Bedelaar en andere verhalen ~ Fernando Pessoa

Lezen moet me niet met verplichtingen opzadelen. Alleen kan ik daar niet altijd onderuit.

Om mijn grote liefde voor éen boek van Fernando Pessoa, en dan ook nog een verouderde editie daarvan, kan ik het niet maken om de rest van zijn oeuvre te negeren. Zelfs al levert niets daarvan de beleving op die Het boek der rusteloosheid bracht.

Pessoa [1888 — 1935] heeft zichzelf nu eenmaal in tientallen auteurs opgesplitst, allemaal met een eigen naam, om die heteroniemen dan ook nog allemaal een biografie mee te geven en een eigen manier van schrijven.

Kwamen sommige van de twaalf verhalen in de dit decennium samengestelde bundel, honderd jaar na het schrijven, alleen wel met de mogelijkheid dat Bernardo Soares daar de beoogde auteur van kon zijn geweest. En deze Soares, een hulpboekhouder, is nu net de stem die Het boek der rusteloosheid draagt.

Ik moet ook toegeven, heel soms, een regel of wat, brachten de formuleringen even een vage echo naar hoe Soares zijn redeneringen heeft opgezet in Het boek der rusteloosheid.

De meeste van de opgenomen verhalen zijn namelijk ook betogen, of beter de monologen van een type aan de marge van de samenleving die daarin dan de ruimte neemt om zijn persoonlijke ideeën uit te leggen; als dat al geen hele filosofieën zijn.

Slechts eenmaal is de stem aan het woord die van een vrouw; die daarbij uitlegt waarom ze haar man heeft vermoord.

Toch passeert dit boek zonder iets na te laten. En niet eens omdat nogal wat verhalen nooit afgerond zijn door Pessoa — juist de schetsen van iets kunnen interessanter zijn dan een voltooid eindproduct.

Voor een deel zal dit door de afstand in tijd komen. Er is vrijwel geen fictie van voor 1920 waarin ik zonder meer verdwijnen kan. De stilering en de hele opzet van zulke teksten laten me nooit vergeten dat ik iets aan het lezen ben dat iemand manmoedig bedacht heeft ooit.

Evenmin lukte het de schrijver om enige interesse op te wekken in de door hem bedachte personages. En het wil nogal eens schelen als het lezen de vraag oproept hoe het toch verder zou gaan met iemand in een verhaal.

Als de kennismaking met een schrijver verloopt via iets moois, dan bestaat er als vanzelf goodwill voor alle andere tekst van of over hem vanzelf. Dus is de kans groot dat ik ook een volgende postume uitgave van Fernando Pessoa weer lezen zal. Er zijn nu eenmaal tienduizenden manuscripten, waar nijver orde in wordt aangebracht, door de Pessoa-industrie.

Maar de verwachting ooit nog iets zo overweldigends te lezen te krijgen als Het boek der rusteloosheid me bij eerste kennismaking bracht, die is er al lang niet meer.

Fernando Pessoa, De bedelaar en andere verhalen
Vertaling en voorwoord door Harrie Lemmens

144 pagina’s
De Arbeiderspers, 2013
vertaling van: O Mendigo e Outros Contos, 2012

Boek der rusteloosheid | 1990 ~ Fernando Pessoa

Het was raar om te ontdekken dat éen van mijn lievelingsboeken er maar toevallig zo uitziet. Omdat alle tekstfragmenten erin ook anders geordend kunnen worden. Ik legde dit hier al eerder uit.

versie 1990

Pessoa zelf had er waarschijnlijk nog weer een ander boek van gemaakt dan al die deskundigen deden na zijn dood. Eentje dat veel dunner was geweest.

Daar is ook wel wat voor te zeggen. Fragmenten in dit boek overlappen elkaar. Ik dacht dit altijd al, maar ben daarin bevestigd door die nieuwe bewerking, waarin soms de varianten op hetzelfde idee gewoon achter elkaar zijn gezet.

En toch. Er staat ook weer geen bladzijde te veel in deze versie uit 1990, die nu ten onrechte is vervangen door een andere. Op alle pagina’s staat wel iets dat het verdient om geciteerd te worden. Het boek der rusteloosheid is een melancholiek meesterwerkje.

Auteur van dit boek is zogenaamd de hulpboekhouder Bernardo Soares; een afgeleide ander van de schrijver Fernando Pessoa. Zoals hij er wel meer schrijvende personages verzon. Maar van alle heteroniemen stond Soares misschien het dichtst bij hem, zij het dat die een stuk minder ambitieus was.

Soares had aan de binnenstad van Lissabon genoeg, en zijn dromen. Al zegt hij dat natuurlijk ook om zich groot te houden.

Ik kan niet lezen, want mijn vlijmscherp kritisch gevoel onthult enkel gebreken, tekortkomingen, mogelijke verbeteringen. Ik kan niet dromen, want ik voel de droom zo levendig dat ik hem vergelijk met de werkelijkheid en onmiddellijk merk dat hij niet werkelijk is; en zo verdwijnt zijn waarde. Ik kan me niet vermaken met de onschuldige beschouwing van de dingen en de mensen, want onvermijdelijk ontstaat de behoefte om te doorgronden en daar mijn belangstelling niet zonder die behoefte kan bestaan, sterft zij weg of droogt zij uit. [154]

Misschien moet dat mijn conclusie dan maar zijn. Dat Het boek der rusteloosheid als geen ander boek illustreert wat het voor iemand betekent om te beseffen intelligent te zijn, zonder daar iets mee te kunnen aanvangen. Terwijl er de hele tijd wel de wetenschap is dat zo’n kwaliteit met verplichtingen komt.

Ik schrijf als iemand die slaapt en mijn hele leven is een te tekenen kwitantie [169]

wordt vervolgd

Fernando Pessoa, Het boek der rusteloosheid
Keuze en nawoord Harrie Lemmens

356 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers, Privé-domein, 1990
Vertaling van Livro do Desassossego

Boek der rusteloosheid | 2006 ~ Fernando Pessoa

Zelden heb ik zo naar iets uitgekeken als naar de publicatie van deze nieuwe versie van het Livro do Desassossego in het Nederlands. Eén van mijn lievelingsboeken herzien, en ook nog eens aanmerkelijk uitgebreid. Wat kan er mooier zijn?

versie 2006
versie 1990

Het zegt al veel dat deze bespreking nu pas verschijnt, en niet toen het boek uitkwam, veel eerder dit jaar. Want, het lukte me maar niet om erin te komen bij te lezen.

Dat was opvallend, want bij de oervertaling uit 1990 gebeurde iets heel anders. Ik leende dat boek toen uit de bibliotheek, zonder ooit van de schrijver Pessoa gehoord te hebben. Maar die vertaling was in de reeks Privé-Domein verschenen, en op dat autobiografische lezen was ik toen nogal verzot.

Vijf minuten nadat ik in de oerversie begonnen was, ging ik het huis weer uit om het boek in de boekhandel te kopen. Ik moest het per se hebben. Maakte niet uit hoeveel het zou kosten.

Die oude versie van Het boek der rusteloosheid bracht me éen van de meest intense leeservaringen die ik ooit heb gehad. Op bijna elke pagina stond wel iets dat me raakte. Geheel tegen mijn natuur in moest ik dat boek constant wegleggen bij het lezen, om niet overvoerd te worden.

Het hoge woord moet er daarom nu maar uit, in de nieuwe bewerking is het boek totaal verneukt. Met de beste bedoelingen ongetwijfeld, en vast door iemand gedaan die er lang voor doorgeleerd heeft. Maar de keuze om alle fragmenten in volgorde van ontstaan te brengen, is fundamenteel fout. Zo wordt alleen de werkwijze van de schrijver zo goed mogelijk geïmiteerd. Maar het is nu net absoluut geen wet dat een auteur een boek begint op pagina éen, met de allereerste zin van het eerste hoofdstuk. Zeker niet als die zolang met een boek bezig is geweest als Pessoa in dit geval.

Alle opbouw en ritme mist, voor mij.

Toelichting voor wie het werk van Pessoa niet kent: het Livro do Desassossego is een postuum werk. Het verscheen pas in 1982 voor het eerst, terwijl de schrijver stierf in 1935. Wel had hij publicatie nog tijdens zijn leven aangekondigd. Alleen was er geen manuscript. Pessoa liet een kist na met 27.543 papieren, waarvan enkele honderden betrekking hadden op dit boek. Zelf had hij daaruit alwel een gedeelte uitverkoren. Maar de rest is uit die hoop geselecteerd door latere bewerkers.

Daarom bestaan er zeer verschillende versies van dit boek. En dit geval, in deze editie, bevallen de keuzes die daarbij gemaakt zijn mij totaal niet.

Het lijkt me onder meer dat er heel wat variaties op een en dezelfde tekst zijn opgenomen. Schrijven is tenslotte ook telkens beslissen welke richting een betoog moet uitgaan, en iedere schrijver zal daarom wel eens even op zijn schreden terug iets anders willen uitproberen.

Ook worden in dit boek worden gepolijste fragmenten, die elders al eens gepubliceerd zijn, afgewisseld met schetsen en aanzetten. En met de volledigheid van het gebodene moet ik dan misschien blij zijn, toch irriteert die enkel maar.

Enfin, zoveel woorden al geschreven, en nog niets gezegd over waarom de inhoud me ooit zo veel deed. Ik kom hier nog op terug.

wordt vervolgd

Bernardo Soares (Fernando Pessoa), Boek der rusteloosheid
649 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers © 2005
Vertaling van de Zenith-editie van Livro do Desassossego © 1998
Vertaler: Harrie Lemmens


Book of Disquiet ~ Fernando Pessoa

eerder in deze reeks

Dit is de derde keer al deze zomer dat ik hetzelfde boek bespreek, maar opnieuw las ik een andere bewerking. En deze is me waarschijnlijk het liefst. Al zie ik tegelijkertijd de beperkingen van deze Engelse versie wel.

Karel van het Reve signaleerde indertijd dat de kwaliteit van vertalingen naar het Engels nogal eens tegenvalt. Er wordt niet zelden van alles weggelaten, of versimpeld. ‘Doing a job for Reader’s Digest’, zo vatte hij dit verschijnsel samen.

Tegelijkertijd heeft het Engels wel als nadeel dat er veel minder afgewisseld kan worden tussen met passieve en actieve zinsconstructies dan in veel andere talen gewoon is. Dat is ook éen van de basisfouten die Nederlanders altijd maken, als ze in die taal moeten schrijven. Weliswaar kiezen ze meestal de juiste Engelse woorden wel, maar wordt vergeten dat in de grammatica andere gewoonten gelden. Daardoor schrijven ze te veel in de lijdende vorm, wat meestal net te plechtig overkomt.

Heel diepgaand is mijn kennis van het Portugees niet. Maar ik denk dat Pessoa zijn alter ego Bernardo Soares in dit boek weleens bewust laat schrijven als de hulpboekhouder die hij is. In die lijdende vorm, met net iets te grote afstandelijkheid, en een iets te formele stijfheid in de formulering.

Valt het des te meer op, als hij daar van afwijkt.

En juist die subtiele kleuring gaat heel makkelijk bij het vertalen verloren. Volgens mij is Pessoa veel meer hulpboekhouder in de Duitse vertaling, Das Buch der Unruhe, dan in alle andere vertalingen.

In het Engels wordt alles zonder meer actiever, al was het maar door de afkeer van passieve vormen in die taal, en dat heeft een verfrissende uitwerking op het boek. Want, het is misschien maar goed dat het Livro dos Desassossego pas in 1982 voor het eerst werd uitgegeven, 47 jaar na het overlijden van de schrijver. Anders hadden de hippies het vast als bijbel geannexeerd. De verheerlijking van de passiviteit, de nadruk op de waarde van dromen boven leven in het boek, is met een gekleurde bril op ook te lezen als een aanmoediging om in de roes te blijven hangen die een verdovend middel brengt.

‘Tune in. Drop out.’

Maar waarom vind ik deze Engelse versie, ondanks de vermoede gebreken, dan verder nog beter als de Nederlandse vertaling uit 1990? Of die uit 2006?

Dat komt door de keuze van de fragmenten.

Terwijl vertaler Alfred Mac Adam zich op dezelfde oerversie baseert als Harrie Lemmens in 1990 deed, missen in die eerste Nederlandse vertaling heel wat stukken die voor mij tot het mooiste behoren van wat Pessoa ooit schreef. Neem nu dit fragment:

We commonly give the color of our notions of the known to our ideas of the unknown: we call sleep death because it outwardly resembles sleeping; if we call death a new life it’s because it seems like something different from life. Out of a few misunderstandings with reality we construct beliefs and hopes, and we live on the crusts, which we call bread, just like poor children who play at being happy. [24]

Dit ontbreekt in de 1990-versie.

En misschien heeft de 2006-editie dat tekstfragment wel, maar daarin zijn alle onderdelen weer herschikt in een ongelukkige chronologische volgorde, zoals ik eerder beschreef. Lemmens laat zijn herziene vertaling dan eindigen met:

Morgen zal ook ik – mijn ziel die voelt en denkt, het heelal dat ik voor mijzelf ben – ja, morgen zal ook ik iemand zijn die niet meer door deze straten loopt en die vagelijk door anderen in herinnering zal worden geroepen met de vraag ‘Wat zou er van hem geworden zijn?’ En alles wat ik doe, alles wat ik voel, alles wat ik beleef, zal niet meer zijn dan een voorbijganger minder in de alledaagsheid van de straten van een of andere stad. [497]

Waarop nog een hele hoop bijlagen volgen.

Dat is een einde. Misschien is het zelfs wel helemaal geen slecht einde. Maar fijn aan de 1990-versie was dat die een van de mooiste slotakkoorden heeft die ik ken. Al laat Lemmens zelfs dat boek er niet mee eindigen. Hij koos voor de frase:

… O Lissabon, mijn thuis.

Terwijl het fragment daarvoor luidt:

Ik heb op dit moment zoveel fundamentele gedachten, zoveel waarachtig metafysische dingen te zeggen, dat ik opeens moe word en besluit niet meer te schrijven, niet meer te denken, maar toe te laten dat de koorts van het uitdrukken me slaap geeft en ik met gesloten ogen al wat ik zou kunnen hebben gezegd aai als een kat. [349]

De Engelstalige versie van Mac Adam eindigt wel met die woorden:

I have at this moment so many fundamental thoughts, so many truly metaphysical things to say, that I suddenly get tired and decide not to write any more, not to think any more, but to allow the fever of speaking to make me sleepy, and with my eyes closed, like a cat, I play with everything I could have said. [270]

En typisch genoeg, omdat in het Engels dat ‘strelen’ zo ongelukkig wordt vervangen door ‘spelen’, vind ik de Duitse vertaling misschien nog wel het mooist. Ook vanwege de stameling die erin zit.

In diesem Augenblick kommen mir so viele fundamentale Gedanken, so viele wahrhaft metaphysische Dinge möchte ich mitteilen, daß ich auf einmal müde werde und die Entscheidung fälle, nicht weiterzuschreiben, nicht weiterzudenken, sondern geschehen zu lassen, daß mir Ausdrucksfieber Schlaf schenkt und ich mit geschlossenen Augen all das, was ich gesagt haben könnte, wie eine Katze streichele. [295]

Moet de voorlopige conclusie misschien toch zijn dat ik ook de Duitse vertaling nog eens dien te herlezen.

Fernando Pessoa, The Book of Disquiet
Composed by Bernardo Soares,
Assistant Bookkeeper in
The City of Lisbon
276 pagina’s
Exact Change © 1998
Vertaling Alfred Mac Adam © 1991

Buch der Unruhe ~ Fernando Pessoa

Herlezen kan een boek ook stuk maken, voor altijd. Als plots onbegrijpelijk wordt waarom het bij de eerste kennismaking wel goed leek, terwijl de gebreken nu toch overduidelijk zichtbaar zijn.

Bij Pessoa’s Livro do Desassossego geldt dan wel dat ik als lezer niet de enige ben die invloed heeft op hoe er naar het boek gekeken wordt.

Dit boek verscheen pas een kleine veertig jaar na de dood van de auteur. Postuum. Samenstelling vond plaats door anderen bovendien. Uit een verzameling schetsen en uitgewerkte teksten die Fernando Pessoa heeft nagelaten in een kist. Daardoor hebben de Portugese tekstwetenschappers die de losse tekstdelen wogen grote invloed op de inhoud van het boek — er zijn sinds 1982 dan ook verschillende versies verschenen. En dan piesen de vertalers er nog een keer overheen. Elk van de zes versies die ik heb van dit boek verschilt van inhoud, en zelfs in de volgorde waarin de inhoud wordt gepresenteerd.

De Duitse vertaling door Georg Rudolf zal éen van de eerste bewerkingen zijn geweest van dit Boek der rusteloosheid in een andere taal. En dat leverde niet mijn meest favoriete versie op van de zes. Om de inhoud dan.

Had Pessoa zelf nog gelegenheid gehad om zijn Boek der rusteloosheid samen te stellen, dan had de inhoud er nog weer anders uit gezien. Aanzienlijk korter waarschijnlijk. Er waren niet zo veel compleet uitgewerkte teksten waarover hij besloten had dat die er zeker in hoorden te staan.

Mijn persoonlijke versie zou waarschijnlijk ook niet heel dik zijn. Al staan er wonderbaarlijk mooie regels in alle versies van dit boek.

Het gaat alleen zo zeer om het evenwicht in dit fragiele werk. Klopt de balans niet in het totaal van het boek, en de angstige hulpboekhouder Bernardo Soares, die niet dorst te leven, en toch telkens aan het woord is, wordt een psychiatrisch geval. Deugt de samenstelling wel, dan is dit boek een melancholisch meesterwerkje, dat roezig maakt bij het lezen.

Al kan het best zijn dat ik dit boek overschat, omdat ik het op het perfecte moment kennen leerde; op de drempel van de volwassenheid, toen nog zo heel weinig zeker leek.

Mijn favoriete uitgaven samengesteld door iemand anders blijven dat Nederlandse deeltje privé-domein uit 1990, vertaald door Harrie Lemmens, en de Engelse versie van Alfred Mac Adam. Er zit een ritme in deze boeken, van versnellingen en vertragingen.

Deze Duitse interpretatie van het Boek der rusteloosheid leek me samengesteld door iemand die niet bijzonder goed lezen kan. En vanzelfsprekend ligt dit aan de aard van het boek. Met al zijn losse fragmenten.

Want zou een auteur zevenentwintig versies van het cruciale hoofdstuk 16 achter hebben gelaten, van een onvoltooide maar geniale roman, dan zouden tekstwetenschappers niet alle zevenentwintig pogingen achter elkaar hebben gezet in een postume romanuitgave.

Das Buch der Unruhe werd voor mij verpest doordat de vertaler juist veel van de meest verstilde passages achter elkaar plaatste. Dat heeft een nogal deprimerend effect. Tientallen pagina’s lang legt de ongelukkige hulpboekhouder Bernardo Soares daardoor uit dat hij enkel leeft in zijn hoofd. Dat dromen voor hem even werkelijk is als leven; nee werkelijker nog. En daarmee wordt de verteller van het boek een zeur.

Niet dat de overige passages in deze uitgave wel van een enorme dynamiek zijn. Maar juist dit boek verlangt dus ritme, en een subtiele afwisseling van toon.

Hoe nauw dit steekt bleek overigens al eerder, toen ik de uitgebreide Nederlandse vertaling uit 2006 ook al bijna onleesbaar achtte. Omdat die eveneens te veel minieme tekstvarianten achter elkaar had opgenomen; door het onnozele uitgangspunt wellicht dat elk van Pessoa’s woorden even heilig zou zijn.

Toch trof mij deze maal bij het lezen, dat overigens bijna acht maanden in beslag nam:

Weshalb schreibe ich eigentlich, wenn ich nicht besser schreibe? Doch was würde aus mir werden, wenn ich nicht schreibe, was ich zu schreiben vermag, so sehr ich dabei auch hinter mir selber zurückbleibe? Ich bin ein strebsamer Plebejer, weil ich Pläne zu verwirklichen versuche; ich wage es nicht zu schweigen, wie einer, der sich vor einem finsteren Zimmer fürchtet. Ich bin wie diejenigen, die die Ordensverleihung mehr schätzen als die Anstrengung und dem Ruhm im Pelz genießen.

[190]
scheiding

Man bringt mir den Glauben wie ein verschnürtes Bündel auf einem fremden Tablett. Man möchte, dass ich ihn annehmen, aber nicht öffnen soll. Man bringt mir die Wissenschaft wie ein Messer auf einem Teller, mit welchem ich die Blätter eines Buches mit weißen Seiten aufschneiden werde. Man bringt mir den Zweifel wie Staub in einer Schachtel; doch wozu bringt man mir die Schachtel, wenn in ihr nur Staub ist?

[478]
scheiding

Schreiben heißt vergessen. Die Literatur ist die angenehmste Art und Weise, das Leben zo ignorieren. Die Musik wiegt ein, die visuellen Künste belieben, die lebendigen Künste (wie Tanz oder Theaterspielen) unterhalten. Die erste jedoch entfernt sich vom Leben, weil sie aus ihn ein Traum macht; die zweiten hingegen enfernen sie nicht vom Leben — die einen, weil sie sichtbare und mithin vitale Formeln verwenden, andere, weil sie vom menschlichen Leben selber leben.

Das ist nicht der Fall der Literatur. Sie simuliert das Leben. Ein Roman ist die Geschichte dessen, was niemals gewesen ist, und ein Drama ist ein Roman ohne Erzählkunst. Ein Gedicht ist der Ausdruck von Ideen oder GeFühlen in einer Sprache, die niemand verwendet, denn niemand spricht sich in Versen aus.

[505]
scheiding
Fernando Pessoa, Das Buch der Unruhe
des Hilfbuchhalters Bernardo Soares

302 pagina’s
Fischer 1998, oorspronkelijk 1987
vertaling van Livro do Desassossego, 1982

Herostratus ~ Fernando Pessoa

Pessoa blijft voor mij de schrijver van éen boek, en een stuk of wat gedichten. Maakt niet uit dat uitgeverij De Arbeiderspers inmiddels een hele reeks werken van hem heeft uitgegeven. Daar zit niets bij dat hetzelfde niveau haalt.

Toegegeven, dat niveau is dan ook immens hoog.

Toch wilde ik Herostratus dan nog wel een keer lezen. Omdat onder deze titel een reeks fragmenten verzameld zijn die Pessoa schreef over zijn literaire voorkeuren. Al was de aanleiding voor de eerste tekst wat triest.

Succes had Pessoa nog niet gehad, toen hij zich toch eens de vraag stelde wat maakt dat literaire werken houdbaar blijven. Daarmee eigenlijk onderzoekend waarin hij misschien wel tekortschoot.

Aardigst aan dit boek vond ik een aantal eigenzinnige regels die Pessoa schreef, die zich als one-liners in het geheugen vastzetten:

Engeland vond de zee pas nadat men het had verteld waar die lag

undefined

Niemand gelooft in Adam en Eva, maar God is een punt van discussie

undefined

Het nageslacht, zei Faguet, houdt alleen van bondige schrijvers. Zeker, en een bondig aantal schrijvers ook. Te veel is te weinig.

Bovendien gaf Pessoa zijn critici, en daarmee ook mij, een veeg mee in het artikel ‘De zinloosheid van kritiek’.

