Juni ~ Gerbrand Bakker

► door: A.IJ. van den Berg

In de kroniek Jasper en zijn knecht maak Gerbrand Bakker nogal een nummer over zijn roman Juni. Dat boek is in 2015 net uit in Engelse vertaling, en krijgt vervolgens enkel lovende recensies. Waarvan dan ook tekenende citaten werden opgenomen in die autobiografie.

Toen Juni uitkwam in Nederland was de ontvangst nogal anders geweest. Vrijwel geen recensent hier had er iets goeds over te melden gehad. En Bakker wilde met terugwerkende kracht in zijn autobiografie het gelijk halen eerder wel degelijk een roman te hebben geschreven die stond.

Reden genoeg voor mij om dit boek er toch eens bij te pakken. Waarbij nog zij opgemerkt dat eerdere pogingen om een roman van Bakker te lezen allemaal mislukten. En Juni liet me ook overduidelijk zien waarom dat toen was.

Tegelijk begint deze roman behoorlijk intrigerend, zo niet anarchistisch, omdat het verhaal dan even verteld wordt vanuit het perspectief van koningin Juliana, de oude koningin, die in juni 1969 een tweedaags bezoek bracht aan de kop van Noord-Holland. Voor haar zijn die dagen gevuld met voorspelbare routines, zoals Bakker ook prettig sardonisch aangeeft. De enige lol die ze er aan beleefde, is om telkens net even af te wijken van het protocol. Op de mensen die ze onderweg tegenkwam, maakte zo’n ontmoeting van niets alleen wel vaak een blijvende indruk.

De oude koningin ziet dan een moeder met een jong meisje zich net te laat aan sluiten bij de menigte in een dorp, en neemt speciaal nog de moeite om deze twee even op te zoeken. En dat krijgt dan betekenis door wat er later die dag nog staat te gebeuren.

Die latere gebeurtenis verandert hoe het gezin dat getroffen werd in het leven komt te staan.

Het grootste deel van Juni gaat ook over dat boerengezin, een goede veertig jaar later. Waarvan de leden zelden iets met elkaar delen; hun aard is het niet om over emoties te praten. Alleen zijn ze allemaal, ook door andere gebeurtenissen sindsdien, op hun manier getekend.

Speelt het eigenlijke verhaal zich ook nog grotendeels af op éen dag, van broeierige hitte in juni, in dat dorp op het Noord-Hollandse platteland. En al deze beperkingen maakten de roman kleiner dan me lief is. De voornaamste ontwikkeling ontstaat nog doordat elk hoofdstuk vanuit het perspectief van een ander personage geschreven wordt.

Heel een boek lang moeten meeleven met mensen die langs elkaar heen praten, of zwijgen, en als ze iets zeggen niet bijzonders te melden te hebben, wordt dan een taak.

De voornaamste reden om Juni uit te lezen werd dan ook dat me vooral ging intrigeren welke elementen Gerbrand Bakker uit zijn eigen jeugd — zoals beschreven in Jasper en zijn knecht — benut had in deze roman. Dat waren er niet weinig.

Ofwel, achteraf gezien is dit zeker geen slecht geschreven boek. Uiteindelijk raakt vrijwel alles elkaar in de vertelling. Er is duidelijk nagedacht over de compositie — maar had ik dit wel een interessant boek gevonden, dan had dat gepronk met die schrijversalmacht God te kunnen spelen in eigen tekst me waarschijnlijk geërgerd.

Nu gold simpelweg dat ik nooit genoeg te doen kreeg als lezer om enkel door het verhaal geboeid te kunnen blijven.

Gerbrand Bakker, Juni
272 pagina’s
Cossee, 2009

[x]