Vluchtwegen ~ Graham Greene

► door: A.IJ. van den Berg

Drie autobiografieën schreef Graham Greene [1904 – 1991]. In de eerste, A Sort of Life, breekt het verhaal abrupt af als hij net zevenentwintig is geworden; en hij vrijwel alles nog moest doen wat hem bekend zou maken.

De tweede, Ways of Escape [Vluchtwegen], verscheen goed tien jaar later, en biedt al evenmin het complete verhaal. Greene kijkt in dit boek vooral terug op de romans, scripts, en toneelstukken die hij schreef. Wat de omstandigheden waren waaronder die werken tot stand kwamen. Of hij iets van het maken leerde. Wat hij in de teksten verwerkte.

Daarnaast zijn er wat pagina’s met originele aantekeningen uit zijn dagboeken in opgenomen. Meestal werden die opgeschreven tijdens de reizen die hij maakte in Afrika, Zuidoost-Azië, en de Caraïben. Al is er ook een dagboekje over zijn periode als blokhoofd tijdens de Blitz in Londen, in 1940-1941. In dit al schuwde Greene het niet om passages te wijden aan zijn gebruik van verboden stimulantia, en gaat hij terloops in op de effecten van zijn bipolaire stemmingsstoornis [manische depressie].

Maar de nadruk op de boeken maakt Vluchtwegen grotendeels een tekst voor de goede verstaander. Greene lijkt er vanuit te zijn gegaan dat alleen liefhebbers van zijn werk een boek als dit zouden lezen.

Bekendheid met de belangrijkste plotlijnen uit de grote romans is daarom een pre.

Tegelijk is Vluchtwegen ook te zien als een lange meditatie over het schrijven als vak. Graham Greene herlas voor zijn autobiografie onder meer zijn eerste romans. Met tegenzin. En ontdekte daarbij vooral dat die boeken vrijwel onleesbaar waren doordat hij veel te hoogdravend schreef. In een geleende stijl. Bedoeld om indruk te maken. Waar niets eigens aan was.

Het is overigens om Greene’s zo onopgesmukte stijl dat ik het wel aandurfde om hem in het Nederlands te lezen — zelfs al is mijn regel eigenlijk dat literaire boeken in de oorspronkelijk taal moeten worden gelezen; mits ik die beheers. Maar er zijn schrijvers waar zelfs vertalers weinig aan kunnen verprutsen.

Meest opvallende conclusie die Graham Greene over het schrijven trekt, lijkt op een vooroordeel dat ik al herhaald op boeklog heb gedebiteerd; klagend over mijn eeuwige probleem met de roman als kunstvorm. Romans zijn namelijk nooit in éen keer geschreven, anders dan sommige korte verhalen. En daarom is lange fictie zo vaak uit balans.

Dus is nu een vraag geworden of ik dat inzicht van Greene stal of elders, omdat hij schreef:

scheiding

Bij een roman, waarvan het schrijven misschien wel jaren kost, is de auteur aan het eind van het boek niet meer dezelfde man die hij aan het begin was. Niet alleen dat zijn romanfiguren gegroeid zijn – hij is met ze meegegroeid en dit geeft het werk altijd iets onafs; een roman kan maar zelden die perfecte indruk geven die je ervaart bij het lezen van het verhaal van Tsjechov, ‘De dame met het hondje’. Doordat de schrijver zich van die tekortkoming bewust is lijkt er geen eind te komen aan het herschrijven van de roman – tevergeefs tracht hij het verhaal aan te passen aan zijn veranderde persoonlijkheid – alsof het om iets ging waaraan hij in zijn jeugd begonnen was en dat hij thans op hoge leeftijd afmaakt. […] [246-247]

scheiding

Al geldt bij dat voorbehoud over de roman misschien toch ook dat alleen lezers als ik hier last van hebben. Slechts wie lange boeken in éen zitting verstouwt, blijft bij het lezen in dezelfde stemming. Waardoor de stemmingswisselingen van de auteur opvallen.

Maar vrijwel iedereen leest romans zoals die tot stand kwamen, in partjes. Onder wisselende gemoedstoestanden. Met hoogstens nog een impressie van wat het boek daarvoor te bieden had.

Dus zeur ik. Misschien.

Graham Greene, Vluchtwegen
289 pagina’s
De Arbeiderspers, 1982
privé-domein nr. 76
vertaling door P.H. Ottenhof van Ways of Escape, 1980

[x]opgenomen in het dossier: