Makers ~ Cory Doctorow

► door: A.IJ. van den Berg

Twee jaar lang lukte het me niet om verder in deze roman te komen dan de eerste vijftig pagina’s. Dus werd Makers van Cory Doctorow een langzaamlees-project, van een maand. Terwijl ik ook wel wist dat het boek niet moeilijk genoeg zou zijn om weken door geboeid te blijven.

Doctorow is allereerst een man van ideeën. Wat hem voor mij leesbaar maakt, is zijn vermogen om trends uit het heden net iets uit te vergroten; zodat duidelijk wordt wat daar vreemd aan is.

Hij schrijft kortom licht dystopische toekomstfantasieën. Ofwel SF.

Zijn eerste ideeën over Makers vormden zich tijdens de dotcom-crisis rond het jaar 2000. Toen plots duidelijk werd dat internet niet zo maar een geldpers was voor bedrijven die ‘iets’ online gingen doen.

Door deze crisis droogden de investeringen in innovatie plots op. Wie het geld had, durfde dit niet zo maar te spenderen.

Doctorow wilde met de roman onder meer benadrukken dat niets zo fnuikend is voor een economie als stagnatie, op welk gebied ook. En die keuze is niet raar. In een eerder bestaan, als medewerker van de Electronic Frontier Foundation had hij al ruimschoots kunnen aanschouwen wat het betekent als grote partijen met gevestigde belangen via de rechter telkens hun gelijk kunnen afdwingen.

Het auteursrecht is momenteel allereerst een hindermacht om derden te beletten nieuwe producten of verdienmodellen te ontwikkelen. Het patentrecht werd een wapen om anderen af te persen, of ook weer de innovatie te beletten.

Doctorow laat zijn roman daarom beginnen als er wel even iets mogelijk lijkt. De Amerikaanse economie is net gecrasht. Wat tot massa-ontslagen en veel andere sociale ellende heeft geleid. Zo konden talloze oppassende burgers daardoor hun huizen niet meer betalen, en leven deze nu in sloppenwijken van hutjes, trailers, en oude campers.

En éen visionair weet in de verwarring goedkoop twee dinosauriërs van bedrijven te kopen. Kodak en Duracell. Daar maakt hij het fusiebedrijf Kodacell van. En in plaats het kapitaal weg te nemen dat de ondernemingen nog in kas hebben, gaat hij daarmee investeren in start-ups. In tal van kleine beginnende technologiebedrijfjes, die wel snel kunnen werken, risico’s durven te nemen en vlug hun strategie kunnen wijzigen.

‘New Work’ heet deze stroming.

In deel éen van het boek wordt vooral gevolgd hoe éen zo’n start-up van twee jonge mannen met slimmigheidjes de wereld verovert vanuit een vrijwel verlaten appartementencomplex in Florida. Tot anderen hun laatste kunstje gekopieerd hebben, onder hun kostprijs gaan zitten, en zij weer iets anders moeten.

Dit verhaal komt met vaart tot ons via een alwetende verteller, die daarbij vooral geïnteresseerd is in de wederwaardigheden van de journaliste Suzanne, omdat zij overal bij mag staan.

En deze Suzanne Church is de vreemdste journaliste ooit — wat mij eerder telkens zo irriteerde dat prompt het hele boek onverteerbaar werd. Ze zou een veterane zijn die veel gelezen reportages op haar naam heeft over de dotcom-bubble en de neergang van de auto-industrie in Detroit. Maar de schrijver achtte het voor het verhaal beter om haar ook tot een vreemd naïef kipje te maken, die telkens allerlei basiskennis moet worden uitgelegd.

Anderen zal deze onmogelijke paradox misschien niet eens opvallen.

Het tweede deel van de roman kwam met een pas op de plaats. De rage van ‘New Work’ is uitgewoed na het failliet van de grootste sponsor, Kodacell. Zelfs de twee grote uitvinders uit deel éen spelen niet meer met technologie maar zijn in het amusement gestapt. Ze exploiteren een avonturenhal in een verlaten Walmart, die aanvankelijk een reis biedt door een recent verleden van overdreven luxe-producten en technische onzin.

Bezoekers kunnen de uitstallingen aanvullen met eigen zaken. En doordat iedereen de getoonde opstellingen kan ‘plussen’ of ‘minnen’ verandert het avontuur van dag tot dag.

Dit concept heeft succes, en krijgt alom in de VS navolging. En dan komt Disney in geweer, mede omdat de eigen attractieparken onrendabel worden.

En het derde deel, en daarmee de hele laatste helft van het boek, heeft als plot weinig anders dan de juridische strijd van Disney tegen onze helden. Dus ging het boek naar mijn idee als een nachtkaars uit; al wordt de strijd ook buiten de rechtszaal gevoerd.

De prettige vaart uit het begin van de roman verdween dus al na een kwart, en het verhaal kakte helemaal in net op de helft.

Toch. Afgezien van de vreemde tempi, en ondanks dat Doctorow niet altijd even geloofwaardige personages beschrijft, vind ik zijn boeken erg prettig.

Iets is er aan het telkens beschrijven van nieuwe technologieën, zoals in de hele roman gebeurt, dat snel het opgewonden jongetje in mij oproept. Cory Doctorow buit het gegeven handig uit dat hij als schrijver zijn vindingen slechts hoeft te bedenken, en niet ook echt hoeft te maken.

Sommige vondsten zijn weliswaar triviaal, en kleuren enkel een losse scène — vanzelfsprekend zijn onze MP3-spelers en telefoons straks niet meer dan losse oordopjes. Al lijkt me ook mogelijk dat ze ooit bijvoorbeeld de alternatieve vulling van een kies worden.

Andere vondsten gaan zelfs het hele boek mee. De 3D-printer biedt bijvoorbeeld telkens de oplossing voor alles. Waarbij grappig is dat in werkelijkheid inmiddels onderdelen van huizen ontworpen zijn die geprint kunnen worden — daarmee hadden die sloppenwijken in de roman er dus heel anders kunnen uitzien.

Terloops komt er een geprinte lichtgewicht fiets langs, die meteen hebberig maakte.

Is er ook nog de ontwikkeling in de biomedische wetenschap dat obesitas kan worden afgeschaft. Sterker nog, het metabolisme van dikke mensen kan zo worden afgesteld dat ze hun eetverslaving lustig kunnen blijven botvieren, en dan toch niet aankomen.

Jammer alleen wel dat deze ‘fatkins’ allemaal op elkaar lijken, door de verdere cosmetische ingrepen aan hun lijf, en de gladde ‘schoonheid’ daar van als gevolg.

Jammer ook voor de ‘fatkins’ dat de behandeling later bij-effecten oplevert…

Cory Doctorow, Makers
416 pages
Harper Voyager, 2009

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden