Broddelwetenschap ~ Hans van Maanen

De conclusie is nu wel duidelijk: het heeft voor mij weinig zin meer om ook weer de volgende bundel te lezen met kritische columns van Hans van Maanen over slechte wetenschap. Want Van Maanen heeft mij lang terug al opgevoed tot kritische lezer van wetenschapsnieuws. En hij vertelt hetzelfde verhaal in de kern nu al decennia lang. Dus luidt de bijzonder treurige constatering dat er weinig verandert — nee dat de treurnis misschien zelfs almaar erger werd.

Niettemin, als u de portee niet kent van wat hij te vertellen heeft, zou Broddelwetenschap juist wel een zeer aanbevelenswaardig boek zijn.

De teksten uit deze bundel verschenen eerder in De Volkskrant, in de periode 2003-2013. Daarbij is vooral saillant dat het Van Maanen geen enkele moeite kostte om elke week weer een voorbeeld te vinden van twijfelachtige wetenschap, die desalniettemin gauw eens overspannen krantenkoppen had opgeleverd.

Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor dat probleem. Waarvan de belangrijkste waarschijnlijk is dat wetenschappers allang niet meer puur onderzoekers zijn. Ze moeten ook de fondsen kunnen werven om hun onderzoek te bekostigen. En bij die financiering liggen politici, of anders hun handlangers, tegenwoordig nogal eens op vervelende wijze dwars.

Kennis moet voor de politiek tegenwoordig liefst te valoriseren zijn, zoals dit dan in hun ontaal heet. Ofwel, uiteindelijk juist geld opleveren. Dat onderzoek ook mislukken kan, en ook moet kunnen mislukken, omdat zelfs een mislukking wel degelijk nieuwe kennis oplevert, telt in het wereldbeeld van zulke dubbeltjestellers niet mee.

Verder wordt van wetenschappers ook geëist dat ze veel artikelen te publiceren, het liefst in tijdschriften die als belangrijk gelden; waar vervolgens de firma Elsevier financieel nogal van profiteert. Zonder publicaties geen positie aan een universiteit.

Dat zijn zo al twee perverse prikkels.

Voeg daar bij dat sommige onderzoekterreinen over veel minder harde kennis beschikken dan doorgaans wordt gepretendeerd, zoals menswetenschappen als de psychologie, of de voedingsleer, of nogal wat onderdelen van de geneeskunde — de sectoren waar Van Maanen zijn kritiek doorgaans op richt.

En dan zijn er ook nog kapitaalkrachtige industrieën, zoals de farmaceuten of de voedingsconcerns, die met regelmaat onderzoek inkopen en daarbij dan wel resultaat verwachten dat in hun straatje past.

Ofwel, een eenvoudige wetenschapper kan nogal onder druk staan met onderzoeksresultaten te komen die nieuwswaardig lijken, en dat dan toch niet zijn. Lang niet iedereen van hen zal daarop een Diederik Stapel worden, die zijn resultaten en het bijbehorende bewijs zelf maar helemaal verzon. Corrumperende krachten spelen alleen overal.

Naast dit wat krakkemikkige stelsel staan dan ook nog de medewerkers public relation van de kennisinstellingen, die onderzoeksresultaten nogal eens zo herschrijven dat grote krantenkoppen niet uit kunnen blijven. Waarop journalisten vervolgens zulke persberichten vrijwel ongewijzigd overnemen in hun media.

En Hans van Maanen’s werkwijze bestaat er dan gauw eens uit om zo’n overdreven gebracht nieuwsbericht te ontleden, ook als dit dan vraagt om te bekijken hoe het onderzoek daarachter is gedaan, en of daar dan nog wat van deugde. Dat is in Broddelwetenschap niet anders dan in zijn bundels die hiervoor verschenen.

Moest misschien toch worden opgemerkt dat dit boek extra aandacht besteed aan de onwaar gebleken nieuws als dat de muzieksmaak van jongeren hun criminele carière zou voorspellen, frisdrank zou helpen om overwicht te bestrijden, volgens de frisdrankfabrikanten, en dat mannen met grote ballen slechte vaders zouden zijn.:

Een probleem voor mij bij het lezen is alleen dat ik vrijwel alle de stukken meer zou hebben gewaardeerd als krantenstukken. Los. Zodat de details wel indruk kunnen maken. In een boek worden al die kritische opmerkingen samen een brei — ook al omdat Van Maanen nooit de ruimte neemt om te vertellen hoe het komt dat er zo veel slechte wetenschap is.

Enfin, dat onbehagen over boeken als deze ligt zoals gemeld aan de lezer.

Hans van Maanen, Broddelwetenschap
192 pagina’s
Atlas Contact, 2014

Echte mannen willen niet naar Mars ~ Hans van Maanen

De inhoud van dit boek zou, iets handiger gerangschikt, verplichte tentamenstof moeten zijn op alle opleidingen journalistiek. Ook al beschrijft Van Maanen dan vooral hoe de wetenschapspagina’s van kranten vervuild worden met dubieus nieuws. Maar meer inzicht in statistiek bij de verslaggevers, of in hoe goed onderzoek opgezet wordt, zou al zo veel non-nieuws schelen. Of misschien zou dat ook eindelijk eens het besef doen postvatten dat mensen vaak belang hebben bij publiciteit; want al weliswaar zeggen veel journalisten dit wel te weten, dat benul tonen ze maar zelden in praktijk.

In Echte mannen willen niet naar Mars zijn merendeels krantenstukken gebundeld die Van Maanen schreef toen hij nog voor Het Parool werkte. Omdat ik die ook al in de krant las, is bundeling voor mij in zekere zin overbodig. Maar toch is het ook wel weer handig zijn kritische opmerkingen over de onzin die telkens weer het nieuws weet te halen nu ook in éen band bij elkaar te hebben.

Interessanter voor mij waren de wat langere artikelen die ingaan op een paar affaires in de Nederlandse wetenschapswereld. Daaronder die eeuwige zaak-Buck, over de man die het medicijn tegen Aids had gevonden. En ook waarom Buikhuisen niet gerehabiliteerd moet worden.

Verder kan Van Maanen’s artikel over het broeikaseffect waarschijnlijk nog dikwijls aangehaald worden. Het blijft merkwaardig dat de constatering dat het klimaat verandert altijd gepaard moet gaan van doemscenario’s en het zaaien van paniek, terwijl klimaatsverandering iets van alle tijden is.

Hans van Maanen, Echte mannen willen niet naar Mars
Rafelranden van de wetenschap

212 pagina’s
Uitgeverij Prometheus, 2002

Encyclopedie van misvattingen ~ Hans van Maanen

Een half jaar geleden besprak ik een vroegere versie van dit boek. Eerdere drukken heetten nog Een kleine encyclopedie van misvattingen. Maar een kwamen een paar hoofdstukken bij, en op een gegeven moment scheen het boek volwassen genoeg te zijn geworden om voortaan encyclopedie te mogen heten.

Ik weet dat niet.

Natuurlijk, boeken als deze zijn prettig om te lezen. Niets fijner dan erop gewezen te worden uit hoeveel leugens en clichés mijn wereldbeeld bestaat.

En dat uitgebreide hoofdstuk in dit boek met mythes over gezondheid is een aanwinst vergeleken met die oudere drukken. Ik wist niet dat veel mensen hun tanden waarschijnlijk te grondig poetsen, en daarmee extra laten slijten.

Tandplak heeft ook een beschermende functie, soms.

Tegelijk toont dat hoofdstuk over gezondheid ook meteen de intrinsieke zwakte aan van dit boek. De ideeën die Van Maanen erin ontmaskert, zijn niet bijzonder gevaarlijk; om niet te zeggen, triviaal. Leveren hoogstens leuke verhaaltjes op voor aan de borreltafel. Terwijl er bijvoorbeeld over gezondheidszorg nogal wat merkwaardige ideeën in omloop zijn.

Er zijn niet voor niets overal ter wereld verenigingen tegen kwakzalvers. Die vaak een blinde dogmatiek hanteren waarover ook wel weer wat op te merken is.

En nu ik me dit bewust ben, neig ik er toch toe een boek als dit te verhuizen naar het plankje ‘humor’, in plaats er nog serieuze cultuurrelativering in te willen zien.

Zie ook de website misvattingen.nl

Hans van Maanen, Encyclopedie van misverstanden
297 pagina’s
Uitgeverij Boom, 2002


FC Algebra ~ Hans van Maanen

Wetenschapsjournalist Van Maanen schreef een hele reeks columns over cijfers en sport, toen hij nog voor Het Parool werkte eind jaren 90. Die heb ik toen al in de krant gelezen. Maar zoals nu blijkt, vertekent de herinnering veel.

Als krantencolumns vond ik deze beschouwingen aanmerkelijk leuker.

Dat komt misschien omdat in boekvorm de beperktheid van het onderwerp opvalt. Nu staat er te vaak van hetzelfde in. Statistiek. Zo heel veel is er namelijk verder niet over wiskunde en pure sport te zeggen. Tuurlijk, het is meestal absurd om sportprestaties in duizenden van seconden te meten, als niet iedereen dezelfde route aflegt. Die ene baan in een zwembad kan best een paar millimeter langer zijn dan de andere, wat misschien alle verschil verklaart. En dan?

Gelukkig doet Van Maanen wel af met die onnozele mythe dat vrouwen ooit sneller zullen zijn dan mannen, omdat hun prestaties in verhouding zoveel meer stijgen. Die prestatiecurve van de dames stijgt tegenwoordig niet zo exponentieel als gedacht. In de jaren tachtig zijn te veel records waarschijnlijk met hulp van doping gebroken.

Nee, spel leent zich veel beter voor wiskundige beschouwingen dan sport. Statistiek toepassen levert dan wat inzicht op, soms. Maar spel is slechts van mensen tegen mensen, volgens arbitraire regels. Leuk hoor. Soms. Als er niet teveel jool en commercie omheen hangt. Maar spel beschrijven is een soort sociologie.

Ik vind een vraag of er absolute barrières zijn geloof ik interessanter. Kan de mens ooit 9,3 lopen op de 100 meter? Of noem maar wat op.

Maar met dat soort vragen houdt Van Maanen zich niet bezig. Hij uit merkwaardig weinig concrete gedachten over sport in dit boek, gek genoeg. Cijfers en wetenschappelijke correctheid zijn hem interessanter.

Hans van Maanen, FC Algebra
Cijfers en sport

200 pagina’s
Uitgeverij Boom | Belvédère © 1998


Goochelen met getallen ~ Hans van Maanen

Van Maanen deed precies wat ik ooit zeer van hem gewaardeerd zou hebben. In 2006 vroeg ik zelfs nog om een uitgave als deze. Goochelen met getallen is een inleiding in de statistiek voor iedereen die weleens een krant leest, en zich daarbij afvraagt hoe die journalisten toch aan de gebruikte cijfers komen.

En dit boek is al zodanig niet genoeg te prijzen. Hans van Maanen kan zaken heel helder uitleggen. Zelfs als het om tamelijk abstracte begrippen gaat als de chi-kwadraattoets, significantie, en regressie naar het gemiddelde.

Alleen, en dat is enkel een persoonlijk probleem, mij meldde hij vooral nieuws door de gebruikte voorbeelden. En niet in zijn behandeling van de daarbij gebruikte theorie.

Dit komt mede omdat Van Maanen een aantal boeken citeert die ik heb gelezen, en soms zelfs op boeklog besprak. Gigerenzer over risico? Huff’s uitleg hoe je met statistiek kunt liegen? Ze kwamen al eerder hier langs.

En over een onderwerp als toeval had Paulos me dan weer al eens intelligent voorgelicht.

Hiermee zij overigens niet gezegd dat ik genoemde begrippen zelf altijd foutloos zou toepassen. Maar daarbij weet ik me in goed gezelschap. Dezelfde Gigerenzer waarschuwde immers dat onze hersenen niet erg geschikt lijken om met zulke abstracties als percentages om te gaan. Bovendien gaan zelfs experts nog in de fout door regressie naar het gemiddelde niet als oorzaak te onderkennen.

Van Maanen meent zelfs:

Een flink deel van de wetenschap, zo zou je kunnen volhouden, bestaat uit het bestrijden van die regressie. Mooie en veelbelovende bevindingen halen de krant, maar blijken later toch minder mooi en veelbelovend dan gedacht — waarna uiteraard gelouterde types klaar staan om te beweren dat je de ene dag geen eieren/fruit/koffie mag hebben van de wetenschap, de volgende dag juist wel aan de eieren/fruit/koffie moet van de wetenschap. De echt mooie en veelbelovende bevindingen vergeten zij voor het gemak, maar goed. [227]

Dus las ik dit boek vooral om Van Maanen’s mediakritiek. Omdat hij bij het schrijven zijn voorbeelden doorgaans uit de actualiteit haalde. [Een aantal hoofdstukken werd ook eerder als los artikel gepubliceerd].

Terwijl het boek, in gedeelten, toch ook weer kan dienen als inleiding in wetenschappelijk denken; zelfs al is ook daarbij het probleem dat het nog altijd de soms nauwelijks geïnformeerde journalisten zijn die de resultaten uiteindelijk breed in de openbaarheid brengen.

Ben Goldacre houdt tegenwoordig dan ook als standaard aan geen wetenschappelijke nieuwtjes meer te vertrouwen, als er niet aan degelijke bronvermelding is gedaan. Voor websites betekent dit: dat deze altijd naar de bron van het nieuws moeten linken.

Hans van Maanen, Goochelen met getallen
Cijfers en statistiek in krant en wetenschap

256 pagina’s
Boom, 2009

Je reinste wetenschap ~ Hans van Maanen

Wijzere woorden dan Hans van Maanen schreef in dit boek, zal ik waarschijnlijk niet lezen dit jaar. En toch is een deel van de bundel Je reinste wetenschap geen leesboek. Want daarvoor lijken de hoofdstukken in hun toon te veel op elkaar. Wat ze iets inwisselbaars geeft.

Die stukken verschenen dan ook gauw eens eerder los in een krant.

Een andere paradox die aan Van Maanen kleeft, is dat hij altijd twee dingen doet met zulke krantencolumns. Direct zichtbaar is dat hij vrijwel steeds kijkt naar hoe een wetenschappelijk nieuwtje gebracht werd in de media. Vanzelfsprekend wordt daar dan van alles kritisch over opgemerkt; anders had hij die tekst niet te hoeven schrijven.

Ook is altijd in zijn stukken aanwezig de boodschap: neem toch vooral niet voetstoots aan wat u zoal elders in deze courant leest. [En die immer op vervolgsubsidies azende wetenschappers zijn al evenmin op hun blauwe ogen te vertrouwen].

En dat heb ik altijd prettig gevonden aan het werk van mensen als Hans van Maanen. Kritiek op een medium hoort namelijk direct in datzelfde medium plaats te kunnen vinden. Toch gebeurt dit bijna nooit.

Moet ik wel toegeven dat Van Maanen me door zijn werk mede heeft opgevoed als kritisch mediaconsument. Al leerde Karel van het Reve me dan weer de frase: ‘nuttig gemaakt wantrouwen’; die een motto had kunnen zijn voor deze website.

Tegelijk lees ik nu al decennia Hans van Maanen, en zijn collega’s. Om daardoor ook op te merken dat het helemaal niets heeft uitgemaakt wat ze doen. Kunnen ze nog zo helder uitleggen waarom sommig nieuws nooit als nieuws had worden gebracht. Morgen wordt de krant weer gevuld met precies dezelfde onzin, over wat gezond is om te eten, mensen langer leven laat, en nu weer Alzheimer zal gaan overwinnen.

Zwijg ik nog over andere media. Het NOS Journaal heeft bijvoorbeeld niet eens een wetenschapsredactie, of zelfs maar een enkele exact geschoolde redacteur. Dat acht men daar namelijk niet nodig.

Dus passeert het NOS Journaal bij mij nu al decennia onbekeken. Het Jeugdjournaal is in datzelfde genre trouwens ook aanzienlijk minder onbenullig.

Je reinste wetenschap
beviel me gemiddeld wel beter dan de bundels die Van Maanen in de jaren hiervoor uitgaf. Omdat dit boek ook beschouwingen bevat van een tijdlozer aard, die dan niet bestaan uit het debunken van nieuws dat anderen ten onrechte groot brachten.

De uitgave bevat bijvoorbeeld lessen om de querulant of het dorpsgenie online beter te leren herkennen. Deze mensen voelen zich nogal eens miskend, en zien juist daarin dan het bewijs dat ze het bij het rechte eind hebben:

Denk maar aan Galilei, wordt er dan gezegd: die werd ook verketterd en in de ban gedaan door de gevestigde orde, en hij kreeg uiteindelijk ook gelijk. Precies zo zal het ons vergaan met homeopathie, telefoonmasten, telepathie, vaccinatie en vul maar in.

Van Maanen noemt dit dan terloops een fout tegen de logica:

elk genie wordt miskend, ik word miskend, dus ik ben een genie. [156]

Aardig is daarbij dat hij heeft uitgezocht of de verdiensten van Galileo Galilei werkelijk pas aanzienlijk later werden erkend. En dat bleek helemaal helemaal niet zo te zijn. Hij werd gefêteerd om zijn ontdekkingen. Vervolging door de Inquisitie kwam ook pas 22 jaar later, om ander zeer. En toen werd van alles dat Galilei verkeerd had gedaan, gebruikt om zijn veroordeling afschrikwekkender te maken.

Maar goed. Die geschiedenis. Wat daar ook al niet aan klopt.

Hans van Maanen, Je reinste wetenschap
Over gezondheid, veiligheid en andere onzin

215 pagina’s
Contact, 2012

Kerkhof van de wetenschap ~ Hans van Maanen

Wie de geschiedenis beschrijft, loopt het immense gevaar het verleden te kleuren met ideeën het heden. De mensen zijn gezonder nu, en leven langer. Ze wonen beter. Ze eten goed; mits ze dat willen. En ze kunnen zelfs meer weten dan ooit. Daardoor ontstaat makkelijk een onbewust medelijden voor al die stakkers van toen.

Voor wetenschapsgeschiedenis geldt dan ook nog dat er in het verleden wel heel rare zaken gedacht zijn.

Hans van Maanen maakte voor de krant ooit een serie over inmiddels achterhaalde theorieën. Gewoon, omdat daar soms toch heel wat intellectuele kracht uit sprak, ware het niet dat het uitgangspunt nog altijd niet deugde. Die columns samen leverden deze bundel op. Het kerkhof van de wetenschap.

En daarin staan onder meer enkele standaardverhalen uit de wetenschapsgeschiedenis netjes uitgelegd. Zoals Ptolemeus methode om veranderingen in de sterrenhemel te verklaren. De kanalen op Mars komen langs. De maan van Venus. Flogiston. Polywater. Koude kernfusie. N-straling. En zo meer.

Het aardigst vond ik dit boek als het een cirkelbeweging beschrijft. Een theorie kan op éen moment allesbepalend zijn, vervolgens helemaal uit de gratie raken, en dan later toch weer populair worden.

Door de ontdekking in de jaren zeventig dat waarschijnlijk een meteoorinslag in de buurt van Yucatan een einde maakte aan het tijdperk van de dinosauriërs, mochten wetenschappers ineens weer catastrofetheorieën gaan gebruiken. Voordien waren die vrij streng taboe. Na ooit mode te zijn geweest, lang daarvoor.

En goed. Het is altijd aardig om te lezen over wetenschappers die halsstarrig vasthouden aan een waanidee. Om dat ten koste van alles te blijven verdedigen. Maar dit is ook omdat in de wetenschap vrij weinig dogma’s bestaan; als het goed is.

Religie, en ook politiek, steunen op autoriteit en dergelijk bluf om hun ideeën op te leggen.

In de wetenschap is twijfel noodzaak. Elke theorie moet ingewisseld kunnen worden voor een andere, als die andere betere verklaringen biedt.

En daarom wordt een verzameling met wetenschappelijke waanideeën vanzelf vrolijk. En is een bundel met waanideeën uit de politiek of de georganiseerde religie al gauw een dieptrieste boel.

Hans van Maanen, Het kerkhof van de wetenschap
171 pagina’s
Boom, 1991

Kleine encyclopedie van misvattingen ~ Hans Van Maanen

Op van Maanen’s website zag ik dat er inmiddels een uitgebreidere versie van dit boek op de markt is. Die heet logischerwijs Encyclopedie van misvattingen, en eigenlijk lijkt me dat de verkeerde titel. Iets een encyclopedie noemen, betekent volledigheid beloven. Dat is onmogelijk, dunkt mij. Van een ‘kleine encyclopedie’ is tenminste duidelijk dat daarin maar een greep uit alle ellende is gedaan.

Ik nam dit boekje even ter hand om te kijken hoe het ook alweer precies zat met Onan. Die masturbeerde namelijk niet, maar moest tegen zijn zin kindertjes verwekken bij de vrouw van zijn overleden broer. En de daad geschiedde daarbij ook wel, maar zijn zaad werd op de aarde uitgestort.

Zo goed is mijn bijbelkennis niet dat ik die details allemaal paraat heb.

Probleem van de Kleine encyclopedie van misvattingen is hoogstens dat ik het lemma na Onan dan ook lees, en eveneens wat daar op volgt. Binnen een paar minuten valt dan het besluit alles nog maar weer eens door te nemen.

Gelukkig heb ik in de loop der jaren toch wel veel onthouden.

Boeken als deze vind ik prachtig. Zij laten zien hoeveel onzin er in omloop is, en hoe beschamend veel informatie ook ik ter goeder trouw heb aangenomen, zonder ooit te controleren of die klopte.

Enigszins jammer is wel dat Van Maanen zich tot vrij onschuldige misvattingen beperkt. Een in intentie vergelijkbaar werk als The Skeptic’s dictionary gaat bijvoorbeeld stevig tegen de kwakzalverij en het geloof in het paranormale in. Die bijna principiële keuze maakt Van Maanen niet, terwijl hij in zijn verdere werk toch regelmatig stevige uitspraken doet over dubieuze wetenschap.

Hans van Maanen, Kleine encyclopedie van misvattingen
176 pagina’s
Uitgeverij Boom, 1989


Zoete koek & speculatie ~ Hans van Maanen

Wat zou ik graag een leerboek van Hans van Maanen lezen over hoe je wetenschapsjournalistiek moet bedrijven. Waarin hij uitlegt wat journalisten van bijvoorbeeld statistiek dienen te weten, en waarmee hij hen opvoedt tot kritischer intermediairs van nieuws.

Eens een lopend verhaal van hem lezen, dat zou toch wat wezen. Ik zou het blind aanschaffen.

Want, misschien zijn de stukjes in deze bundel informatief over de media, en wat die graag aan nieuws over wetenschappelijke ontwikkelingen brengen. Maar het blijven stukjes. Columns die in een krant perfect op hun plaats zijn, maar die niet meer winnen bij bundeling voor mij. Ik zie het sjabloon achter Van Maanen’s dingetjes inmiddels te goed. En ook zou ik graag de conclusie uit zijn opmerkingen eens zien samengevat en verhelderd.

Nu gaat het steeds van: deze wetenschapper heeft deze opmerkelijke conclusie getrokken, die uitgebreid overal het nieuws heeft gehaald. Helaas deugde zijn of haar onderzoek niet, om deze en deze reden.

Dat is heel nuttig om te weten. Maar om meteen in tien columns achter elkaar te moeten lezen dat onderzoekers veel te stellige uitspraken doen over wat ongezond is, slaat bij de zesde al dood.

Hans van Maanen, Zoete koek en speculatie
Over de rafelranden van de wetenschap

205 pagina’s
Pandora pockets © 2005, oorspronkelijk 2004