Reckoning ~ Jacob Soll

► door: A.IJ. van den Berg

Over alles is een geschiedenis te schrijven. Zelfs over iets zo dors als boekhouden. En als de historicus van dienst dan nog een beetje kwaliteiten heeft, dan maakt zo’n boek dat het verleden net weer even anders bekeken werd.

Wat daarmee beïnvloedt hoe het heden eruitziet.

The Reckoning van de Amerikaanse historicus Jacob Soll gaat over de geschiedenis van het boekhouden — of beter: het dubbel boekhoudsysteem. En daarmee brengt dit boek een verhaal over de wens tot overzicht op de inkomsten en uitgaven.

Aanvankelijk zagen alleen handelaren daar het nut van in. Later moesten overheden er ook wel toe overgaan. Kregen ze tenminste wat inzicht in hoeveel de belastingen hadden op te brengen.

Punt is evenwel dat boekhoudingen ook vervalst kunnen worden. Zodat aandeelhouders of belastingbetalende burgers geld blijven steken in iets dat geen geld meer verdient.

The Reckoning is goed in het hele historische verhaal. Waarbij me opviel dat dit ook vrij compact te geven was. Boekhouden met een systeem waarin elke transactie op twee manieren verwerkt wordt, is een Italiaanse vinding. Waartoe onder meer nog moest worden overgegaan van Romeinse cijfers op een bruikbaarder notatiesysteem.

En van de Italiaanse stadstaten in de Renaissance gaat het dan als vanzelfsprekend naar de Nederlanden in de Gouden Eeuw, waarop het economische zwaartepunt verschuift naar Engeland. De Fransen nog weer nuttige uitvindingen deden in de boekhoudkunde ook — zij het pas na de val van het Ancien Regime — waarmee het de Amerikanen dan weer lukte om de schulden onder controle te krijgen die ze hadden gemaakt om zich te bevrijden van de Britten.

In de twintigste eeuw aanbeland ging Jacob Soll mij evenwel wat te snel. Hij leert me nog net dat er een gouden periode heeft bestaan van de accountancy — de eerste twintig jaar na de Tweede Wereldoorlog. Maar van alle mogelijke fraudes sindsdien koos hij er voor om enkel het Enron-schandaal uitgebreid te behandelen; waar ook de controlerende accountants van buiten aan meededen om de $ 100 miljoen aan inkomsten van dat account niet mis te lopen. En daarmee miste zijn verhaal toch wel wat, voor mij.

Al is het tegelijk onzin om van een historicus te verlangen dat deze het antwoord weet op de vraag waar dat ongebreidelde casinokapitalisme van het moment toch vandaan komt. Want zeggen dat er altijd al graaigedrag heeft bestaan, en daarbij de geschiedenis aanvoeren als bewijs, is me net te makkelijk.

Soll’s these is dat administratieve of boekhoudkundige regels instellen altijd een zeer tijdelijk effect heeft. Op den duur wordt er toch weer gespeculeerd, met andermans geld. Maak de constructies dan toch vooral onoverzichtelijk, zoals de banken nog altijd doen, waardoor niemand kan weten wat er precies plaatsvindt, en financiële zeepbellen blijven er komen.

Wat bij mij alleen toch de eeuwig principiële vraag oproept wat dan maakt dat blijkbaar niemand overzicht kan of wil afdwingen. Heeft dat dan geen nut?

Deze week ook was het in Nederland bijvoorbeeld nog weer nieuws dat niemand weet wat de bezuinigingen van het kabinet, à € 50 miljard, precies voor nuttige effecten hebben gehad. En ik vind die constatering geen nieuws. Omdat ik al decennia terug met verbijstering signaleerde dat geen politicus geïnteresseerd lijkt te zijn in de uitwerking van zijn of haar beleid. En waarom zou men ook? Als daar nooit naar gevraagd wordt? Als iedereen allereerst druk doet over morgen?

Wie over boekhouden schrijft, heeft het daarmee over controle — over de wens overzicht te houden. Alleen zeggen de kille cijfertjes op een balans op zichzelf lang alles niet. Boekhouden, accountancy, geef het een naam, is allereerst een technisch hulpmiddel tot iets.

Alleen, wat is dat iets dan toch?

Jacob Soll, The Reckoning
Financial Accountability and the Making and Breaking of Nations

276 pagina’s
Allen Lane, 2014

[x]


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden