Bijbel voor ongelovigen ~ Guus Kuijer

► door: A.IJ. van den Berg

Zes boeken schreef Guus Kuijer inmiddels met de titel De bijbel voor ongelovigen. En daar zal het bij blijven. De auteur heeft zich beperkt tot het navertellen van verhalen uit het Oude Testament. Waarin God, vooral in den beginne, een wel heel wrede en wispelturige macht is, die bovendien telkens blinde gehoorzaamheid eist.

Het ging Kuijer er daarbij om de rijkdom aan verhalen door te geven, ook aan degenen die nooit met het bijbehorende geloof werden geïndoctrineerd.

Zeker in dit eerste deel, met stukken uit Genesis, hebben de personages in de verhalen nogal wat te lijden onder God’s onverwachte dictaten. De hele schepping wordt zelfs gedeeltelijk overgedaan, doordat God in zijn ontevredenheid met een zondvloed eventjes alles uitroeit, op Noach en zijn ark vol beesten na.

Mochten Noach’s kinderen nog net wel mee, maar de kleinkinderen al niet meer.

Mij confronteerde De bijbel voor ongelovigen 1 er mee dat ik om duistere redenen aanzienlijk meer wist over het boek, en zijn geschiedenis, dan gedacht. Alle verhalen die Kuijer hervertelde en aankleedde — omdat in de echte bijbel zulke geschiedenissen vaak in slechts een luttel paar zinnen gegeven worden — waren me al bekend.

Al gold dat voor de vernietiging van Sodom en Gomorra dan misschien minder dan voor bijvoorbeeld dat verhaal over Jozef die door zijn broers in de put wordt gegooid. Want juist daarover is me ooit heel uitgebreid verteld. Meerdere keren zelfs wellicht.

Alleen, wie hebben dit dan gedaan? Toegegeven, mijn kleuterschool was protestants-christelijk. Alleen ging ik daar enkel naar toe omdat we daar al praktisch in woonden, en de openbare school wel een heel eind verderop was.

En zouden die lieve juffen daar de kindertjes hebben gemarteld door ze te vertellen over een stel broers die éen van hen in een put gooiden, om daarop aan hun vader door te geven dat zijn zoon dood was?

Herinner ik me ook bijbelvertellingen van op televisie. En was dat dan de interpretatie door Karel Eykman en Hans Andreus, Woord voor woord, met Aart Staartjes als verteller? Dat moest haast wel.

Terughalen op welke manier ik verhalen hoorde in de tijd voor ik lezen kon, is helaas een onmogelijk soort mentale archeologie. Dus blijft het bevreemdend dat er zo veel aan inhoud kon blijven hangen.

Wel leerde Kuijer’s boek me dat het weinig zin heeft om nu vlot zijn hele reeks te gaan lezen. In plaats van zijn verhalen gewoon te ondergaan, keek ik bij dit eerste deel toch te zeer hoe hij precies vormgaf aan zulk mij blijkbaar redelijk bekend materiaal. Dat deed hij overigens voortreffelijk, en vaak met een merkbaar plezier. Nogal wat personages in de verhalen uiten namelijk vaak een treffend commentaar op de vreemde eisen van die wispelturige God; of waarom naaste familie of gezinsleden deze autocraat toch zo willig lijken te gehoorzamen.

scheiding

Toen Abram zwetend terugkwam in de tent vroeg ik hem meteen: ‘Wat is het? Wat moet je afsnijden?’

Het spijt me het woord te moeten noemen, maar het was het woord dat we onderling gebruikten en dus voor ons het meeste huiselijke was.

Hij zei: ‘Er moet iets van mijn lul af.’

Ik dacht dat ik gek werd. Het duurde even voor ik begon te schreeuwen.

‘Geen sprake van!’ gilde ik. ‘Daar komt niets van in! Zolang ik leef snijdt geen enkele man of jongen in ons kamp iets van zijn lul af!’

Maar Abram had zijn God gezien, er zat geen enkel protest in hem.

‘Was dit wel God?’ schreeuwde ik. ‘Er waren drie mannen, wie van de drie was het dan als ik vragen mag?’

‘Waarom zou God niet kunnen verschijnen als een drietal?’ mompelde Abram wezenloos.

uit: ‘Het verhaal van Sarai’
scheiding
Guus Kuijer, De bijbel voor ongelovigen 1
Het begin. Genesis

286 pagina’s
Athenaeum—Polak & Van Gennep, 2012

[x]