Beest in ons ~ Dagmar van der Neut

► door: A.IJ. van den Berg

Laatst las ik van iemand die bezig was met een boek in-tweede-lijn. Inleidingen zijn er immers genoeg te vinden, in tienduizenden onderwerpen. Maar van boeken die de leemte vullen tussen al dat populariserende werk en de wetenschappelijke artikelen zijn er niet veel.

Zulke boeken in tweede-lijn moeten alleen wel van de schrijvers zelf moeten komen, vrees ik. Uitgevers zullen veel liever dat uitbrengen waar een zo groot mogelijk koperspubliek voor te vinden is.

En hoewel boeklog soms onverwacht merkwaardig veel invloed had, heeft nog niemand mijn verzuchting beantwoord graag toch eens een boek te lezen dat meer biedt dan een inleiding in bijvoorbeeld statistiek, zonder daarop meteen vrijwel onleesbaar te worden.

Ook in de biologie blijft het wat behelpen, lijkt me. Bewegend beeld volop tegenwoordig, van de meest opmerkelijke gedragingen van beesten; zonder dat er daarbij dan veel aan verklaring volgt. En wil ik iets meer in detail weten, over waar het naar toe gaat met de biologie bijvoorbeeld, dan blijft het vergeefs zoeken.

Al lijkt me niet dat de twee principiële vragen uit de biologie ondertussen beantwoord zijn, toen ik even niet oplette.

Hoe het leven op aarde is ontstaan, weet nog altijd niemand. Al kunnen biologen heel goed beredeneren wat er met dat leven gebeurd is toen het er eenmaal was.

Ik las ditmaal een boek over die andere onbeantwoorde vraag: waarom zo veel dieren sex benutten om de soort in stand te houden, terwijl ongeslachtelijke voortplanting toch zeker niet alleen nadelen heeft. Zo kost dat minder energie. En Het beest in ons van Dagmar van der Neut was weliswaar weer een populariserende inleiding over het onderwerp sex. Het boek las prettig. Verder stond er zelfs voor mij nog weleens een nieuwtje in.

Bovendien zijn er altijd wel weer dierensoorten te beschrijven met eigenschappen die mij nog onbekend waren.

Wat mij vooral aan dit boek zal bijblijven is het gegeven dat ook leven dat zich ongeslachtelijk voortplant in staat blijkt om nieuw DNA te verwerven. Nuttige delen zijn ook uit dode cellen te plukken van ander ondertussen gestorven leven. Want dat gebeurt.

Een tweede-lijn boek zoals ik me dat dan wens, zou er vervolgens op ingaan hoeveel vreemd DNA er ook voortkomt in de cellen van de mens — en wat daar dan het nut van kan zijn geweest, of welke taak dat misschien nog altijd heeft.

Dagmar van der Neut daarentegen schreef over wat er speelt voor mensen het met mensen gaan doen, en dieren het met dieren. Wat ze zonder meer goed doet. Misschien ken ik wel geen prettiger inleiding over dit onderwerp. Alleen las ik al een heel plankje aan boeken meer over precies hetzelfde.

Dit is daarmee dus een boek voor wie meer wil lezen over de vraag waarom gorilla’s zulke kleine penissen hebben, of waarom we liefst partners kiezen die op onszelf lijken, of onze ouders, of de kwestie of mensen van nature nu monogaam zijn of niet. Onder andere.

Inspanningsloos lezen bracht Van der Neut mij vooral, want ik had dus al weet over het meeste van wat ze beschreef. En zulk lezen kan heel prettig kan zijn. Alleen, liever niet altijd.

Dagmar van der Neut, Het beest in ons
Liefdeslessen uit het dierenrijk

224 pagina’s
Thomas Rap, 2014

[x]opgenomen in het dossier:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden