Dwarfs ~ Harold Pinter

► door: A.IJ. van den Berg

Een roman heeft doorgaans egaal grijze pagina’s, waarop de tekst van links naar helemaal rechts loopt. Daardoor is goed te zien waar de beschrijving ophoudt, en een dialoog begint; want op zo’n moment wordt de rechterkantlijn rafelig.

Deze roman van Harold Pinter [1930 – 2008] — zijn enige poging in dit genre — heeft vrijwel steeds onregelmatige kantlijnen rechts. Hij schreef dit boek oorspronkelijk in de jaren 1952 — 1956; voor hij aan de toneelstukken begon die hem beroemd zouden maken. En in vorm, en aanpak, is dit meestal meer een toneeltekst dan een roman; zelfs al probeerde Pinter wel degelijk zo nu en dan eens beschrijvingen uit.

De dialogen bevatten ook de meest genietbare stukken tekst.

The Dwarfs gaat over vier jonge Londenaren, begin jaren vijftig, op hun gang om volwassen te worden in een tijd die zo veel ouder is als zij. Tussen hen in staat de lang onuitgesproken rivaliteit van Mark, een jonge toneelspeler, en de kantoorklerk Peter. Omdat Peter het uiteindelijk met Virigina doet; die Mark’s vriendin is. Het vierde personage heet Len, en hij brengt prettig wat verbeeldingskracht het boek in.

Literatuurbeschouwers zien The Dwarfs als een voorafschaduwing van Pinter’s latere succeswerk. Ik weet dat niet. En kan dat ook niet weten. Ik weet niet eens of ik Pinter’s eerste stukken ooit anders gelezen heb dan in de vertaling van Gerard Reve.

Het lezen van deze roman bleef voor mij daarmee het bekijken van een literair curiosum. Pinter’s talent voor het schrijven van intrigerende clausjes blijkt er overduidelijk uit. Maar inhoud wordt vrijwel altijd versterkt door verpakking, en daarmee vorm. En aan vorm, en dus beheersing, mankeert er wel wat aan dit boek.

Harold Pinter, The Dwarfs
A Novel

183 pagina’s
Faber and faber, 1990

[x]opgenomen in het dossier: