We zijn nog nooit zo romantisch geweest ~ Hans Kennepohl

► door: A.IJ. van den Berg

Tweehonderd jaar geleden, zo stelt Hans Kennepohl in dit boek, zette zich in onze streken een nogal fundamentele verandering in gang. Daardoor kreeg ons karakter andere kenmerken dan voorheen.

Waar het voordien gewoon was bijvoorbeeld om emoties te onderdrukken, laten we die nu veel makkelijker gaan. Sterker nog, we vinden zelfs almaar nieuwe media uit om onze gevoelens aan zoveel mogelijk mensen tegelijk duidelijk te maken.

En We zijn nog nooit zo romantisch geweest bevat tientallen van dit soort weetjes meer.

Zo is de drang tot ‘zelfontplooiing’ een hoogst romantisch ideaal.

Maar tegelijk waarschuwt de schrijver dat nationalisme tot eenzelfde idealistisch gedachtegoed behoort. Romantiek in ons leven toelaten, biedt dus niet enkel feest.

Kennepohl heeft de overtuiging dat onze maatschappij momenteel door vier gedachten wordt vormgegeven — die vanzelfsprekend allemaal voortkomen uit de ideeën van Romantische denkers:

  1. De mens is van nature goed.
  2. Ieder mens is een uniek wezen.
  3. De mens moet voor zijn oordeel over goed of kwaad afgaan op zijn gevoel, zijn ‘natuur’.
  4. De verbeelding, de fantasie, wordt als waardevol gezien.

Helemaal kan ik dat dan niet met de auteur eens zijn. Het idee dat de mens van nature goed is, werd al nooit ruimhartig door onze overheid omarmd. Zelfs niet voor al ons gedrag in databases werd vastgelegd; en daarmee stelselmatig het mensenrecht werd geschonden dat geen Staat iets over zijn overdanen heeft vast te leggen als deze nergens van verdacht worden.

En boeklog heeft nu eenmaal over de laatste tien jaar veel klachten gepubliceerd over het onderwijs, en hoe fabrieksmatig dat is opgezet; daarmee toch allereerst alle uniciteit van ieder individu negerend.

Kennepohl stelt daar dan tegenover dat alle onderwijs steeds meer aandacht ging schenken aan het individuele kind — omdat vernieuwingen van buiten de traditionele school, zoals de ideeën van Maria Montessori, invloed kregen op het hele veld.

Daarin wil ik hem dan best geloven.

Dus was het niet vervelend om Wij zijn nog nooit zo romantisch geweest te lezen. De auteur laat de lezer even met een bepaalde blik kijken naar de werkelijkheid om hem of haar heen. En voor de duur van dit boek werkt dat prima. Kennepohl wist voldoende leuke voorbeelden te vinden om een prettig leesbaar boek te krijgen.

Alleen is er dan ook nog de historicus in mij, die zich altijd afvraagt waar een auteur zijn wijsheden vandaan heeft. Wat het bewijs bijvoorbeeld is voor de stelling dat wij onze emoties steeds meer gaan uiten.

Betoogt Norbert Elias bijvoorbeeld niet juist precies het omgekeerde? Dat wij almaar meer normen en gedragsuitingen zijn gaan internaliseren?

En als gedachte-exercitie lukt het me heel aardig om heel wat gedrag uit de zestiende en zeventiende eeuw in de Nederlanden nogal Romantisch te noemen. Wat is het idee anders om met wat schepen ver weg te gaan varen, jaren aan een stuk bovendien, met alle onzekerheid daarbij, om zo kapitaal te gaan vergaren?

Filosofen raken alleen nooit onder de indruk van feiten die bewijzen dat wat zij bedachten toch eerder ook al zo bestond. Die passen hun theorie daarop ook nooit aan. Hoogstens worden dan nieuwe begrippen bedacht. Iets kan dan best ineens ‘proto-Romantisch’ zijn.

Dat blijft dan ook mijn eeuwige bezwaar tegen zo veel filosofie. Omdat deze niet zijn best doet om iets zo goed mogelijk te beschrijven, maar eerst met een theorie komt, en daar dan de werkelijkheid naar modelleert. Voor het gemak.

Hans Kennepohl, We zijn nog nooit zo romantisch geweest
Met een nawoord van Maarten Doorman

229 pagina’s
Lemniscaat, z.j.

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden