Why Be Happy When You Could Be Normal? ~ Jeanette Winterson

► door: A.IJ. van den Berg

Doorgaans verwijt ik het allereerst mijzelf als boek na een veelbelovend begin me toch moeite kost om uit te lezen.

Al blijft ook het vooroordeel staan dat het meeste van wat wordt uitgegeven te veel pagina’s telt.

Bij Jeanette Winterson’s memoires, in Why Be Happy When You Could Be Normal?, is alleen duidelijk aantoonbaar dat de schrijver op een gegeven moment van aanpak switcht. Waardoor het laatste deel van het boek nogal anders uitviel dan het eerste.

Winterson [1959] stopte met het min-of-meer chronologische verhaal van haar leven op het punt dat ze gedebuteerd is met een autobiografische roman, Oranges Are Not the Only Fruit, en dat verhaal, maar meer nog haar bewerking tot een TV-script voor de BBC daarna, een succes wordt. Ze is dan nog geen dertig. Vanaf dan ineens gaat dit boek over de moeizame en emotionele zoektocht decennia later om haar echte moeder te vinden.

En aan dat deel ontbrak duidelijk de afstand in tijd; en daarmee waarschijnlijk de relativering; of de uitgekristalliseerde taal.

Dus kleeft er de vreemde paradox aan Why Be Happy When You Could Be Normal? dat de werkelijk gruwelijke gedeelten over haar jeugd met humor beschreven zijn. Terwijl het deel over de eerste ontmoetingen met haar biologische moeder, die bovendien een leuk en levendig mens blijkt, vervelend gekleurd zijn.

Blijft staan dat de eerste helft van dit boek het beste proza bevat dat ik dit jaar las tot nu toe.

Why Be Happy When You Could Be Normal? kan dan gelezen worden als een paralleluitgave aan die debuutroman Oranges Are Not the Only Fruit. Waarbij de werkelijkheid nog wreder uitpakt dan de fictie.

Beide boeken gaan dan over een bokkig meisje dat geadopteerd werd door een kinderloos paar op leeftijd uit de Pinkstergemeente. Haar vader was goedig, de moeder een forse en dominante vrouw met uitgesproken opvattingen over wat hoorde en wat niet.

In haar memoires moet Jeanette Winterson alleen afwegen of deze monsterlijke vrouw, die ze consequent Mrs. Winterson noemt, niet toch ook iets wakker heeft gemaakt in haar. Ze vond de taal en de boeken ooit; en dat kon best zijn juist omdat Mrs. Winterson alleen de Bijbel zag als literatuur. Verboden vruchten smaken des te zoeter, enzovoorts.

Ze mag ook blij zijn dat ze met haar karakter iets gevonden heeft waarin ze haar frustraties en problemen kan verwerken.

Samenvattingen liegen alleen altijd. Zoals ik het beschrijf lijkt de auteur een soort boek te hebben geschreven over een levenslang worstelen met zichzelf. Zij, die als kind nooit geknuffeld werd. Terwijl deze schrijver het wonder verricht heeft om licht en boeiend te schrijven over een jeugd met Dickensiaanse wreedheden — waarvan het zo merkwaardig blijft dat deze zich afspeelde in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw; en niet in de negentiende.

Jeanette Winterson, Why Be Happy When You Could Be Normal?
230 pagina’s
Vintage 2012, oorspronkelijk 2011

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden