Catch-22 ~ Joseph Heller

► door: A.IJ. van den Berg

Catch-22 lijkt een roman te zijn over de waanzin van de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal speelt zich af in die tijd, als de Amerikanen al in Europa vechten, en vanaf een eilandje bij de Etna bombardementen uitvoeren op het Italiaanse vasteland.

Maar Joseph Heller schreef het boek allereerst in reactie op de Korea-oorlog, en wat er zoal meer speelde vanaf 1953; zoals de heksenjacht van McCarthy op alles wat naar communisme rook. En de uitgave werd dan weer een succes in de jaren zestig omdat vele Amerikanen in de satire zo’n geslaagd protest in zagen tegen de oorlog in Vietnam.

Ofwel, wie deze roman wil gaan duiden, is haast gedwongen om ook een cultuurgeschiedenis te schrijven van de VS in het derde kwart van de twintigste eeuw. Toch lijkt Catch-22 me allereerst een boek dat nu nog bekend is omdat het ooit op het juiste moment verscheen; en toen zo veel succes oogstte.

Waarop een vraag wordt of de roman houdbaar is gebleven in de ruim vijftig jaar sinds de eerste publicatie.

En dan moet gezegd, Catch-22 was voor mij zowel een boek van het teveel als een boek van het veel te weinig.

Heller bedacht te veel personages, een hele luchtmachtbasis vol, die bovendien allemaal iets karikaturaals kregen. De hele roman lijkt slechts éen bijna normaal mens te kennen. Dat is de bommenrichter John Yossarian, die uit alle macht eens een tijd weg wil van het front.

Tegelijk draagt Yossarian het boek niet.

En voor een oorlogsboek zit er dan weer opvallend weinig aan traditionele vijand in. De Nazi’s komen nimmer rechtstreeks voor in het verhaal. Behalve dan dat door hun verweer op de bombardementen er in de loop van het boek steeds meer doden vallen in het Amerikaanse squadron. Mede door deze eenzijdigheid is er uiteindelijk wat weinig aan lopend verhaal.

In de weken dat ik het boek las, leerde ik dat Heller jaren aan de roman geploeterd heeft. En dat hij uiteindelijk enorm geholpen is door Hašek’s Lotgevallen van de brave soldaat Švejk. Zonder dat oerboek tegen de oorlog had het zijne nooit de vorm gekregen die het heeft.

Eenmaal me van dit gegeven bewust, werd een stuk begrijpelijker waarom er ook in Catch-22 evenmin een directe vijand voorkomt; behalve dan dat het lijkt of het eigen leger ook bij de tegenstander hoort. Nazi’s waren nu eenmaal niet nodig voor de intrige; zoals Švejk in vier boeken evenmin ooit arriveert aan het front.

Er komt al genoeg bedreiging voor de piloten en hun bemanning van de eigen organisatie. Waarin de hoge officieren vooral hun positie koesteren, en de mogelijkheden die er zijn om in rang te klimmen. En waaraan sommigen zelfs flink weten te verdienen, zoals de messofficier Milo Minderbinder, die door iedereen medeplichtig te maken rijk kan worden aan de zwarte handel.

Gebruikt Minderbinder ondertussen wel de kooldioxidecapsules die bedoeld waren om reddingsvesten op te blazen om lekker luchtige luxe-drankjes te kunnen serveren aan de officieren in zijn mess.

Maar voor de meeste piloten en hun bemanning is de luchtmacht niets anders dan een doof en blind monster dat schijnbaar handelt naar willekeur. Telkens keer als zij denken met een lang verlof te mogen, wordt het aantal operationele vluchten verhoogd dat gevlogen moet worden om in aanmerking te komen voor verlof.

Vast zitten ze, in een situatie die zich amper ontwikkelt, behalve dan dat er steeds meer sleet op hen komt, en dat ze kameraden zien sterven.

Catch-22 deed me bij het lezen in de eerste hoofdstukken meteen denken aan de latere TV-serie M*A*S*H. Ook die speelt zich voornamelijk af in een tijdelijk legerkamp, ergens in het midden van niets, en heeft een oorlog voornamelijk als een gerommel op de achtergrond; dat soms even dreigend kon aanzwellen. Bovendien was het uitgangspunt vrijwel hetzelfde. De verhalen in M*A*S*H gaan evenzeer allereerst om de strubbelingen tussen de personages onderling.

En deze constatering pakte typisch uit als een inzicht dat ik beter niet had kunnen hebben. De kijk op het boek werd er waarschijnlijk nogal door gekleurd.

Tegelijk blijft mijn oordeel staan dat elk hoofdstuk als de aflevering van een sitcom was, en daarmee afzonderlijk dus soms heel goed. Het telkens uitvergroten van een onderling misverstand is een vast stijlmiddel voor de schrijver in dit boek.

Alleen werd de roman daarmee een tekst die het best slechts even te genieten was, en meteen daarna weggelegd moest worden. De hoeveelheid aan verwikkelingen en details werd anders al gauw te groot om nog te kunnen verwerken. Heller vergt nogal wat van zijn lezers.

Als roman is het totaal daarom voor mij nooit groter geworden dan de delen.

Heller is daarom misschien eerder te prijzen als de ontdekker van een aantal inmiddels universele sitcom-formules dan dat ik hem nu zo’n groot schrijver vind. Tegelijk werkt al ons drama nog volgens regels die de oude Grieken al snapten. Zo veel ontwikkeling is er op dit gebied nu ook weer niet geweest.

En dan is er nog het begrip ‘Catch-22’ dat Heller muntte, en dat zo veel groter werd dan de roman. Ook al omdat romanschrijvers verder zelden iets bedenken dat het algemene spraakgebruik haalt, en daarmee het woordenboek.

Deze ‘paragraaf’ kwam in mijn editie het eerst voor op pagina 52:

There was only one catch and that was Catch-22, which specified that a concern for one’s own safety in the face of dangers that were real and immediate was the process of a rational mind. Orr was crazy and could be grounded. All he had to do was ask; and as soon as he did, he would no longer be crazy and would have to fly more missions. Orr would be crazy to fly more missions and sane if he didn’t, but if he was sane, he had to fly them. If he flew them, he was crazy and didn’t have to; but if he didn’t want to, he was sane and had to. Yossarian was moved very deeply by the absolute simplicity of this clause of Catch-22 and let out a respectful whistle.

“That’s some catch, that Catch-22,” he observed.

“It’s the best there is,” Doc Daneeka agreed.

Dat iemand een probleem niet kan oplossen volgens de regels, omdat diezelfde regels een oplossing onmogelijk maken, komt telkens terug in de roman. En ongetwijfeld zal er ergens iemand gepromoveerd zijn op het tellen van de varianten die Heller verzonnen heeft.

Voor mij zat op het laatst de voornaamste attractie van het boek in het gegeven of de auteur nog een nieuwe paradox had weten te vinden. Helaas.

[wordt morgen vervolgd]

* ik las Catch-22 gelijk op met Achille van den Branden. Zijn bevindingen staan hier.

Joseph Heller, Catch-22
540 pagina’s
Vintage Books 2011, oorspronkelijk 1961

[x]opgenomen in het dossier: ,