Geen tijd ~ H.J.A. Hofland

► door: A.IJ. van den Berg

Studie van de geschiedenis levert de beoefenaren soms aardige inzichten op in wat nu typisch menselijk is. Zo bestaan er uitspraken die altijd, in alle culturen terugkomen, terwijl iedereen toch telkens denkt daarmee iets unieks over de eigen tijd te hebben gezegd.

Eén zo’n idée reçue is dat de studenten nu dommer zijn dan vroeger. Alleen wisten de oude Grieken dit ook al zeker. En het moet gezegd, vooruitgang heeft de mensheid sinds die tijd op geen enkel terrein meer geboekt.

Zo’n ander cliché is dat mensen het steeds drukker hebben. In elk geval hebben ze nergens meer tijd voor.

Het was daarom goed eens een verhandeling te lezen over dit verschijnsel die dateert uit 1955. Mede omdat op het moment een idée reçue is dat er geen saaier en langzamer decennium heeft bestaan dan de jaren vijftig van de vorige eeuw.

Een toen nog jonge H.J.A. Hofland wist wel beter. Elke stedeling zou ook toen desgevraagd hebben toegegeven gekweld te worden door een gebrek aan tijd.

Onze tijd is bezeten door een enorme haast. Wij rennen als windhonden achter een kunsthaas aan. [29]

Dit boek biedt geen verrassingen voor wie weleens iets meer van Hofland heeft gelezen. Hoogstens is opvallend dat hij zich sinds 1955 niet meer ontwikkeld heeft. De overpeinzingen in Geen tijd doen aan die van S. Montag denken; maar dan wat omslachtiger geformuleerd. En Hofland’s neiging om de wereld te verklaren vanuit alles wat gangbaar is of gedacht wordt in Amerika, kwam ook toen al opvallend naar voren.

Memorabele constateringen leveren zijn inspanningen evenwel niet op; tenzij hij iemand anders citeert. Terwijl het toch ook niet vervelend is wat hij schrijft.

Opmerkelijke maar tegelijk verborgen constante in dit boek is dat al die drukte toch ook wel nut heeft, volgens Hofland. Zie hoe onze productiviteit stijgt. Zie ook hoe de kwaliteit van wat we doen beter wordt.

Voorwaarts dus.

Sneller nog.

H.J.A. Hofland, Geen tijd
Op zoek naar de oorzaken
en gevolgen van
het moderne tijdgebrek

147 pagina’s
Scheltema & Holkema, 1955

[x]