Jij hebt iets leuks over je ~ Esther Gerritsen

► door: A.IJ. van den Berg

Neveneffect van ons vermogen om menselijke emoties direct te herkennen, is dat dadelijk wordt gezien of iemand acteert of niet. Zap eens een willekeurige rij TV-zenders langs, en vrijwel meteen zal duidelijk zijn of een zender fictie toont of mensen die zichzelf mogen zijn.

Omdat je er dan midden in valt.

Fictie komt namelijk met een drempel; een barrière die even overwonnen moet worden; en die doorgaans ook zo makkelijk te nemen is dat daar niet eens over wordt nagedacht. Voor even mag er dan niet getwijfeld worden aan de waarachtigheid van wat volgt. En als die gemoedstoestand er eenmaal is, valt er ook goed van fictie te genieten.

Ik merk inmiddels alleen dat er fictieschrijvers zijn die ik minder makkelijk geloof dan andere. Bij wie het me moeite kost om dat voorlopige uitstel van het ongeloof ook echt op te schorten.

Kunnen dat tegelijk best heel goede schrijvers zijn.

Zo hebben de romans van Esther Gerritsen tot nu toe bij mij geen enkele lust opgeroepen om verder te lezen na een pagina of wat. Ik blijf het idee houden iets te lezen dat onecht is, want bedacht werd. En leg dan toch eens uit hoe dit kan, terwijl haar columns en andere korte teksten tot de beste horen van wat ik dit jaar las.

Jij hebt iets leuks over je is een net wat andere bundel dan Ik ben vaak heel kort dom of Veilig leren lezen. Die twee eerder hier geboeklogde titels waren verzamelingen van columns uit de VPRO-gids; teksten die allemaal dezelfde lengte hebben; en die tezamen ook een terloops feuilleton geven over het leven van Esther Gerritsen; zelfs al zal ze dat waarschijnlijk nooit zo bedoeld hebben.

Ze vertrekt in die columns alleen altijd wel uit zichzelf.

In Je hebt iets leuks over je zijn niet alleen losse columns opgenomen, uit onder meer De Volkskrant, maar ook langere bijdragen aan literaire bladen, en teksten die op de radio werden uitgezonden, of bij andere gelegenheden zijn uitgesproken. Constante bij dit alles bleef evenwel Esther Gerritsen, en wat zij dacht, of voelde.

En dan zal ze best gelogen hebben in dit losse werk, of ware gebeurtenissen bijgekleurd hebben om die net wat beter vertelbaar te maken. Er zal dus absoluut ook fictie staan in deze bundel. Alleen deed dit er niet toe, omdat daar dan genoeg aan echts naast stond, dat me ‘de ware’ Esther Gerritsen toonde — al voelend en denkend — die ik toevallig wel zo interessant ben gaan vinden dat ze in korte tijd drie boeken lang het woord tegen me mocht richten.

Omdat ik haar daarin wel vertrouwde.

Esther Gerritsen, Jij hebt iets leuks over je
219 pagina’s
De Geus, 2011

[x]