Mysterie van de eerste gele trui ~ Herman Chevrolet

► door: A.IJ. van den Berg

De Ronde van Frankrijk is dit jaar een week later dan normaal. Want er wordt op het moment ook nog ergens een kampioenschap balletjetrap verspeeld. En dat mocht eens te veel kijkerspubliek van het wielrennen weghouden.

Ik moet toegeven dat het vooral de wielrenners zelf zijn, of erger nog hun ploegbazen, die me steeds vaker weghouden bij het kijken naar de koers op televisie. Helemaal bij de Tour de France — die al te lang als dé belangrijkste wedstrijd wordt gezien van het jaar. En die als gevolg daarvan in de eerste week altijd ontsierd wordt door nerveus rijgedrag, en veel te veel valpartijen. Terwijl er vervolgens amper strijd volgt om het algemeen klassement, omdat de favoriet doorgaans ook de sterkste ploeg heeft; en aanvallen van coureurs die er verder toe doen daardoor zelden lonen; waarmee spanning dus amper bestaat.

Niettemin is de zekerheid prettig dat er zo meteen drie weken lang, en een vierde weekend, weer bijna elke middag even koers te zien valt TV.

Het Franse landschap biedt altijd wel iets om naar te kijken.

Om de tijd te overbruggen tussen Giro d’Italia en Ronde van Frankrijk las ik Het mysterie van de eerste gele trui, van Herman Chevrolet. En dat bleek een wat raar boek te zijn. De schrijver heeft daarin zijn fantasie gebruikt om enkele klassieke anekdotes uit de Tour de France om te zetten naar eigen verhalen.

Faction schijnt deze aanpak te heten. Fictie gebaseerd op waar gebeurde feiten.

En deze manier van doen werkte voor mij domweg niet als de vertellingen spelen in een periode die ik bewust heb meegemaakt. TV-beelden allereerst, maar vast ook de aandacht voor wat er gespeeld heeft daar weer omheen, hadden bij mij al een vrij vaste versie vastgelegd van wat er gebeurd was.

De laatste twee verhalen in het boek gaan bijvoorbeeld over de renner Lance Armstrong. En hierbij ontging me domweg de extra waarde om daar fictie van te maken.

Toegegeven, Armstrong zal op het moment van schrijven nog niet met grote regelmaat aan een podcast over sport hebben meegewerkt. Zijn stem in het verhaal over zijn bedrog was nog onbekend toen Chevrolet een monoloog schreef en hem zo woorden in de mond kon leggen.

Wonderlijk genoeg werkte Chevrolet’s manier van schrijven wel als hij de verhalen vertelde die voor ons nooit iets anders geweest zijn dan verhalen. Ogenblikken uit de tijd dat de koers niet vanaf de start werd vastgelegd door een heel peloton aan camera’s. Geschiedenissen uit de tijd dat de Tour de France nog een wedstrijd was die vooral diende om éen krant te verkopen, in de slappe zomermaand juli. Waardoor er dus ook meteen al twee versies van de werkelijkheid bestonden. Wat er in de krant kwam aan spanning en sensatie, en hoe het echt zou zijn gegaan volgens latere verhalen.

Wielrennen is altijd een professionele sport geweest. Er vindt in de koers meer plaats dan enkel simpel wat hardfietsen.

En bij goede verhalen maakt het zelfs niet uit dat heel het boek enkel over die ene wielerwedstrijd gaat, en het enkel heeft over mannen die deze klassementskoers ooit wisten te winnen.

Toch, mede omdat dit boek na een sterk begin in de diepe geschiedenis me steeds minder lag naarmate het dichter bij het recente verleden kwam, was deze Chevrolet wel de minste ik die van hem las.

Herman Chevrolet, Het mysterie van de eerste gele trui
& andere verhalen uit de Tour

320 pagina’s
De Arbeiderspers, 2013

[x]opgenomen in het dossier: