Papierverwerkende industrie ~ Ger Groot

► door: A.IJ. van den Berg

Boeken met enkel besprekingen van andere boeken daarin zijn raar. Zo luidt de stelling nu even, van een man met een website waarop staat wat hij sinds 2005 las, en daarover toen dacht.

En ja, ook het bestaan van boeklog is raar. Boeklog is alleen wel míjn raar. En daar valt verder goed mee te leven.

Wat elk boeklogje hier voor heeft op een boekrecensie in zo’n bundel als bijvoorbeeld Papierverwerkende industrie is de belofte van blijvende dynamiek. Deze woorden hier kunnen altijd nog weer verbindingen aangaan met andere woorden op de website. Zo zou ik bijvoorbeeld een dossiertje kunnen wijden over alle uitgaven met boekrecensies, om wat deze mij leerden, en wat juist niet. Sowieso breien deze zinnen een vervolg aan wat ik eerder meende te moeten opmerken over Ger Groot’s boeken; op wiens ideeën ik vaker inging. En ook zo’n auteurspagina zal niet eeuwig statisch hetzelfde hoeven te blijven.

Toegegeven, teksten in gedrukte boeken kunnen soms de eeuwen overleven. Er verandert alleen geen syllabe meer aan de inhoud eenmaal ze van de drukpers zijn gekomen.

Verder spelen er nog heel principiële verschillen tussen de keuzen die Ger Groot maakte, en die van mij.

Hij schreef de opgenomen recensies voor het weekblad De Groene Amsterdammer, en daarmee voor een redelijk vast omschreven publiek, en was daarbij gebonden aan een vaste lengte, die nog geen vijfhonderd woorden zal hebben bedragen.

Zal de keuze van wat hij daarbij besprak normaliter ook niet compleet vrij zijn geweest. Recensenten reageren doorgaans allereerst op wat uitgevers toevallig net hebben uitgebracht. De ontwikkelingen op de boekenmarkt in het eerste decennium van de 21e eeuw hebben veel meer bepaald waarover geschreven werd dan die beste Ger Groot.

Heeft Groot zich ook nog eens gespecialiseerd in het ‘zware’ boek. Er wordt nogal eens een boek van een denker besproken in deze uitgave.

Maar welke van de door Groot besproken boeken zijn nu nog, een kleine tien jaar later, gewoon in de handel? En wat is daarmee nu nog de waarde van deze uitgave precies? Anders dan de waarde van deze recensies was toen ze in dat weekblad werden gepubliceerd?

Los zijn Groot’s recensies voor mij in elk geval weleens nuttiger gebleken — omdat ze dan ineens in een grotere conversatie pasten.

Enfin, als ik Marc Kregting moest geloven, paaien uitgevers recensenten nogal eens met de uitgave van hun boekbesprekingen. Helemaal als zo’n recensent invloed heeft. Omdat het loont vriendjes te maken.

Bij boekrecensenten speelt voor mij enkel de nogal principiële vraag: vertrouw ik hem of haar in hun oordelen? En dat vergt eigenlijk al dat zo iemand boeken bekeek die ik ook al eens las, zodat we naar hetzelfde hebben gekeken, en dus waar te nemen is wat zij dan precies zagen, en of dit nog wat overeenkwam met waarnemingen van mij.

Ik hoef het ook absoluut niet per se eens te zijn met iemands oordelen, zolang mijn conclusie is dat hij of zij zelfstandig kan lezen .

Helpt het ook als zo iemand goed schrijft, zodat het geen straf is om te lezen over boeken die me verder geen tel interesseren.

En de recensies in Papierverwerkende industrie over titels die ik kende — zoals Party im Blitz, of De grote zaal — liepen parallel aan mijn waarnemingen over deze boeken. Dus zou ik Groot moeten kunnen vertrouwen.

Alleen speelt dan toch dat in deze bundel de losse delen elkaar niet versterkten. De inhoud is te toevallig tot stand gekomen, en Groot’s besprekingen in deze uitgave zijn ook niet lang genoeg om meer te brengen dan de enkele service van het boeksignalement. Schrijft hij al evenmin zo bijzonder dat zijn werk daarom moet worden opgezocht.

Dus zal me werkelijk niets van deze uitgave bijblijven. Zoveel valt nu al te voorspellen. Had deze uitgave me evenwel benieuwd gemaakt naar andere boeken of schrijvers, dan ware mijn waardering wellicht anders geweest.

Ger Groot, Papierverwerkende industrie
Lezen als beroep

237 pagina’s
Ambo, 2009

[x]