Soccernomics ~ Simon Kuper & Stefan Szymanski

► door: A.IJ. van den Berg

Voetbal is op het moment voornamelijk emotie. Al lijkt me deze dagen ook onontkoombaar dat iedereen iets wil verdienen aan de voetballiefde van een ander. Komt er een internationaal toernooi waaraan het Nederlands elftal mee doet, dan is de toch al zo schreeuwerige kleur oranje ineens overal onprettig aanwezig.

Elke aankoop in een winkel gaat dan vergezeld van de vraag of ik er voetbalgerelateerde tinnef bij blief. En die ellende begint al weken van tevoren. Dus krijg ik er wel mee te maken. Terwijl ik de overspannen verwachtingen over het Nederlands elftal immer gênant vind, zo niet obsceen.

Daarom is het goed dat er boeken uitkomen die iets aan ratio zetten tegenover al die opgeklopte en gefakete voetballiefde. Want de voetbalsector blijkt goed beschouwd een heel merkwaardige bedrijfstak te zijn. Soccernomics biedt heerlijk leesvoer als de schrijvers zaken eens in perspectief zetten.

Zo lijkt het weliswaar alsof voetbalclubs groot en dominant aanwezig zijn in een stad of dorp. Tegelijk geldt ook dat een goede lokale supermarkt daar waarschijnlijk meer omzet draait, en economisch gezien een groter bedrijf is.

Voetbalclubs kopen ook altijd de verkeerde spelers aan — ze overschatten daarbij vooral recente prestaties nogal. De man die het opvallend goed doet op het huidige EK presteert waarschijnlijk heel gemiddeld bij de club die hem straks haastig aankoopt.

Voetbalclubs investeren bovendien doorgaans niet in hun dure aankopen. Waar elke normale multinational lokaal iemand heeft om nieuwe personeelsleden uit een ander land wegwijs te maken, en daarmee hun problemen weg te nemen, zorgen de clubs misschien nog net voor een hotelkamer. Dus kwijnen miljoeneninvesteringen vaak nogal weg in den vreemde.

Aankopen kunnen doen heeft bovendien nauwelijks invloed op de stand die een club op de ranglijst inneemt. Kuper en Szymanski troffen wel een lineair verband aan tussen de salarissen die een betaald voetbalorganisatie betaalt en het behaalde succes. Maar verkopende clubs doen het niet beter of slechter dan kopende teams.

Spelers kunnen kopen, is dan ook allereerst een prestigekwestie.

Enfin, zo staan er veel meer gegevens in die uitnodigen om hier even te worden samengevat. Al geldt ook dat dit rijkelijk gebeurd is in de media toen een eerdere versie van dit boek uitkwam. Want ik bleek daar opvallend veel van onthouden te hebben.

Wat die samenvattingen niet deden, is laten zien dat de auteurs bepaalde trends signaleren en die vervolgens doortrekken naar de toekomst.

Eén zo’n trend zal misschien velen somber maken. Kuper en Szymanski signaleren dat voetbal decennialang een zaak was van de grotere landen die de oorspronkelijke Europese mijnbouwgemeenschap oprichten. Ontwikkelingen in deze landen hebben invloed op elkaar gehad. De grenzen waren open. Kennis werd gedeeld.

Maar Nederland, Duitsland, Frankrijk, en Italië zijn hun unieke kennis gaan exporteren, en daarmee hun grote voordeel aan het kwijt raken. Andere landen, zoals Spanje, zijn ook om andere redenen uit hun isolement gekomen; die halen hun achterstand op voetbalgebied in. En als iedereen dezelfde kennis heeft, gaan ineens voordelen zoals bevolkingsaantallen zwaarder wegen dan voorheen.

Op eindtoernooien, zoals de EK en WK, speelt geluk en toeval vaak een te grote rol om daar dan economische ideeën met een voorspellende waarde tegenover te kunnen zetten. Zo stellen Kuper en Szymanski het tenminste een paar keer. Tegelijk hebben ze indertijd wel degelijk voorspelt dat Engeland niet in de finale zou komen van het WK van 2010 in Zuid-Afrika.

Had Engeland het kampioenschap wel gehaald, dan was iedereen vanzelfsprekend zo blij geweest met de titel dat de auteurs alles vergeven zou zijn. Zo bezien konden ze niet verliezen door een boek uit te bregen dat Why England Lose heette.

Een ander trend die Kuper en Szymanski signaleren, is dat de sommige clubs eindelijk slimmer worden in het gebruik van statistieken. Dus, zullen misschien wel de grootste miskopen in de sport verdwijnen. Tegelijk geldt ook dat de meeste clubs zo slecht geleid worden dat er miljoenen verspild zullen blijven worden aan prestigieuze aankopen. Die nooit gaan renderen. Ook al omdat er nogal vaak nieuwe trainers komen bij een club, en die zich niet gebonden voelen iets te doen met de prestigespeeltjes van een voorganger.

Soccernomics is als boek het best als zulke mechanismen worden blootgelegd. Maar puur als leesboek scoort het eigenlijk pas in een losstaand hoofdstuk op het eind, als de internationale successen van trainer Guus Hiddink eens op een rij worden gezet. Hadden er meer van zulke illustratieve verhalen in gestaan, dan had ik dit boek wellicht een klein meesterwerkje gevonden. Nu zijn de kwaliteitsverschillen tussen de hoofdstukken me te groot.

Simon Kuper & Stefan Szymanski, Soccernomics
Why Transfers Fail, Why Spain Rule
the World and Other Curious
Football Phenomena Explained

update from the original Why England Lose
444 pagina’s
Harper Sport, 2012

[x]opgenomen in het dossier: ,

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

een reactie

rinus van alebeek  op 16 juni 2012 @ 13:22:50

Ooit een artikel gelezen van Simon Kuper. En als in het kleine geldt wat in het grote ook wordt opgeschreven, dan is bij Kuper eerder de these de vader van de gedachte. Het gevolg is dat sommige uitgangspunten een vrij bizarrew vorm van de waarheid weerspiegelen.

“Maar Nederland, Duitsland, Frankrijk, en Italië zijn hun unieke kennis gaan exporteren, en daarmee hun grote voordeel aan het kwijt raken. Andere landen, zoals Spanje, zijn ook om andere redenen uit hun isolement gekomen; die halen hun achterstand op voetbalgebied in. En als iedereen dezelfde kennis heeft, gaan ineens voordelen zoals bevolkingsaantallen zwaarder wegen dan voorheen.”

1. De rol van kolengemeenschap Frankrijk was in het internationale voetbal vrij gering. Pas met de Platini generatie en later Zidane had het internationaal alleen als nationaal elftal succes. Op clubniveau wist Olympique Marseille dankzij het geld van Tapie de Europa cup te winnen.

2. Het isolement van Spanje wordt vooral gedefinieerd door de vijf europa cups die Real Madrid wist te winnen, lang voordat het grootste deel der Spanjaarden het zick kon permiteren met kolen te stoken.

3. In de jaren zestig had je het grote Celtic en Benfica, vooral de laatste uit een zeer arm van iedere kennis export verstoken land.

4. Duitsland raakt zijn voordeel kwijt?

5. Voordelen zoals bevolkingsaantallen? We wachten op het Chinees elftal.

Blijkbaar werkt het bij sommige redacties, voetbal en serieuzere thema’s met elkaar in verbinding te brengen. En dan een boek uit te brengen. Jammer dat men van Kuper aannneemt dat die ook nog iets heeft te melden.