Which Lie Did I Tell? ~ William Goldman

► door: A.IJ. van den Berg

Ome Bill vertelde verder. Zeventien jaar na de eerste ronde. En nog weer wat wijzer geworden over de mores van de filmindustrie.

Zo bekent hij nu dat Adventures in the Screen Trade geschreven werd tijdens een periode dat hem helemaal geen werk werd aangeboden. Zijn medewerking aan de film A Bridge Too Far had hem voor zeven jaar buitenspel gezet. Die film was gewijd aan een totale mislukking, in een oorlog die de Amerikanen nochtans hadden gewonnen. Alleen daar kon de kritiek in de VS al niet mee omgaan.

Maar alles kwam weer goed. Er zijn nieuwe films waaraan hij mee heeft gewerkt, en die besproken konden worden.

En Goldman gaat dan bijvoorbeeld dieper in op wat de waarde van een idee is. Zijn idee. Zo werd hij ingehuurd om het script van de film Twins te redden. En zijn voornaamste bijdrage daaraan was zijn voorstel om de moeder van de twee zo verschillende jongens nog in leven te laten zijn.

Twins bracht miljoenen op. Goldman’s bijdrage als scenariodokter aan de film Chaplin was even miniem, en schijnbaar toch net zo cruciaal. Die film flopte overal.

Voor een groot deel volgt Which Lie Did I Tell hetzelfde sjabloon als Adventures in the Screen Trade. Er zijn algemene anekdotes over Amerikaanse de filmindustrie, daarop volgt een uitgebreide behandeling van enkele films waarvoor Goldman het scenario schreef, en ook dit boek besluit met een origineel script, waarover dan enkele professionals hun mening geven. Nieuw is dat hij enkele klassieke filmscènes van anderen bespreekt, die hij geniaal vindt.

Het zal door zulke boekgedeelten zijn, dat iemand in de blurb enthousiast schrijft dat je beter Goldman kunt lezen, dan jaren naar de filmacademie gaan.

Ik vind dat ietwat onzinnig.

Toegegeven, Goldman heeft absoluut veel te leren over film. Al zijn veel van zijn wijsheden vrij algemeen bekend.

Ik vond aan zijn beide boeken alleen het interessantst wat hij onbedoeld blootlegde; zoals dat het maken van een film een collectieve inspanning is, en tegelijk de experts op de verschillende gebieden niet of nauwelijks met elkaar overleggen. En dus niet profiteren van elkaars kennis.

Deze boeken las ik in de eerste plaats om de anekdotes, en in de tweede plaats om wat Goldman over het schrijven te zeggen zou hebben. Hij heeft namelijk zowel romans geschreven die bestsellers werden, als Oscars gewonnen voor zijn scenario’s.

En de voornaamste wijsheden die dit opleverde gaan toch weer over film, en wat dit medium allemaal niet kan; doordat de tijd waarin iets zich afspeelt zo vaak de werkelijke tijd is die er voor staat.

Boekauteurs kunnen heel handig samenvattende zinnetjes schrijven. Scenarioschrijvers moeten wel Hollywood-tijd introduceren, omdat alles in het beeld moet dienen om het verhaal van extra uitleg te voorzien. Dus ontstaan er van die clichés, zoals dat iedereen altijd direct kan parkeren bij de plaats die bezocht wordt, er meteen een taxi aan komt rijden als er éen nodig is, of als de televisie aanstaat in een film daarop altijd iets wordt uitgezonden dat nuttig is voor de personages.

Toch kan geen film zonder deze samenballingen. Zou de zoektocht om een parkeerplaats wel in beeld worden gebracht, dan betekent dat allereerst dat de regisseur niets beters te vertellen heeft…

William Goldman, Which Lie Did I Tell?
More Adventures in the Screen Trade

486 pagina’s
Bloomsbury, 2000

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden