Wielergeluk ~ Peter Winnen

► door: A.IJ. van den Berg

Enkel vijftig-plussers schijnen nog naar de koers te kijken op televisie. En dat is een probleem. Want adverteerders zijn niet zo geïnteresseerd in zulk een ouder publiek. Dat is toch tot vrijwel niets meer te verleiden. Daar liggen de bestedingspatronen al van vast. Dus moeten TV-stations heroverwegen of het zin heeft om wielerkoersen uit te blijven zenden.

Ondertussen worden professionele wielerploegen nog altijd allereerst betaald door sponsoren — bedrijven die hun naam graag op televisie voorbij zien komen. Ondernemingen voor wie het geen nut heeft om geld te geven aan professionele wielrenners en hun teams als daar geen media-aandacht tegenover staat.

Dat zijn zo al twee structurele problemen voor de wielersport als beroepsactiviteit. Dit jaar maakte de Vlaamse TV ook al de keuze om de Italiaanse koersen niet meer te brengen. Terwijl daar toch altijd vrijwel alle wedstrijden live op televisie werden uitgezonden — zet twee fietsen bij elkaar en ze stuurden een cameraploeg; zo ging het vanouds. De wielerliefhebber heeft zich voor de Giro d’Italia deze weken te vervoegen bij de margezender Eurosport. Waar de uitzendingen van zo’n koers rustig onderbroken worden voor ingekochte commercials. En waardoor het kijkerspubliek in Nederland en Vlaanderen plots gedecimeerd is.

Gunstig voor de ontwikkeling van de sport lijkt al dit me niet.

Tegelijk zijn de vrouwenkoersen doorgaans interessanter en spannender dan de wedstrijden bij de mannen. Terwijl menige renster niet eens betaald wordt om deel uit te maken van dat peloton. Dus hoe erg zou het nu echt zijn als het grote geld uit de professionele wielersport verdween?

Mijn belangstelling voor professionele wielerwedstrijden op televisie is overigens al een paar jaar sterk tanende. De artificialiteit van zulke wedstrijden staat me tegen; er is te veel aan georganiseerd en gedaan. Liever fiets ik zelf aan het eind van het middag, op het moment van uitzending. Dat alleen al. En daarbij is me alle competitiedrang vreemd — wat de kippendrift van anderen sterk lijkt te relativeren om op de fiets de beste te willen zijn.

Waarschijnlijk ook heb ik inmiddels al te veel koersen gezien op TV. Doorgaans volstaat het me wel om de laatste dertig minuten van een rechtstreekse uitzending te bekijken, en in sprintetappes zelfs dat niet eens.

Komt daar bij dat mijn kennis is toegenomen over hoe het er toe gaat, in en om de wielerwedstrijden.

En toch lees ik nog altijd graag over professioneel wielrennen. Mede omdat elke koers uiteindelijk toch wel een verhaal lijkt op te leveren. De stukken van Peter Winnen zijn dan favoriet. Omdat hij schrijven kan, en hij als oud-prof vaak net even wat meer ziet dan de doorsnee liefhebber — want zelfs de meeste sportjournalisten zijn weinig meer dan doorsnee liefhebbers.

Blijft wel staan dat ik Winnen’s columns het liefst in de krant lees. Per stuk. Ook al omdat de actuele aanleiding — als die er was — me dan nog duidelijk is, en zijn woorden dan net wat meer zeggen.

Wielergeluk is een bundel met columns uit het einde van het eerste decennium van deze eeuw. Ter datering: de Amerikaanse renner Lance Armstrong was nog actief in de sport. Al twijfelde Winnen toen al niet aan zijn dopinggebruik.

Lance is terug, cleaner than ever. Want Lance bindt niet alleen op wereldwijde schaal de strijd aan tegen kanker, roffelend op zijn trom spuugt hij op het tobberige gezwel in de hoofden van de agnosten, sceptici en aanklagers die nog altijd zeven vraagtekens plaatsen achter evenzoveel Tourzeges.

[Testresulaten]

Werden de eerste twijfels over de prestaties van de Brit Bradley Wiggings — die van gespierde achtervolger op de baan ineens een sterk vermagerde klimmer werd — ook al gememoreerd.

Maar, uiteindelijk lees ik Peter Winnen misschien wel alleen zo graag omdat hij me lang geleden eens ontiegelijk gelukkig maakte, door op zijn blauwe Koga Miyata een touretappe te winnen op Alpe d’Huez. Helemaal objectief is hij daardoor nooit meer te bekijken door mij.

Kan ik ook niet ontkennen dat deze bundel iets vreemd aantrekkelijks heeft omdat Winnen er terloops zijn tweede teloorgang in beschrijft. Zijn eerste dood kwam al toen hij met de topsport stopte, en zijn lijf daarop zo veel minder kon dan voorheen. Ondertussen is hij de vijftig gepasseerd en sluipt ook de definitieve lichamelijke aftakeling er langzaam en zeker in.

En, zo als jeugdhelden, worden hun bewonderaars net zo goed ouder.

Peter Winnen, Wielergeluk
188 pagina’s
Thomas Rap, 2010

[x]opgenomen in het dossier: ,

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

een reactie

Gerbie  op 13 mei 2017 @ 12:09:57

Kleine nuancering. De Vlamingen kozen niet voor niet uitzenden, Eurosport heeft de rechten exclusief opgekocht en wil zich profileren als de wielerzender. Of dat lukt is af te wachten. In NL, maar zeker ook in Vlaanderen, kijkt men minder naar Eurosport dan naar de publieke zenders.