuigd dat hen daardoor een beloning zou wachten; anders dan die rare Katholieken lukken zou.

Want zelfs al wordt het bestaan van de vrije wil ontkent volgens de dan heersende mode, vreemd genoeg blijken er altijd manieren te bestaan om je te ontrekken aan dat gegeven.

Daniel C. Dennett, Erasmus en het gelijk van de spindoctor
Praemium Erasmianum Essay
45 pagina’s
ISVW Uitgevers, 2012

[x]opgenomen in het dossier: