Tribe ~ Sebastian Junger

► door: A.IJ. van den Berg

Opvallend genoeg riep Tribe van Sebastian Junger nog het meest associaties op met Kurt Vonnegut. En dan niet met de laconieke Vonnegut, van ‘so it goes’. Maar veel meer met de verzuurde door de oorlog beschadigde veteraan, die eenmaal weer thuis merkte dat werkelijk niemand geïnteresseerd was in het nutteloze bombardement op Dresden. Hoe verschrikkelijk dat ook was geweest voor wie daar midden in had gezeten. Of voor de honderdduizenden doden daar.

In meer dan éen boek stelde Kurt Vonnegut daarom dat we voor ons gezond familie nodig hebben. Uitgebreide familie. Een stam. Mensen in onze omgeving met wie het contact vanzelfsprekend was, vanwege die ene misschien wel toevallige band.

Dat wordt zelfs een wat vervelend stokpaardje, op den duur.

En verdomd. Sebastian Junger betoogt eigenlijk hetzelfde, om vergelijkbare redenen ook nog. Zij het dat hij Vonnegut’s conclusie nooit helemaal rechtstreeks uitspreekt.

Junger heeft sinds zijn vuurdoop in Sarajewo 1991 meerdere oorlogen verslagen als journalist. Die ervaringen hebben hem beschadigd. Net als Kurt Vonnegut leed hij aan een posttraumatische stressstoornis (PTSD).

Punt is alleen dat geen PTSD hoeft te blijven duren. Als de omgeving tenminste een beetje medeleven toont, op de goede manier.

En dan blijken er ook landen te zijn waar PTSD voor slechts een heel gering percentage van de veteranen onoverkomelijke problemen blijft opleveren. Het helpt nogal als vele anderen, zoals in Israël, ook hun militaire dienst hebben verricht; zodat iemand daar niet alleen staat met zijn of haar ervaringen.

Maakt Junger verder nog een heel nummer over de strijders onder de oorspronkelijke Amerikanen — de indianen die ondanks alles wat de VS hen en hun voorouders had aangedaan toch dienst namen om overzees te gaan vechten. Omdat zij nu eenmaal krijgers waren.

Onder hen lag het percentage veteranen met onoverkomelijke PTSD-problemen toch ook niet heel hoog. Omdat ze uit een omgeving kwamen van strijders, die eveneens hadden meegemaakt.

En die boekgedeelten hadden voor mij dan weer wat een te hoog ‘nobele wilde’-gehalte.

Enkel als essay over Junger’s persoonlijke ervaringen had dit boek wel iets. En ook als kritiek op de VS, in wat het betekent dat een samenleving zakelijk en individualistisch is ingesteld, zodat iedereen het zelf maar uitzoeken mag, had Tribe zijn momenten.

Verder geldt toch allereerst dat ik geen vreemder boek las dit jaar tot nu toe. Elke samenvatting normaliseert het.

Sebastian Junger, Tribe
On Homecoming and Belonging
168 pagina’s
4th Estate, 2016

[x]opgenomen in het dossier:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden