dit is het dossier:

Ben Goldacre

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Bad Pharma ~ Ben Goldacre

Heel wat gretiger was ik om Bad Pharma van Ben Goldacre te hebben, dan om het te lezen. Zijn Bad Science-website en de latere uitgave met dezelfde titel hadden me tot fan gemaakt. Dus tekende ik al in op een aankoop voor zijn nieuwe boek verschijnen zou.

Alleen brak er online al een discussie over de inhoud los voor Bad Pharma uitkwam, die het boek ineens tot een al bekende verzameling kennis leek te maken.

Zo ging een deel van deze felle discussie over nogal bekend terrein. Die was in Nederland ook al gevoerd over Diederik Stapel, en alle mogelijkheden die er bestaan voor onderzoekers om fraude te plegen in de presentatie van hun onderzoeksresultaten.

En goed, dan vernietigde Stapel slechts de academische loopbaan van zijn promovendi; zo niet hun werkende leven. En dan is over de farmaceutische industrie, met zijn $ 600 mrd omzet op jaarbasis, te zeggen dat onderzoeksfraude daar toch echt mensenlevens kan kosten. Maar de enige tactiek die de pillenfabrikanten toepassen die frauduleuze wetenschappers nog niet hebben bedacht, is het geheel bekostigen van wetenschappelijk lijkende tijdschriften — om daarin zogenaamd onafhankelijke onderzoeksresultaten te publiceren.

Reed-Elsevier, toch ooit deels Nederlandse trots, laat zich door Big Pharma betalen door meerdere van dergelijk schertstijdschriften uit te geven. Disclaimers hierover ontbreken in deze publicaties.

Anderhalf jaar na de eerste discussies lijken een aantal ideeën van Goldacre tractie te krijgen in het Verenigd Koninkrijk. Dus werd het tijd de precieze formulering van zijn inzichten toch eens te bekijken.

En toen viel het boek Big Pharma me in éen opzicht wat tegen. Zelfs al is het uitmuntend in de beschrijving van hoe een industrie almaar nieuwe middelen op de markt weet te brengen, die soms amper geneesmiddel zouden mogen heten. Omdat de enige eis aan zo’n nieuw geneesmiddel is dat het meer moet doen dan niets — wat iets fundamenteel anders betekent dan: beter werken als bestaande medicatie.

Maar Ben Goldacre is huisarts, in de NHS, naast al zijn nevenactiviteiten. En hij lijkt wat een blinde vlek te hebben voor de rol van zijn beroepsgroep bij de verdeling van al die pillen die de industrie zo gretig pusht.

Toegegeven, hij geeft aan geleerd te hebben om zijn patiënten nooit lastig te vallen met het nieuwste van het nieuwste aan middelen. Laat anderen eerst maar ervaring opdoen met doseringen en mogelijk bijwerkingen; laat anderen tonen bij welke patiënten zo’n nieuw geneesmiddel aanslaat en bij wie niet.

Alleen kunnen die anderen dus flink gefêteerd zijn door de pillenfabrieken om die nieuwe poeiers ook onder collega’s te promoten.

Goldacre ziet dat weliswaar ook, en wil domweg transparantie door registers in te stellen, zowel voor de industrie — wie heeft wat aan wie gegeven? — als voor de artsen zelve — wie heeft zich laten omkopen, met reisjes naar congressen, of leuke bijspijkercursussen op Aruba betaald door een fabrikant?

Maar een effect als bijvoorbeeld Bert Keizer signaleert, dat artsen ook pillen kunnen geven gewoon om van de patiënt af te raken, lijkt toch net een te abstract idee voor Goldacre.

Net zomin vroeg hij zich in Bad Science overigens af waarin dan toch de aantrekkelijkheid schuilt van de alternatieve geneeskunde. Terwijl aan alle succesvolle kwakzalvers nu juist opvalt dat ze de tijd nemen voor hun klandizie, en deze overladen met begrip — zoals goede oplichters overigens altijd doen — wat nu net twee zaken zijn waar de reguliere geneeskunde nogal eens in te kort schiet.

Belangrijkste punt dat Big Pharma maakt, staat in het eerste hoofdstuk; en weegt door op de rest van het boek. Er bestaat veel meer kennis over de werking van geneesmiddelen dan er lijkt te zijn. Dat vindt Goldacre de grootste misstand die rechtzetting behoeft — want alleen zo is te voorkomen dat mensen verkeerde middelen worden voorgeschreven.

Deels komt die leemte aan kennis door de frauduleuze praktijken van sommige pillenfabrikanten. Deze testen nieuwe geneesmiddelen soms aanzienlijk vaker dan naar buiten komt. Omdat ze zo aan ‘cherry picking’ kunnen doen. Stel dat ze acht verschillende proeven op testpersonen laten verrichten, dan kan het goed zijn dat alleen de test die een opvallend positief resultaat oplevert uiteindelijk in een wetenschappelijk artikel beschreven wordt.

Toch zegt nu juist die uitschieter het minst over de waarde van zo’n medicijn in de praktijk — zoals elementaire statistiek ons leert.

Dus moeten ook doktoren elkaar veel meer gerichte feedback geven, over hoe geneesmiddelen in de praktijk uitpakken. Terwijl iedereen recept na recept uitschrijft, duurt het meestal veel te lang voor opvalt dat sommige middelen wel heel negatieve bijwerkingen hebben.

Ben Goldacre, Bad Pharma
How Drug Companies Mislead Doctors and Harm Patients

430 pagina’s
Fourth Estate, 2012

Bad Science ~ Ben Goldacre

Domheid is alom aanwezig. En misschien was dit altijd al zo. Maar er waren niet altijd media, die totaal onkritisch allerlei onzinnige claims doorbrieven van types die allereerst iets te verkopen hebben ter eigen gewin. De kranten staan vol met medisch nieuws dat helemaal geen nieuws is maar marketing. En de televisie geeft breeduit ruimte aan alle piskijkers, strontpeurders, en kwakzalvers die melden de mensheid gezond te kunnen maken, zelfs al hanteren deze daarbij methoden die principieel al niet deugen.

Of anders maken de media zelf wel medisch nieuws. Bad Science besteedt ruim aandacht aan een Brits angstverhaal over inentingen dat nergens op gegrond was, maar toch tien jaar lang telkens weer terugkeerde in het nieuws. Eén enkele onderzoeker linkte de MMR-prik (tegen bof, mazelen, en rodehond) aan het ontstaan van autisme. Alle andere onderzoekers zagen geen verband, en zien dit nog steeds niet. En toch was die ene paniekzaaier voor journalisten reden genoeg om stelselmatig alle tegenbewijs te negeren, en het Britse inentingsprogramma voor peuters jarenlang te ontregelen.

Autisme is een verzamelnaam voor een reeks aandoeningen die vrij vaak voorkomt. Dat er dus kinderen bestaan die ingeënd zijn en waarbij later autisme geconstateerd wordt, zegt op zich niets. Er zullen ook veel kinderen zijn die de MMR-prik hebben gehad en gaan roken in hun puberteit. Of die kaal worden na hun dertigste. Dus is er uiterste zorgvuldigheid geëist bij claims als dat A leidt tot B. Dat zouden journalisten moeten begrijpen.

Waarschuwingen tegen dit soort rare hypes zijn er natuurlijk wel. In Nederland hebben bijvoorbeeld Hans van Maanen en Peter Bügel zich met regelmaat tegen onzindelijke wetenschappelijke claims geweerd. In het Verenigd Koninkrijk is het dus de arts en opleider Ben Goldacre, met zijn column in The Guardian.

En hoewel ik van zijn werk geniet, en dit een bijzonder verhelderend boek vond, weet ik tegelijk dat het allemaal tevergeefs is.

Om te begrijpen wat Goldacre stelt, moeten lezers al bereid zijn een wetenschappelijke manier van denken te omarmen. Die manier van denken houdt allereerst in dat het niet uitmaakt of een autoriteit in een witte jas iets zegt, maar slechts of diens uitspraak gestaafd wordt door onderzoek van voldoende kwaliteit.

Maar begrijpen dat wetenschap bedrijven gelijk staat aan een kritische manier van denken — en een zorgvuldige manier van werken en testen — en dat de wetenschap niet een grabbelton is vol absolute waarheden, gaat voor de meesten al te ver.

En de pest is, in de geneeskunde komen zo vaak onverklaarbare verschijnselen voor. De mens kan geestelijk nogal veel invloed op zijn eigen gezondheid uitoefenen. Er bestaat een duidelijk placebo-effect; al is dat er zelden als iemand bijvoorbeeld een arm breekt. Dus kan homeopathie helpen, omdat iemand die een homeopathisch medicijn inneemt, wil dat het werkt.

Om dezelfde reden helpen dure merkmedicijnen beter dan goedkope generieke pillen met dezelfde bestanddelen. We zijn geprogrammeerd om te denken dat we krijgen naar wat we betalen.

Dit boek ontrafelt zulke mechanismen prachtig.

Goldacre is ook heerlijk op dreef, als hij bijvoorbeeld twee typisch Britse mediafenomenen ontmaskert. Zoals poeppeurder Gillian McKeith. Die op de televisie zo met d’r gekochte doctorstitel pronkt, dat zelfs echte doktoren dachten met een collega van doen te hebben. Alleen strookte dat niet met het nogal elementaire gebrek aan kennis over de biologie bij mevrouw McKeith, en de onzin die ze daardoor uitkraamt.

En dan is er ‘professor’ Patrick Holford. Een pillenverkoper die als voedingsdeskundige in alle grote Britse talkshows op televisie meepraat, en ondertussen in pseudogewichtige imponeertaal de meest wilde beweringen doet over de werking van pillen en preparaten. Zijn Vitamine C.-pillen zijn een beter geneesmiddel voor Aids-patiënten dan AZT, bijvoorbeeld.

Al is nog erger dat Holford als een der weinigen voedingsdeskundigen opleidt in het Verenigd Koninkrijk.

En dat wonderpillen niet bestaan.

De ontmaskering van deze mensen is heerlijk om te lezen. Maar ondertussen verdwijnt McKeith niet met schande overladen van de televisie, mag Holford ook overal zijn onzin blijven verkondigen, en worden critici als Goldacre op allerlei manieren juridisch gepest. De advocaten lazen mee met dit boek, zodat de auteur soms zichtbaar terugschrikt om uitspraken te doen die op smaad kunnen lijken.

Nu ja, wie leest er ook nog? En wie is er bereid om na te denken, als er zoveel deskundigen zijn die altijd het beste met ons voor hebben…

* Bad Science heeft een uitgebreide website.

Ben Goldacre, Bad Science
370 pagina’s
Harper Perennial 2009, oorspronkelijk 2008