In de woestijn fiets je niet ~ Peter Delpeut

► door: A.IJ. van den Berg

De wens van de leunstoeltoerist is niet simpel. Elk reisboek komt namelijk met een nogal paradoxale eis aan de schrijver: Laat me vooral blij worden rustig thuis te zijn gebleven, en maak me tezelfdertijd jaloers dat er belevenissen zijn die ik nooit zal meemaken.

In de woestijn fiets je niet voldeed in elk geval aan die eerste eis. Weinig kans dat ik ooit zou willen fietsen waar Peter Delpeut rondreed, met zijn partner Céline. Dit boek beschrijft drie korte reizen aan de randen van Afrika. De eerste tocht ging vanuit Zuid-Afrika naar de Kalahari, de tweede reis voerde door Egypte en de Sinaï, en de derde voerde in Marokko de Sahara in.

Zand is niet mijn favoriete ondergrond om op te rijden. Zeker niet in een hete en dorre gebieden, waar het moeilijk is om telkens aan water te komen — fietsen maakt dorstig. En al helemaal niet in landen waar de bevolking mij allereerst als rijke toerist zou zien.

Peter Delpeut bedankt dan in zijn boek weliswaar al die naamloze weldoeners onderweg, die zijn woorden nooit zullen lezen, maar die toch maakten dat ze niet verkeerd reden, en ergens eten of drinken konden krijgen. Alleen kom je die nu net overal in de wereld tegen. De meeste mensen zijn op hun manier goed, en heel veel worden domweg nieuwsgierig naar waarom iemand nu juist op de fiets naar de plek gekomen is waar zij wonen.

Delpeut zegt daar evenwel ware woorden over, omdat er geen beter vervoermiddel bestaat om kalm heel het landschap te ervaren, en toch nog behoorlijke afstanden te kunnen afleggen op een dag, als dat nodig mocht zijn:

Sport, presteren, afzien. Het blijft een onuitroeibaar misverstand, vind ik. De fiets is nu juist een luxe vervoermiddel, hij vervijfvoudigt je inspanning, gratis, een perfect apparaat om ontspannen buiten te zijn, de natuur te bewonderen, de wereld te bekijken. Waarom hem gebruiken om het eigen lichaam te kwellen?

Ook In de woestijn fiets je niet kampt helaas met dat ene basale probleem, waaraan de boeken van fietsreizigers doorgaans toch al lijden. Het fietsen is ook in deze uitgave geen moment interessanter dan het niet-fietsen. Delpeut voelde zich evenmin als al die anderen geroepen om met regelmaat te beschrijven hoe het was om ergens onderweg te zijn. In plaats daarvan ging de meeste aandacht uit naar wat nu weer maakte dat er niet verder kon worden gegaan.

Soms was dat het zand, zoals in de Kalahari. Soms de bureaucratie: in Egypte werden nogal wat kilometers afgelegd in een bus in plaats van op de fiets. In de Sahara belette een zandstorm een tijd het vertrek.

En mede daardoor was het ditmaal goed dat Delpeut zijn reisverhalen altijd doorspekt met literatuurverwijzingen. Want dat leverde nog nuttige beschrijvingen van een ander op over wat een zandstorm is: Die bestaat uit stuiterende zandkorrels, die daarom nooit oneindig hoog komen. Zand is op zich te zwaar om door de wind te worden opgenomen en weggevoerd; anders dan stof.

Overigens bestaan woestijnen vooral uit stenen, in alle maten en kleuren.

Delpeut vat ergens zijn wens samen om nu juist in de leegte van de woestijn te willen fietsen als een verlangen naar onbezoedeldheid. Want de afwezigheid van mensen maakt ook dat er geen afval rondslingert van diezelfde mensen, of hun dieren. En dan geloof ik niet dat mij ooit juist dat specifieke verlangen gekweld heeft. Hoogstens op een zandstrand fiets je niet op een weg die door mensen werd aangelegd; overal zijn ze aanwezig geweest; en daar ben ik me altijd nogal bewust van. Aan zee roest alles van staal aan een fiets alleen zo snel kapot.

Jaloers maakten deze reizen van Peter Delpeut en zijn Céline me dus geen moment. Waarmee dit boek gauw vergeten zou zijn, ware er niets over aangetekend.

Peter Delpeut, In de woestijn fiets je niet
190 pagina’s
Augustus, 2009

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden