Zonde van de vrouw ~ Connie Palmen

► door: A.IJ. van den Berg

Het werd me niet duidelijk waarom Connie Palmen nu net dit Boekenweekessay op deze manier moest schrijven. Want ik las een soort halfproduct. Waarvan het wel was of de schrijver tegen mij zei: denk hier toch eens goed over na. Terwijl zij me nu net veel te weinig had aangereikt om over te willen nadenken.

En dat is dan niet diep. Dat is pretentieus. Of niet meer dan bluf. Teksten die in de interpretatie nog eens tot leven moeten komen zijn mijn teksten niet.

Het lijkt me dat er nogal wat meer te zeggen is, over de positie van de vrouw vanaf de prehistorie tot in het huidige tijdsgewricht. En daarmee ook die van de man. Plus die van religie, niet te vergeten, omdat elk geloof zo vaak dient om vrouwen met reden achter te stellen bij mannen.

Zelfs in een kort essay, waar ieder woord zou horen te tellen.

Palmen’s these in haar boek, en wellicht zelfs haar hele oeuvre, is dat nette en gehoorzame mensen niets kunnen. Want om werkelijk te presteren moeten de status quo doorbroken worden; ook als dit leidt tot het overtreden van regels.

Hebben vrouwen het nog eens extra lastig hierbij.

En op zich is nog weinig mis mee met deze positiebepaling — al is zo’n stelling al meteen een te groot cliché om heel interessant te zijn als denkexercitie. Alleen doet Connie Palmen in De zonde van de vrouw vervolgens weinig anders dan het bevestigen van nog een andere mythe. Het waanidee namelijk dat kunstenaars extra gevoelige typjes zijn, voor wie het leven zo veel harder is dan elk ander, waardoor ze zo veel moeten lijden.

Een kunstenaar die dan met verhalen komt over gekwelde genieën moet daarom iets extra’s brengen, voor mij, om niet meteen al heel ongeloofwaardig te zijn. Gekoketteer met lijden, en zelfdestructie, daar heb ik bovendien een hekel aan. En Palmen deed in dit boek uiteindelijk weinig anders. Al las ik in haar essay niet meer dan samenvattingen uit wat biografieën over vier vrouwen die door vele anderen al interessant genoeg werden geacht om biografieën aan te wijden.

Licht gekleurde portretten zijn dat van Marilyn Monroe, Marguerite Duras, Patricia Highsmith, en Jane Bowles.

Niet vervelend hoor. Alleen geen tel memorabel. Connie Palmen zong in koor mee met de canon. In plaats van de status quo te doorbreken, zoals grote kunstenaars volgens haar doen, bevestigde deze schrijver daarmee dus enkel al bestaande ideeën.

Connie Palmen, De zonde van de vrouw
64 pagina’s
Stichting CPNB, 2017

[x]opgenomen in het dossier: