Alphabet for Gourmets ~ M.F.K. Fisher

► door: A.IJ. van den Berg

Lezen levert vooral ander lezen op. Bij mij tenminste. Ik schrijf ook nog weleens wat, geïnspireerd door al het gelezene. Maar boeken veroorzaken vooral belangstelling voor andere boeken. En goed, boeken bieden ook een aangename mogelijkheid om door de tijd te komen.

Uitzonderlijk is het als lezen iets meer doet. Zelfs al zijn hele genres bedoeld om wel iets bij het publiek op te roepen. Porno deugt niet als die niet geil maakt. Een thriller of detective faalt als de lezer het boek weg legt voor de ontknoping bekend is

Toch maken boeken over eten, zelfs als dit kookboeken zijn, me zelden hongerig. Misschien alleen al omdat een memorabele maaltijd begint met de kwaliteit van de grondstoffen; en bereiding er weinig aan veranderen kan dat de meeste levensmiddelen uit de supermarkten hier nauwelijks smaak bezitten.

Dus is het een grote kwaliteit als de schrijver er wel in slaagt om nieuwsgierigheid op te wekken, naar hoe iets zou proeven.

In Mark Kurlansky’s bloemlezing Choice Cuts las ik slechts twee auteurs die me intrigeerden om wat zij over voedsel schreven. Eén kende ik al, de andere was Mary Frances Fisher [1908 – 1992].

Fisher heeft in haar leven meer boeken geschreven dan alleen die over eten. En als ze over eten schreef, gaat dit tegelijk om meer. Om wat goed leven is, bijvoorbeeld. Over cultuur. Over geschiedenis.

Zo’n boek als dit, dat een verzameling van artikelen op trefwoord is, bevat ook wel wat recepten. En hoewel enige daarvan me zeker interesseren — rode wijn inkoken om een smakelijker hamburger te krijgen? — zijn die recepten bijzaak. An Alphabet for Gourmets behandelt zo veel zaken meer. Al zijn die niet allemaal even makkelijk na te vertellen. Veel van de charme van de lemma’s in dit boek zit in Fisher’s stijl van schrijven, en in haar eigenzinnigheid.

Zo gaat het essay ‘P is for Peas’ over het genoegen om de bonen te eten die je zelf hebt geplant. Tegelijk wordt dat hele onderwerp terloops afgedaan in een beschouwing over het leven voor de oorlog in Zwitserland; en krijgt het onbetekenende juist daardoor extra betekenis.

De kwaliteit van dit boek zit niet in het minst in de onnadrukkelijkheid.

Want, hoewel éen hoofdstuk gaat over het vreemdste dat mensen claimen ooit gegeten te hebben, en dit zeker humoristisch is, rijst daarmee ook het besef dat Fisher veeleer telkens een ode brengt aan de kwaliteit van het normale.

De kwaliteit van de maaltijd hangt evenzogoed af van het gezelschap, en de ambiance. Dit maakt het begrijpelijk als Fisher opmerkt liever niet uit eten te gaan.

Tegelijk is het voor ons al niet meer mogelijk zo te eten als zij. Door het al gesignaleerde gebrek aan smaak van supermarkteten. Door de permanente terreur van de gezondheidsmafia, die telkens met nauwelijks bewezen claims komt over wat verkeerd is, en wat niet [en zich nooit excuseert als bijvoorbeeld het verhaal over cholesterol, en eieren, toch minder simpel is dan zij zo stellig dicteerden]. En dan zijn er de zelfbenoemde dierenvrienden nog, die het liefst zouden zien dat iedereen meteen veganist werd.

Goed, Mary Frances Fisher geeft ook wel wat adviezen. Maar die betreffen vooral haarzelf. En een opmerking als dat ze gek is op chips, maar die zelden eet, omdat je daar zo dik van wordt, is ook eerder een bekentenis die haar een medemens maakt, met zwakheden, dan iets anders.

M.F.K. Fisher, An Alphabet for Gourmets
215 pagina’s
North Point Press 1989, oorspronkelijk 1949

[x]