En toen was er sport ~ Jurryt van de Vooren

► door: A.IJ. van den Berg

Uitzonderlijk aan sport is — vergeleken met het normale leven dan — is dat in sport zo veel regels gelden, en dat er zonder al die regels ook helemaal niets aan zou zijn.

Zelfs in de allersimpelste sport, waarin het erom gaat wie het snelste is, en dus na een gegeven afstand het eerst over de finish komt, mag de winnaar een heleboel niet. Zijn tegenstanders onderweg verwonden of doden bijvoorbeeld. Buiten de baan komen, in sommige gevallen. Of middelen gebruiken die op een lijst staan die ze tot doping maakt, in het algemeen.

Sportgeschiedenis bestaat daarom gauw eens uit twee soorten verhalen.

De geschiedenis van het team of de sporter die éen keer opvallend goed presteerde, is éen zo’n standaardverhaal. En eigenlijk levert dat uitgangspunt daarmee gauw saaie vertellingen op, behalve voor de allergrootste fans. Dus daar moeten dus al voorwaarden omheen gecreëerd worden om zo’n verhaal speciaal te maken.

Wilma Rudolph won drie keer Olympisch goud op de sprint, na als kind polio te hebben gehad.

Dat werk.

Alleen bestaan er van dit soort verhalen niet heel veel — ondanks alle pogingen in de Amerikaanse media vooral om aan alle sporters een lijdensgeschiedenis mee te geven.

Meer verhalen ontstaan al als sporters recalcitrant zijn — en zich storen aan de hen opgelegde regels. En deze — al dan niet stiekem — overtreden.

De bundel En toen was er sport bevat misschien daarom vooral geschiedenisjes van deze soort. Veelal leverde dit beknopte verhalen op. De meeste verschenen ook eerder als column in de krant.

En waar Jurryt van de Vooren met dit boek vooral in slaagde, is om te schetsen dat veel van wat ooit normaal was nu niet meer als normaal aanvoelt.

In een tijd dat een beetje voetballer al miljonair is voordat hij drank mag kopen in de supermarkt, is een terugblik naar het verleden aardig; toen de sport nog een amateursport was. En de officials er alles aan deden om het voetbal een amateursport te houden.

Nieuw was voor mij onder meer dat er al een vrouw de marathon liep tijdens de eerste Olympische Spelen in 1896. Melpomene heette zij. En finishen in het stadion mocht ze niet — want vrouwen was het recht op deelname aan de Spelen ontzegd.

Als er iets op En toen was er sport aan te merken zou zijn, is dat de verzameling verhalen een vrij willekeurige indruk maken. Zelfs al zijn sommige op thema gerangschikt. Sport in de Tweede Wereldoorlog was een boekdeel waard.

Van mij had het boek vele malen dikker mogen zijn. Want niets is me liever als aangetoond wordt hoe willekeurig regels zijn, soms. En van zulke verhalen biedt deze bundel er veel.

Jurryt van de Vooren, En toen was er sport
Verhalen uit de geschiedenis

159 pagina’s
Inmerc, 2005

[x]


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden