dit is het dossier:

Peter Middendorp

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Lachende derde ~ Peter Middendorp

Schrijf over een politicus, en noem daarbij zijn of haar naam, en er ontstaat een kans van 99% dat zo’n tekst plots op slag verouderd is. Politici spelen nooit zo lang een rol op het eerste plan. Hun carrière voor het oog van de natie is waarschijnlijk nog korter dan die van een blessuregevoelige sporter.

De lachende derde is een boek over Jan Peter Balkenende. Deze man was minister-president ooit, van een hele reeks Nederlandse kabinetten aan het begin van de eenentwintigste eeuw; die allen voortijdig vielen.

En het tijdperk Balkenende lijkt nu al einden terug te liggen, ondanks dat deze bundel van Peter Middendorp toch pas eind 2009 uitkwam. Sindsdien is er ook nogal wat gebeurd. De ontwerpfout in de euro werd tamelijk genadeloos blootgelegd en zorgt thans voor crisis. En er kwam een kabinet waaraan een partij deelnam die een groot deel van Grondwet en daarmee de rechtstaat wou afschaffen. Voor een beperkt deel van de bevolking dan.

Ook dat kabinet is ondertussen alweer weg.

Bij het lezen over Balkenende zit mij ongetwijfeld in de weg dat er geen politiek partij is waaraan ik een groter hekel heb dan het CDA — gehuichel, gekuip, en genever — en dat er tijdens mijn leven geen slechtere minister-president is geweest dan hij. Al dingen nog wel meer partijen en meer premiers naar deze titels.

Balkenende is allereerst een sprekend pak, volgegoten met clichès die hij opdeed bij de gristelijke jongemannenvereniging. Een man die op alle vragen een dooddoener wist die niets met de vraag van doen had.

Balkenende was een regent van het type ‘regeren is vooruitschuiven’. En als hij wel een beslissing durfde te nemen, deugde die niet.

Balkenende is namelijk een man die op normen en waarden hamerde, meende dat deze zaten in het spreken met twee woorden, maar die doodleuk zelf een illegale oorlog tegen een autonoom land mee hielp plotten. En daarmee naar de letter van het Volkerenrecht de grootste misdaad denkbaar pleegde; en dus een oorlogsmisdadiger is.

Dus vond ik De lachende derde enerzijds prachtig, omdat Middendorp als geen ander weet te tonen dat Jan Peter Balkenende een lul met vingers is.

Terwijl het simpel lijkt wat de auteur deed. Ga gewoon in de buurt staan als je onderwerp ergens komt, en beschrijf hoe hij zich dan gedraagt. Stap zijn werkkamer binnen en beschrijf wat je ziet.

Middendorp bundelde grotendeels columns uit dagblad De Pers in dit boek. Maar ook ging hij op onderzoek naar Balkenende’s Zeeuwse wortels, en reisde hij daartoe af naar Kapelle-Biezinge. Veel nieuwe feiten leverde dat niet op. Behalve dan dat de geslotenheid van een gemeenschap over éen van zijn bekendste zonen impliciet informatie geeft.

Meest opvallende onthulling uit het boek is overigens dat Jan Peter Balkenende als minister-president zijn handen niet thuis kon houden, en telkens de billen bevoelde van de jonge vrouwen die op recepties bij hem kwamen staan. Tegelijk beschrijft Middendorp in dit boek hoeveel spijt hij kreeg dit gemeld te hebben. Zelfs al weet iedereen in Den Haag dat de premier een aanrander is, als alleen een columnist dit durft te melden, en de rest van de journalisten daar over zwijgt, bestaat het hele feit domweg niet. Wel staat de columnist vervolgens overal buiten. De scoop maakte Middeldorp er helemaal tot dorpsidioot.

Dat Jan Peter Balkenende ooit minister-president werd, was grotendeels toeval, zo zullen de historici later schrijven. Eerst was er het merkwaardige gegeven dat de CDA in de oppositie zat, terwijl die partij al de macht in Nederland had sinds Noach de Ark uitscheepte. En bij een interne strijd om het lijsttrekkerschap bleek Balkenende ineens die lachende derde waar iedereen wel mee leven kon; waar de twee bekendere kandidaten de partij te veel polariseerden.

Vervolgens kwam Pim Fortuyn op, en die richtte al zijn woede op de partijen die aan de macht waren. Werkelijk stom toevallig was het CDA daar eens niet bij. Dus richtte zich na de moord op Fortuyn vervolgens ook alle volkswoede tegen iedereen behalve het CDA. En daarmee werd deze kwijnende partij nog eenmaal de grootste.

Maar vermoedelijk zullen historici de economische crisis van begin 21e eeuw interessanter vinden. En willen weten hoe de politieke verstarring ontstond waarin zo’n idioot systeem als de Europese muntunie boven alles heilig werd verklaard; zelfs al ontstond daardoor grote stagnatie waar dit niet had gehoeven.

De meest significante vraag voor mij die dit boek oproept — voor de zoveelste maal — is evenwel wat er in hemelsnaam deugt aan een politiek systeem dat een Jan Peter Balkenende oplevert als leider van het land. Want weliswaar heb ik gekankerd op die man, en wist Peter Middeldorp hem vrij grondig als sukkel af te schilderen, maar er zijn nog zo veel meer mannetjes en vrouwtjes van dat hopeloos middelmatige slag actief in Den Haag.

Peter Middendorp, De lachende derde
167 pagina’s
Prometheus, 2009

Lange Poten ~ Peter Middendorp

Geen betere journalist dan de parlementair journalist. Zo schijnt het althans in het vak beleefd te worden, wonderbaarlijk genoeg. Ik heb daar werkelijk nooit iets van begrepen. Om een goed journalist te zijn, zou je juist alle contact met politici moeten vermijden, zo lijkt me. En slechts verslag moeten doen van wat politiek beleid in de praktijk uithaalt; en dan liefst met de redenen daarbij waarom.

Peter Middendorp moet dezelfde verbazing als ik hebben gehad. Zij het dan dat hij op onderzoek uitging om te kijken hoe het werkelijk is in Den Haag.

Van deze haast antropologische speurtocht naar de zeden en gebruiken op Het Binnenhof doet hij vanaf 2007 dagelijks verslag in dagblad De Pers. In deze bundel is het beste opgenomen wat het eerste jaar aan waarnemingen opbracht, toen zijn rubriek ‘Vreemdeling in Den Haag’ heette.

Middendorp’s columns winnen duidelijk bij bundeling. Misschien komt dit simpelweg omdat ze éen gemeenschappelijk onderwerp hebben. Dat thema wordt het duidelijkst samengevat in de column ”Koket’:

Laatst moest ik een titel bedenken voor de bundeling van deze stukjes. Ik stelde de uitgever voor de titel van de rubriek te handhaven, hij mailde terug dat Cees Veerman, de voormalige Landbouw-minister, een boek ging uitgeven met de titel: Een buitenstaander in Den Haag.

Koketterie is bij een ander gemakkelijker te doorzien dan bij jezelf; ik begon de kritiek te begrijpen. Iedereen afficheert zich hier als buitenstaander, tot ministers aan toe.
[…]
Kennelijk voelt iedereen aan zijn water dat er iets op het Binnenhof zodanig niet deugt dat je er maar beter gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor kunt dragen. Als iedereen verantwoordelijk is, is niemand het. [140]

Wellicht scheelde het ook dat Peter Middendorp naar Den Haag trok toen daar niet zo veel gebeurde. Het zoveelste kabinet Balkenende was aangetreden; en diens partij heeft al zolang de macht dat die weet hoe het loont om niets te doen.

Regeren is vooruitschuiven.

Nu ja, doordat Balkenende zo gul de illegale inval in Irak steunde, bleek dat het niet altijd loont om blind de zijde te kiezen van de machtigste instantie voorhanden.

De rust in Den Haag gaf Peter Middendorp de ruimte om te observeren. Maar verbazingwekkend genoeg stonden de kanten toch alle dagen vol met politiek nieuws, ondanks dat er niets aan de hand leek. Sterker nog, hoewel Middendorp trouw alle Kamervergaderingen afliep, moest ook hij uit de krant vernemen, wat er precies speelde.

Dus wordt de lezer geïntroduceerd in het geheim van Nieuwspoort. Dat is de journalistensociëteit waar verslaggevers en politici vrolijk mengen, in de zekerheid dat niets wat in Nieuwspoort gebeurt naar buiten zal komen.

Middendorp doet dit toch. Of althans, hij herhaalt een vuige roddel van de CDA-parlementariër ‘Vieze Jan’ in de krant, zonder daarbij namen te noemen. Maar anderen vulden daarbij later de details in; dus werd hij als bron gezien. Daarom ook werd Middendorp berispt door Max van Weezel; in naam journalist bij het opinieblad Vrij Nederland, maar ook de voorzitter van de sociëteit; misschien niet toevallig omdat zijn schoonvader Herman Bleich die club nog heeft opgericht.

Na nog een latere aanvaring gaat Middendorp zijn columns tijdelijk alleen over Max van Weezel schrijven. Mede omdat hem inmiddels is opgevallen hoe vuig de coterietjes zijn tussen pers en politiek.

In zijn hoedanigheid als Nieuwspoortvoorzitter probeert Max van Weezel journalisten buiten te sluiten zodra die stukken schrijven die niet goed vallen bij politici van CDA en PvdA. [216]

Het werd op boeklog al te vaak opgemerkt; wie kritisch over politici durf te schrijven, verspeelt hen direct als bron. En dat is dan weer zonde van al die uren netwerken in Nieuwspoort en de omringende Horeca.

En wie goed is met de macht, en eens als eerste een proefballonnetje van een machthebber mag oplaten, krijgt vanzelf ook autoriteit. Als de Nederlandse parlementaire pers dus iets uitstraalt, dan wel dat het mogelijk is om geëngageerd te lijken, zonder dit te zijn. Wat meteen mijn diepe hekel verklaart, aan wat mij alle dagen voorgeschoteld wordt als nieuws.

Meest verbazingwekkend aan Lange Poten was daarom voor mij niet wat Middendorp aantrof, maar dat hij gebleven is na dat eerste jaar; en nog dagelijks een column vult over schijn en werkelijkheid in het zogenaamde centrum van de Nederlandse macht.

Maar hij is voor mij onmisbaar aan te worden, in die rol. Nadat ik wel degelijk mijn bedenkingen had, die eerste maanden.

Peter Middendorp, Lange Poten
Een jaar lang vreemdeling in Den Haag

295 pagina’s
Prometheus, 2008