Want hoe moet een criticus oordelen? Welke zijn de eigenschappen die, niet de oppervlakkige, maar de competente criticus maken? Kennis van vroegere kunst of literatuur, een door die kennis verfijnde smaak, en een onpartijdige en oordeelkundige geest. Alles wat minder is dan dat is fataal voor de waarachtige uitoefening van de kritische vermogens. Alles wat meer is dan dat is al creativiteit, en dus individualiteit, en individualiteit betekent egocentrisme, en een zekere onontvankelijkheid voor het werk van anderen. [97]

Fernando Pessoa, Herostratus
Over onsterfelijkheid en
vergankelijkheid van literaire werken

124 pagina’s
De Arbeiderspers 2003, oorspronkelijk 2000
vertaling en nawoord van August Willemsen

Hoge Woord ~ August Willemsen

Klachten heb ik niet, over Harrie Lemmens’ vertalingen van Het boek der rusteloosheid. En toch was het me wel zo lief geweest als een ander het had gedaan. Pessoa’s gedichten zijn namelijk meesterlijk vertaald door August Willemsen. En in deze essaybundel zinspeelde hij erop ook aan diens proza te willen beginnen.

In 1986 kon dat nog.

Tegelijkertijd geeft Willemsen aan dat Pessoa’s meesterwerk nu ook weer niet zo moeilijk te vertalen is. Het boek der rusteloosheid gaat over het leven zelf. Als er allemaal lokale toestanden in verwerkt waren, was het veel ingewikkelder geweest om over te zetten.

Nu heb ik Pessoa’s Livro do desassossego zelf in meerdere talen. En ik kan beamen dat die allemaal erg toegankelijk zijn. Toch verschillen de versies ook weer subtiel. Zelfs bij een letterlijke vertaling kan de keuze van een woord boven het andere al verschil aanbrengen. Das Buch der Unruhe lijkt alleen al door die keuze voor ‘onrust’ al een ander werk als Het boek der rusteloosheid, of The book of disquiet.

Punt is dat ik ook graag de boeken lees die August Willemsen zelf schreef. Zoals dit boek. Daardoor is hij me veel vertrouwder dan Harrie Lemmens, van wie ik verder niets weet.

En omdat Willemsen hierin ook nog uitlegt welke keuzes hij in zijn vertalingen maakt, neemt dat vertrouwen in hem alleen maar verder toe. Dus zal ik het idee blijven houden dat een van mijn lievelingsboeken nog mooier had kunnen zijn, als dat het nu is.

wordt vervolgd

August Willemsen, Het hoge woord
187 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers © 1994

Ode van de zee ~ Fernando Pessoa

Merkwaardig aan Fernando Pessoa blijft dat hij voor mij de man van maar éen boek is. Eén boek, een een stuk of wat gedichten. Hoe de Arbeiderspers tegenwoordig zijn best ook doet om het hele oeuvre uit te geven, de rest wil me maar niet smaken.

Dat ene boek is dan wel weer zo goed, dat ik er verschillende edities van heb.

Maar van deze ode begrijp ik niet dat die door dezelfde man geschreven kan zijn. Toegegeven, de schrijver Fernando Pessoa splitste zich in verschillende andere auteurs, elk met een eigen karakter en doel. Het boek der rusteloosheid werd zogenaamd door de hulpboekhouder Bernardo Soares geschreven. Dit lange gedicht dan weer kwam van ene Álvaro de Campos.

Dat is een sensationist: een ‘Walt Whitman met een Griekse dichter daar weer in’.

Dit betekent dat hij nogal schreeuwt in het eerste gedeelte van de ode over de zee. Hij jankt en snottert in het tweede. Er staan daardoor nogal wat uitroeptekens in de tekst.

Toegegeven, het gedicht was shockerend. Maar zelfs dat is dan nog shockerend voor 1915 in een zuidelijk zwaar Katholiek land.

Het enige dat ik er mee kan, is zo af en toe op gedragen toon een regel oplezen. Of een stuk galmende tekst pakken en mijn ‘stem van God’ oefenen.

Fernando Pessoa, Ode van de zee
91 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers © 1981
Vertaling door August Willemsen, van Ode Marítima
Tweetalige uitgave