Ontsporing ~ Diederik Stapel

► door: A.IJ. van den Berg

Een publieke biecht vervult mij altijd met plaatsvervangende schaamte. Want ik word in een positie gedwongen die ik helemaal niet hebben wil. Waarom zou het aan mij zij om iemand de absolutie te verlenen?

Maar ineens moet ik dus oordelen over een misstand, of een misdaad. Waarbij de dader weet dat een bekentenis onwillekeurig mededogen oproept. Bij mij. Bij ieder ander. Omdat hij zich zo kwetsbaar opstelt.

Helemaal link wordt het dan als deze dader ook nog over enig psychologisch inzicht beschikt. Indertijd vermoedde ik over de autobiografie van Ingmar Bergman al dat hij er op speculeerde een beter mens te lijken door zijn tekortkomingen zo uitgebreid te beschrijven.

Dus was de autobiografie van de sociaal-pysycholoog Diederik Stapel zeker niet onbevangen te lezen.

In Ontsporing biecht hij op grote delen van de data te hebben verzonnen waarop veel van zijn onderzoek was gebaseerd. Maar dit is een bekentenis die al eerder publiek werd. Want het bedrog had al tot ontslag op staande voet geleid, en tot de instelling van een universitaire onderzoekscommissie.

Punt was alleen dat ik het rapport van deze commissie Levelt over het bedrog, dat vorige week verscheen, merkwaardig gekleurd vond. Kinderachtig is het zelfs op punten. Zo wordt iedereen die in de tekst voorkomt met al zijn universitaire titels genoemd, maar gaat het zo vaak over ‘de heer Stapel’ dat dit badinerend wordt.

Punt was ook dat ik geen goed beeld had van die Stapel — behalve dan dat de media steeds tamelijk hysterisch over zijn wetenschappelijke bedrog hebben bericht.

Mij was daarbij een beeld geschetst van een charismatische wonderman, door alle universiteiten in Nederland gewild. Hoogleraar op zijn 32-ste. Beroemd tot ver over de grenzen.

En dat zal. Maar wat zegt dat? Ik heb de menswetenschappen niet zo heel hoog als wetenschap. Hun methodieken en resultaten zijn zo gevoelig voor modes en toevalligheden, en zo weinig hard. Als ik psychologieboeken lees, is dat ook omdat ergernis heel prettig kan zijn.

Een voorname claim van Stapel’s sociale psychologie is dan weer dat dit vakgebied weleens kennis oplevert waarmee iemand later een Nobelprijs economie wint. Maar ook dat lijkt me nu net een softe en vaak wat willekeurige Nobelprijs; dat is allereerst het sponsorspeeltje van een bank.

En toch wilde ik meer weten, omdat zo veel aan de zaak me onduidelijk was.

Stapel faalde alleen als wetenschapper al doordat bij hem nooit een onderzoek mislukte. Wat simpelweg niet kan. Net als dat hij datasets produceerde die onmogelijk waren; omdat de werkelijkheid altijd zo veel grilliger is dan een fraudeur het lukt te bedenken.

Heel diep gaat Diederik Stapel in zijn boek ook niet in op hoe hij fraudeerde. Ontsporing legt wel uit wat hij zoal deed, maar niet wanneer, en waartoe.

Hij, of zijn vakgroep, kreeg dan ook € 1,4 miljoen aan onderzoekssubsidies. Het onderzoek loopt nog naar wat met dit geld gebeurd is. Stapel hoefde bijvoorbeeld geen beloningen te verstrekken aan mensen die deelnamen aan zijn enquêtes — hij wist hun antwoorden toch al, dus hoefden deze niet te worden ingehuurd.

Of het tot strafrechtelijk onderzoek komt, moet dus nog blijken. Maar het zou mij niet verbazen dat Stapel vooral nu even als voorbeeld gebruikt wordt, om al die universitaire faculteiten in den lande tot mentale hygiëne te dwingen.

Ondertussen verandert er niets aan de omstandigheden waarin wetenschappers moeten functioneren. Aan die zo politiek-correcte drang van buitenstaanders om alleen ‘maatschappelijk relevant’ onderzoek te bekostigen. Aan die plicht om met grote regelmaat ergens een artikel te publiceren.

En Stapel is een sociaal-intelligent man, in de eerste hoofdstukken van zijn autobiografie tenminste. Dan ook toont hij zich telkens een hoogleraar die een college psychologie geeft over wat zoal bepalen kan hoe een mens zich gedraagt. Dus legt hij uit dat er een grote druk op hem rustte om regelmatig met iets te komen.

In die eerste hoofdstukken is Ontsporing daardoor zelfs bijna een goed boek.

Mede daardoor trad als vanzelf het hier aan het begin beschreven mechanisme op. Zijn biecht zadelde mij al gauw met empathie op. De man heeft een liefhebbende vrouw, de man heeft kinderen. Er waren omstandigheden.

Gelukkig dus maar dat het boek te lang is, en uiteindelijk te larmoyant werd in zijn impliciete verzoek tot mededogen.

Want over de mensen die bij hem promoveerden gaat het juist niet. Terwijl hun loopbaan in de knop kan zijn gebroken door hun blijvende associatie met hem, de fraudeur. Zelfs op universiteiten gaat het er eerder om wie je kent dan wat je kent.

Dus nog altijd denk ik, zijn rector had hem alleen moeten laten in een kantoortje, heel ouderwets met een fles whisky en een geladen pistool. Omdat er slachtoffers zijn gemaakt.

Ondertussen maak ik me heel wat bozer over de sterfgevallen in ziekenhuizen die volkomen onnodig zijn omdat zo veel medisch personeel het nog altijd verdomd fatsoenlijk hun handen te wassen. Om maar éen andere misstand te noemen met direct verwijtbare gevolgen.

Diederik Stapel, Ontsporing
317 pagina’s
Prometheus, 2012

** update 28 vi 2013: ruim een half jaar later werd bekend dat Stapel zijn fraude ‘voor het vals opmaken van datasets’ deels kon schikken met Justitie.


[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden