Over rusteloosheid ~ Arjen van Veelen

► door: A.IJ. van den Berg

Elders op boeklog staat vastgelegd, in verschillende afleveringen, hoe ik er langzamerhand mee ben opgehouden om kranten te lezen. Dat proces begon toen al mijn abonnementen éen voor éen werden opgezegd. Later zijn ook de losse aankopen in het weekend gestaakt.

Wat ik nooit heb bijgehouden, is hoe mijn aandacht in de loop der jaren langzaam verschoof naar het volgen van het nieuws online; en wat daarin dan zoal veranderde.

Aan dagelijkse gewoonten kan ook iets vreemd kleven. Mijn dagen zijn niet ineens veel langer nu ik geen papieren ochtendblad of avondkrant meer heb door te nemen.

En voorheen had elke dag die twee zo duidelijk afgebakende momenten waarop ik het nieuws tot mij nam. ’s Ochtends bij het ontbijt. En tegen de avond, voor het eten. Tegenwoordig graas ik de actualiteit de hele dag af online — zelfs met het filter ingeschakeld liever niet nog wat te hoeven horen over Donald Trump.

En dit maakt het onmogelijk om ooit nog een afgerond verhaal te kunnen schrijven over mijn nieuwsconsumptie op het moment. Ik weet al niet eens hoeveel tijd daar per dag aan op gaat gemiddeld. Omdat zelfs al onduidelijk is of er wel een gemiddelde kan bestaan.

Een lang essay van Arjen van Veelen, in de bundel Over rusteloosheid, wees me bovendien op nog iets anders. Ik ga al zo lang online, dat ik vrijwel alles wat op internet gebeurt als een mode blijk te zien die wel weer over zal waaien.

Bovendien was internet in den beginne gemeenschappelijke grond, lang voor bedrijven er allemaal prikkeldraad spanden, en barrières opwierpen, om zo hun eigen omwalde tuinen te kunnen inrichten — alles met als doel om bezoekers er tot leden te maken, dankbaar voor het voorrecht een account te hebben. Om deze lidmaten daarop zo lang mogelijk binnen te houden; vanwege de centen. Willige kopers genoeg immers voor de data over al het gedrag dat al die vrijwillige slaven gingen vertonen in de tuin.

Mij willoos overleveren over wat éen grootbedrijf toevallig nu even doet online, is daarmee niet eens mogelijk. Uit principe al niet.

Van Veelen bekeek evenwel in 61 overwegingen hoe éen sociaal netwerk zijn gedrag beïnvloedde, in het essay ‘Een fantastisch Facebookleven’. En zo’n tekst leest dan raar. Voor mij dan. Misschien zelfs wel voor mij alleen; omdat er zo weinig herkenbaars aan is. Deze schrijver lijkt me in een overduidelijke val getrapt, en dat maakt zo’n auteur daarmee dom. Of naïef. Of gewoon jong. Terwijl hij verder zeker niet onnozel is.

Niettemin is er niets op tegen om zo’n plaatsbepaling in de tijd op te schrijven. Om te verkennen welke invloed dat Facebook ooit had op iemands handel en wandel. Mede omdat het nadenken over dit gedrag vervolgens daar wat aan veranderde.

Had Van Veelen bovendien het geluk over Facebook te schrijven. Want dat netwerk werd sindsdien enkel populairder. Een tekst over de invloed op zijn leven van het netwerk Hyves, of MySpace, had waarschijnlijk precies dezelfde observaties opgeleverd, maar zulke woorden had geen lezer op dit moment nog serieus kunnen nemen.

Moge dit essay dus toch vooral ook spoedig verouderen.

Over rusteloosheid is duidelijk een eerste boek, van een jong auteur. Die misschien daardoor weleens iets beetpakte om te beschrijven dat inmiddels is achtergebleven in de tijd. Verder schommelt het niveau van het opgenomen materiaal vrij opvallend, er staan maakstukken voor de krant in naast echte essays, en ook meent de auteur er nog mee te moeten koketteren dat hij een opleiding heeft gehad.

Tegenover al die kritiek staat alleen wel dat Arjen van Veelen kan kijken, en daarbij dan zo zijn eigen waarnemingen doet.

Interessantste teksten uit deze bundel gingen voor mij over zijn zoektocht in Algerije naar Albert Camus, zelfs al hield ook hij daarbij aan de vage omschrijving ‘witte huizen’ vast , en de korte beschouwing over het begrip kudos; dat domweg millennialang niet gebruikt werd tot het ineens online weer opdook.

Is het overigens ook onzinnig om iemand te verwijten dat een tekst die toevallig gaat over iets online, van misschien wel tien jaar terug, wel erg klein bier biedt. Want schrijven is zo vaak ook, voor mij tenminste, het kijken wat er precies over iets te zeggen valt. En wie in zo’n proces meteen al mee laat wegen of woorden wel een eeuwigheidswaarde hebben of niet, schrijft waarschijnlijk nooit meer een regel.

Arjen van Veelen, Over rusteloosheid
203 pagina’s
Atlas Contact, 2011

[x]