Proza 2 ~ Herman de Coninck

► door: A.IJ. van den Berg

Dit deel van De Coninck’s verzamelde proza bevat de boeken: Intimiteit onder de melkweg, De Vliegende keeper, het hier al eens besproken Cowboybroek van Maria Magdalena, en tot slot nog zo’n hondervijftig pagina’s met ongebundelde stukken.

Het is opnieuw een rijk geheel.

En nu, achteraf beschouwd, denk ik dat Herman de Coninck’s me vooral van nut is om mijn kennis over de Nederlandstalige poëzie te vergroten. Hij heeft simpelweg iedereen gelezen, en weet meestal heel goed uit te leggen wat zijn ideeën daarbij zijn.

Zoals wanneer hij een bepaald slag poëzieliefhebbers vergelijkt met mensen die voor tonnen aan geluidsapparatuur thuis hebben staan, maar zich niet interesseren voor de muziek die daarmee afgespeeld moet worden:

Ik vind Kouwenaar-aanhangers vaak een gelijksoortige, eenzijdige interesse hebben voor hun taalapparatuur. En luister nu eens wat dat geeft: met alle knopjes dicht! [753]

Deze twee bundels met proza zijn toch al heel rijk aan wijze zinnetjes. Ik moet me nu inhouden er niet veel meer te citeren:

Maar, zei hij [Gombrich], je kunt ook om veel verkeerde redenen niet van een kunstwerk houden.

Dat laatste is wat critici meestal doen.

Critici zijn namelijk beroepslezers. Dat is een deformatie. Lezen is nou net bedoeld om leuk te zijn en om nooit een beroep te worden. [485]

Mensen lezen geen boeken meer, maar boekenbijlagen, en geen essays, maar interviews erover. [817]

Als ik dan toch iets aan kritiek moet geven: een gedicht door hem besproken, is altijd beter dan hetzelfde gedicht los gelezen ergens in een bundel. De Coninck geeft aan sommige regels een meerwaarde die ik pas zie als hij mij erop wijst, enkel door ze te isoleren en er iets over te zeggen.

Maar misschien botsen hier wel gewoon twee manieren van lezen op elkaar. Lees ik gewoon meestal te snel, zoals bij de bespreking van het eerste deel van dit verzameld werk gememoreerd.

Herman de Coninck, Het Proza
Samengesteld en verantwoord door
Paul de Wispelaere, met medewerking van
Jeroen de Preter

Deel 2
863 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2000

[x]