Op het Noorden ~ J. Bernlef

► door: A.IJ. van den Berg

Bernlef kan vrijwel me niets schelen, en dat is raar. Hij vertaalt schrijvers die zeer de moeite waard zijn, en ook in zijn eigen boeken worden thema’s aangesneden die mij zouden moeten aanspreken.

Alleen ontbreekt er altijd wat in zijn werk. Er wordt iets in opgeroepen maar onvoldoende uitgewerkt. Het is het allemaal net niet.

Maar éen essay van hem moet ik eens in de zoveel tijd herlezen. Het heet ‘Voor gezien’, staat in de bundel Op het noorden, en Bernlef reageert daarin telkens weer op opvattingen over kunst die de Franse filmer Robert Bresson eens in een eigen boek heeft opgeschreven.

Het stuk was voor Bernlef een schrijfoefening, om het denken te stoppen en nu eindelijk weer eens iets te doen. En hij legt erin uit waaruit voor hem geslaagd verhalend proza bestaat. Wat moet verteld worden, welke details zijn van belang, en wat moet aan de verbeelding van de lezer worden overgelaten?

Niet alleen laat Bernlef hiermee in zijn schrijversreceptuur kijken, ook doet hij een poging om te beschrijven waar de schoonheid in hem zit. Die inspanning is zeer geslaagd, al was het maar omdat die mijzelf ook als literatuurconsument aanzet om te bedenken wat mij nu aanspreekt, en waarom.

En ach, dan staan er nog wat essays over diverse kunsten in dit boek, maar daar ging het me niet om.

J. Bernlef, Op het Noorden
Essays

240 pagina’s
Uitgeverij Querido, 1987


[x]