Journaaljaren ~ Nico Haasbroek

► door: A.IJ. van den Berg

Elders op boeklog bespreek ik het jubileumboek van Ad van Liempt over 50 jaar NOS-journaal. Dat viel me tegen. Waarschijnlijk omdat het zo weinig zegt over wat het nieuws op televisie hoort te brengen.

Wie werkelijk iets wil begrijpen van de mogelijkheden en de beperkingen van het journaal, doet er veel beter aan om dit boek te lezen. Ook al zijn het dan memoires, geschreven door een oud-hoofdredacteur die werd weggestuurd door zijn redactie.

Maar Nico Haasbroek was ooit wel aangetrokken om de boel te verbeteren. En, zoals ik elders al schreef: nieuwsredacties zijn in Nederland doorgaans stilstaande poelen, zonder enige normale doorstroom. Alleen de padden die op dezelfde opgeblazen toon kunnen meekwaken zijn er welkom. Wee degene die vindt dat het troebele water er stinkt, en alles eens in beweging wil brengen.

Nog steeds worden er onnozele grapjes gemaakt aan het einde van het journaal, als de weerman of -vrouw van dienst wordt aangekondigd. Ondanks Haasbroek’s hekel daaraan.

Dan heeft een hoofdredacteur bij de NOS ook als probleem dat volkomen onduidelijk is wat zijn bazen willen; vanwege allerlei particuliere omroepbelangetjes. Het moet vreemd werken zijn in een organisatie waarin ieder voorstel tot verandering als vijandig wordt ervaren; als inbreuk op gevestigde structuren. Al lijkt dit tegenwoordig voor de hele publieke sector in Nederland te gelden.

Goed aan dit boek vond ik de beschouwingen over wat nieuws is. En dan zeker niet alleen omdat ik in Haasbroek een medestander vind van het besef dat TV nog zo dom gebruikt wordt om over de actualiteit te berichten.

Heel mooi is ook dat duidelijk Haasbroek onomstotelijk duidelijk maakt hoe blind het maakt om politiek correct te blijven denken. Of ook wel, hoe nieuwsorganisaties onderdeel van dezelfde machtsstructuren kunnen zijn die ze geacht worden kritisch te volgen. Terwijl kritiek nu net heel erg nodig is, op het moment.

Ik las het boek daarom in éen zitting uit.

Minder geslaagd vond ik de klefheid van de passages waarin Haasbroek de positieve reacties herdenkt die hij kreeg op zijn werk als hoofdredacteur. Ook al is te begrijpen dat die hoofdstukken geschreven moesten worden.

Nico Haasbroek, Journaaljaren
317 pagina’s
Uitgeverij Vassallucci © 2004


[x]


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden