Pest ~ Albert Camus

► door: A.IJ. van den Berg

Menig schrijver is een sadist. Want in veel romans, misschien wel de meeste, stuurt zo iemand rampen af op de personages, om zo te kunnen tonen wat voor mensen dat zijn. Is een geliefde truc daarbij om zo’n personage lang in onzekerheid te houden.

Camus zond voor de verandering een hele plaag af op een stad; de Algerijnse havenstad Oran die toen nog in een Frans departement lag. Het verhaal van De pest speelt zich af in 194?.

Tijdens het lezen al stelde ik me vragen over het waarom van die grote greep. In het besef dat Albert Camus zo misschien demonen aan het bestrijden was die voor ons niet meer leven.

Er vallen nogal wat doden in het boek, aan de builenpest eerst, later de longpest. Bovendien worden die epidemies vooraf gegaan door een massale sterfte onder alle ratten in Oran.

Alleen maakt vrijwel geen van de sterfgevallen werkelijk indruk door deze inwisselbare massaliteit. Enkel als het zoontje van de rechter sterft, nadat hem nog een serum is ingespoten, krijgt de dood wel even de volle aandacht. Dat leverde ook meteen de pijnlijkste bladzijden op in het boek.

Heel simpel samengevat is deze roman een verslag van een wel heel moeilijk jaar in een stad. Waarin het stadsbestuur aanvankelijk grote moeite heeft om te erkennen dat er een plaag heerst, ondanks alle aandringen van de artsen, maar dan toch de stadspoorten dicht worden gedaan, Oran voor een tijd in quarantaine gaat, en in de stad allerlei maatregelen worden genomen om verdere verspreiding van de pest te voorkomen.

Door dit zelfgekozen isolement ontstaat er vanzelfsprekend aan van alles gebrek op den duur.

Belangrijkste personage in het boek is dokter Bernard Rieux, een nobele geneesheer, de personificatie van alle nijver voortwroetende mensen, die ondanks zijn permanente overwerktheid, en het trauma van de vele sterfgevallen onder zijn patiënten, de hele tijd zijn plicht blijft doen. Grootste handicap voor Rieux is nog wel dat hij zijn chronisch zieke vrouw vlak voor de plaag uitbrak naar een sanatorium heeft laten afreizen.

Hij krijgt ietwat een tegenhanger in de journalist Raymond Rambert, die toevallig in Oran was toen de poorten dichtgingen, zijn vrouw in Parijs mist, en er daarom veel voor over heeft om de stad te ontvluchten. Tot hij merkt dat er meer mensen zijn met een echtgenoot die niet in de buurt is.

Maar werden deze en alle andere personages ooit mensen van leven en bloed voor mij? En maakte het ontbreken van vrouwen alleen al dit niet tot een rare roman? Zulke vragen stellen, is ze beantwoorden. De pest bleef als boek iets té schematisch houden voor mij, misschien omdat me nooit duidelijk werd waarom nu juist dit verhaal op deze manier verteld moest worden.

Was dat enkel om Rieux’ opmerking op het laatst, nadat de plaag eindelijk was uitgedoofd, dat het geloof niemand echt tot steun was geweest bij alle ellende? Dat enkel blijdschap ten deel was gevallen aan degenen die genoeg hebben aan andere mensen?

als er iets is wat je altijd kunt verlangen en soms kunt bereiken, dan is het menselijke liefde.

Dus heb je dan te vermoeden dat het Camus, de filosoof, ook nog om iets anders te doen was geweest met dit boek. Met de geleerde interpretaties over deze roman kon ik alleen evenmin veel aanvangen. Zo zijn er die in het lot van Oran tijdens de plaag een allegorie zien over Frankrijk, tijdens het Vichy-regime.

Nu heb ik niets met allegorieën, zoals al eens uitgelegd bij een roman die nogal wat opvallende parallellen bleek te hebben met De Pest, Aharon Appelbaum’s Badenheim 1939.

Dus dat Nazi’s dan het pestbacil zouden zijn, is éen ding. Dat de genezing daarvan spontaan kwam, mettertijd, vind ik daarbij dan alleen iets te simpel als oplossing. En dat het in Oran verbeterde serum uiteindelijk wel aansloeg, is wel een heel vriendelijk interpretatie van het Franse verzet tegen de Duitsers en alle daarmee collaborerende landgenoten.

Blij, kortom, dat ik geen letterenstudent ben, en verder niets hoef met deze roman. Herlezing gaf vooral de bevestiging van de eerste kennismaking dat dit boek mij niet veel te bieden heeft, vergeleken met andere teksten van Camus.

Albert Camus, De pest
319 pagina’s
De Bezig Bij, 2007
vertaling door Jan Pieter van der Sterre van La Peste, 1947

[x]opgenomen in het dossier: