Generation X ~ Douglas Coupland

► door: A.IJ. van den Berg

Boeken die bij een zeker moment horen in de tijd lopen een redelijke kans daar vervolgens ook te blijven hangen. Waardoor ze wat later ineens opmerkelijk verouderd kunnen lijken. Mede daarom wilde ik altijd Generation X nog eens lezen, van de Canadese auteur Douglas Coupland [1961].

Deze roman in verhalen had namelijk indruk gemaakt bij eerste lezing, ergens in 1991, 1992. Tegelijk gold ook dat ik daarna razendsnel op de schrijver was afgeknapt. Na zijn derde of vierde roman kwam het besluit al om nooit meer iets nieuws van hem te lezen.

Dus, was Generation X nu echt wat geweest? Of was ik indertijd gewoon meegewaaid met de waan van de dag?

Coupland wilde rond 1990 een boek publiceren waarin de stem van zijn generatie eindelijk eens aan het woord zou komen. Hem ergerde het dat enkel de babyboomers alle aandacht kregen, en de macht bezaten. Alsof mensen met een andere leeftijd niet bestonden.

Daarom schreef hij een roman over drie personages, allemaal van zijn leeftijd dan, eind twintig, die nog altijd niet helemaal volwassen lijken te zijn geworden. Een echte baan hebben ze niet, laat staan een eigen huis met een hypotheek. Spottend worden de bezigheden die hun geld opleveren McJobs genoemd; — een ander neologisme dat Coupland hielp te populariseren door dit boek dan — baantjes zonder toekomst.

Alleen blijft een open vraag in het boek of er echt geen fatsoenlijke banen voor hen te vinden was geweest, of dat er gewoon een omgekeerd en vrij gebruikelijk psychologisch verschijnsel speelde. Het gegeven dat er ter zelfbescherming een afkeer kan groeien van iets dat je niet direct kunt krijgen. Maarten ’t Hart bijvoorbeeld zakte telkens voor zijn rijbewijs, en al niet lang daarna was voor hem autorijden in de Randstad zo ongeveer het onnozelste dat een mens kon doen.

En persoonlijke ideeën over de werkelijkheid zijn niet hetzelfde als wat er werkelijk speelt. Tegelijk zijn zulke ideeën juist wel vrij makkelijk te veranderen.

Mij trof ditmaal het verwende toontje nogal, van de hoofdpersonen in het boek. En niet op een goede manier. Want juist dat toontje maakt hun teleurstelling onecht dat ze nog altijd niet hebben bereikt waarop ze denken recht te hebben. Omdat die teleurstelling bij hen zo makkelijk omdraait naar stoerdoenerij. Over eigenlijk niets. Een pose is.

Dus bleef er van Generation X eigenlijk nauwelijks meer over dan de vorm die Douglas Coupland heeft gekozen, door à la de Decamerone, zijn personages elkaar verhalen te laten vertellen.

Zijn er ook nog de vele inzetjes op de boekenpagina’s, met soms een illustratie, en vaker nog een lemma ter uitleg over een neologisme dat in de lopende tekst werd gebruikt.

Indertijd was dit mede om de gekozen vorm en de voor een roman zo afwijkende vormgeving een leeservaring die telde. Ik meende zelfs dat dit boek zo rijk was dat het me nog aan de bagage ontbrak om alles te begrijpen.

Maar inmiddels denk ik toch dat er een sterk leeftijdseffect speelde. De personages in Generation X waren indertijd jaren ouder dan ik, bij die eerste lezing. Tegelijk was mij hun teleurstelling al bekend. Dat het leven om een heleboel redenen weinig te bieden zou hebben, leek me toen niet meer dan normaal. Want zo leuk was school niet geweest, of die studie, laat staan mijn eerste werkervaringen.

En een boek lijkt al gauw beter dan het hoeft te zijn als het je makkelijk lukt om je te vereenzelvigen met tenminste éen van de hoofdpersonen.

Douglas Coupland, Generation X
Tales for an Accelerated Culture

211 pagina’s
Abacus 1998, oorspronkelijk 1991

illustratie uit de besproken uitgave


[x]


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden