Aap en de filosoof ~ Frans de Waal

Primatoloog Frans de Waal hield in 2003 de Tanner-lezingen aan de universiteit Princeton. Daarop mochten enkele andere wetenschappers hun — meestal nogal filosofisch georiënteerde — antwoorden formuleren. Waarop De Waal uiteindelijk nog weer met een repliek kwam.

De weerslag van deze discussie staat in dit boekje.

En het is De Waal te prijzen dat hij die eeuwige discussie over de oorsprong van de moraal van nieuwe argumenten voorziet. Dat is een discussie waarin nogal eens merkwaardige stellingen worden ingenomen. Vooral door gelovigen, die zeker weten dat moraal een soort boekhouden is. De eindafrekening volgt namelijk nog wel, als alles eindelijk opgeteld kan worden. Eén der merkwaardigste titels op boeklog verzameld is voor mij Is alles geoorloofd als God niet bestaat?

Kort gezegd zijn wij nogal geneigd alles slechte dingen die mensen doen te wijten aan onze dierlijke oorsprong, aldus De Waal. Terwijl alle goeds zou komen uit wat wij samen aan cultuur hebben geschapen. Maar De Waal wijst er vervolgens op dat mensapen ook goed voor elkaar kunnen zijn, en wel degelijk empathie hebben.

Zijn ervaringen in het onderzoek van de primaten zet hij vervolgens om in een aanval op het “vernisdenken”, wat zou stellen dat cultuur maar een dun aangeleerd laagje is over onze beestachtige natuur.

De repliek in dit boek komt er vooral op neer dat De Waal overdrijft als hij zijn versie van de vernistheorie geeft, omdat werkelijk niemand die zo aanhangt.

Ik vond de discussies in dit boek aan de academische kant, en eerlijk gezegd ook niet vreselijk interessant. Constateren dat mensen een moraal hebben, is éen ding, maar de vraag waar die dan wegkomt, vind ik het voeren van een raar soort achterhoudegevecht. Een afrekening vooral, met een soort antropocentrisch denken dat niet vreselijk interessant is.

De vraag waarom de mens, met zijn immens hoge moraal, telkens weer oorlogen uitroept, of zo makkelijk anderen uitbuit voor het eigen gewin, is voor mij een stuk interessanter. Maar daarvoor dan bijvoorbeeld onderzoeken welke biochemie er meespeelt in onze emoties — wat ook weleens gebeurt — vind ik toch ook een verkeerde benadering van de kwestie.

Enfin, er zijn redenen voor waarom geschiedenis mijn studie werd.

meer De Waal op boeklog

Frans de Waal, De aap en de filosoof
Hoe de moraal is ontstaan

228 pagina’s
Uitgeverij Contact, 2007
vertaling: Primates and Philosophers

Aap in ons ~ Frans de Waal

Directe aanleiding om dit boek te lezen was een interview met De Waal in NRC-Handelsblad [pdf]. Daarin ging het in mijn herinnering vooral over hoe zeer onze taal ons verhult. Al luisterend, nemen we niet meer bewust waar wat het lichaam van de ander vertelt.

Maar hoe vaak is iemands lichaamstaal niet in tegenspraak met zijn woorden? Bekijk eens een willekeurige politicus op televisie met het geluid uit…

Frans de Waal bestudeert primaten, en in dit boek projecteert hij de kennis die dat opleverde voor het eerst op de mens. Die derde chimpansee.

Heel veel nieuwe feitelijke kennis over de mens leverde me dat niet op. Ik heb al meer gelezen over Bonobo’s en Chimpansees. En ook viel het me wat tegen dat het element taal uit dat interview eigenlijk nauwelijks in dit boek terugkwam.

Wat me wel fascineerde, was waar De Waal terloops steeds met voorbeelden op wees: Hoe zeer wetenschappers nog altijd anthropocentrisch denken. Ofwel: hoe veel moeite het kost om te erkennen dat primaten, of andere hoogontwikkelde apen, zich niet wezenlijk anders gedragen dan wij. Helemaal als dat weinig goeds over ons vertelt.

Maar evolutie zorgt voor parallellen.

Frans de Waal, De aap in ons
Waarom we zijn wie we zijn

264 pagina’s
Uitgeverij Contact, 2005
Vertaling van Our Inner Ape

Bonobo en de tien geboden ~ Frans de Waal

Als een boek uit twee ongelijksoortige elementen bestaat, is het aan de schrijver om daar eenheid in aan te brengen. Frans de Waal lukte dit niet helemaal in The Bonobo and the Atheist. Hij vertrouwde me er wat te zeer op dat de lezer wel zelf de elementen zal mengen die hij aandraagt.

Maar misschien ging het ook al mis bij het uitgangspunt van het boek.

Nogal wat gelovigen schijnen te denken dat pas met religie ook de moraal in de wereld is gekomen — of omgekeerd, dat zonder een alziende en alwetende God de mens tot alle kwaad geneigd is.

Ik vind dat éen van de merkwaardigste opvattingen die iemand kan hebben. De grote monotheïstische godsdiensten zijn dan ook nogal antropocentrisch, zonder dat de aanhangers dit lijken te beseffen.

Hoogstens is zo’n idioot idee te begrijpen als een uitsluitingsmechanisme — om éen groep mensen zich superieur te laten voelen over anderen. Net als dat zulke mensen zeker kunnen zijn, of in elk geval hopen, na hun dood verder te leven, in een nog beter bestaan. En dat iedereen die andere opvattingen is toegedaan dan lekker eeuwig brandt.

En toch lijkt Frans de Waal juist deze idiotie als uitgangspunt te hebben genomen om daar een boek tegen te schrijven. Wat kan, omdat dit boek me allereerst op de Amerikaanse markt bedoeld lijkt; God’s Own Country. Waarmee hij vervolgens wel zelf het probleem creëerde dat de kennis die hij heeft niet helemaal direct aansluit op wat er over religie te zeggen is.

De Waal onderzoekt het gedrag van mensapen. Ik las De bonobo en de tien geboden dan ook vooral als een nieuw deel in het lopende feuilleton over die research.

En die chimpansees of bonobo’s waarvan hij het gedrag bekijkt zijn sociale dieren, net als de mens. Dus leven ze in groepen, net als mensen. Wat alleen mogelijk is als daarbinnen enige orde bestaat, en de leden rekening houden met elkaar.

Maar wie allereerst de mens als kroon der schepping ziet, kijkt automatisch naar dieren als minderwaardig; dus zal nooit zien dat veel gedrag van mensapen behoorlijk menselijk is.

Eén fundamenteel verschil bestaat er wel tussen mensapen en mens, en dat is hun taalgebruik. Geen chimp of bonobo heeft meer aan mensentaal kunnen leren dan een heel klein kind aan kan.

Dus kan De Waal met recht verwijzen naar allerlei schijnbaar exclusief menselijke eigenschappen die nogal wat dieren toch ook gewoon hebben. Ze weten het vaak best als ze iets verkeerd hebben gedaan — zelfs als daar geen straf op volgde. En sommigen onthouden decennia lang dat De Waal ooit iets goeds voor hen gedaan heeft.

Alleen speelt religie zich dan weer voor zo’n groot deel in het domein van de abstracties plaats; die mogelijk werden door taal. En zelfs al weten ook mensapen best wat dood is — al slepen apenmoeders een gestorven kindje vaak nog net zo lang mee tot het helemaal verdroogt en mummificeert. Dat ze onderling zouden discussiëren over een hiernamaals denk ik toch niet.

En dit fundamentele verschil tussen mensapen en mensen acht de schrijver iets te vanzelfsprekend om er op in te gaan.

Aardigste opmerking uit het boek wat mij betreft, ging dan ook over een bijzaak. Zo kwam zelfs op boeklog al eens de theorie langs dat taal bij de mens zou ontstaan zijn doordat deze beter leerde gooien, en mikken. Daarmee raakten de hersenen in de buurt van dat taalcentrum fijner bedraad. Waarover Frans de Waal fijntjes opmerkte: typisch een ideetje van iemand die nog nooit door een chimpansee bekogeld is.

Frans de Waal, De bonobo en de tien geboden
Moraal is ouder dan de mens

286 pagina’s
Atlas Contact, 2013
Vertaling van The Bonobo and the Atheist

Tijd voor empathie ~ Frans de Waal

De Waal is een Nederlander die tegenwoordig werkt in de VS. En daarmee heeft hij twee manieren van samenleven leren kennen. Beide hebben zo hun voors en tegens.

Aan Nederland prijst hij de solidariteit, waardoor het leven er voor iedereen goed is. Grote inkomensverschillen bestaan er niet. Kansen zijn er voor iedereen. Maar tegelijk moet je je in Nederland nooit iets gaan verbeelden. Alles dat naar pretentie riekt, wordt al gauw bekritiseerd.

Na zijn emigratie schrok hij van de zichtbare armoede in de VS. En tegelijk viel hem daar op dat niemand elkaar iets misgunde. Wie hard wilde werken, en zo successen oogstte, kreeg hiervoor alleen maar bewondering.

En het boek Een tijd voor empathie leest daarom bijna als een poging om te kijken waarin de Amerikaanse economie deugt, en waarin het Rijnlandse model beter in is geslaagd — door eens te kijken wat apen ons daarover kunnen leren.

Daarbij schreef de bioloog Frans de Waal in eerste instantie wel voor een Amerikaans publiek.

Mooi aan dit boek, en alle eerdere uitgaven van De Waal, is dat hij telkens kan laten zien dat heel wat gedrag dat altijd typisch menselijk genoemd werd, ook bij andere dieren voorkomt; en daarmee evolutionair bepaald is. De stellige claim van religieuzen dat slechts met het geloof ook moraal en ethiek komt, wordt zo bezien een wel heel bekrompen misverstand.

Kern van Een tijd voor empathie lijkt me het gegeven dat de meeste dieren het heel goed doorhebben als ze benadeeld worden ten opzichte van een soortgenoot. En dat dit dan pijn doet. Eerlijk bedeeld willen worden, is bij ons ingebakken.

Dit filmpje over de woede van een kapucijner aapje dat geen komkommer meer bliefde omdat een andere aapje een druif kreeg, is terecht beroemd geworden:

Tegelijk geldt ook dat we oprecht geven om anderen en hun welzijn. Het lukt heel wat dieren om zich te verplaatsen in een soortgenoot als deze lijdt, of zich tekort gedaan voelt. Dan wordt er troost geboden of hulp.

Maar, dat is een emotie die pas op de tweede plaats komt, na het egocentrisme.

De reactie van kinderen op vermeende oneerlijkheid toont hoe diepgeworteld deze sentimenten zijn, en het egalitarisme van jagers-verzamelaars wijst op een lange geschiedenis. In sommige culturen mogen jagers zelfs hun eigen buit niet versnijden, om te voorkomen dat ze hun familie zullen begunstigen. Hoe oud het beginsel van eerlijkheid al is, wordt onderschat door diegenen die het beschouwen als een nobel principe van recente oorsprong, dat tijdens de Verlichting in Frankrijk door wijze mannen is geformuleerd. [206]

Ik lees De Waal dus telkens vooral om dit prettige soort cultuurrelativisme. Om zijn impliciete boodschappen. Zonder hem daarbij altijd voetstoots te geloven. Maar relativering lijkt me altijd goed.

Want aan zijn onderzoeken naar het gedrag van apen en primaten kleeft volgens mij eenzelfde probleem als alle gedragswetenschappelijke onderzoek. Gedrag wordt daarin zo vaak in een reactie geforceerd.

De dieren die hij observeert, worden doorgaans niet in natuurlijke omstandigheden gehouden — die zouden zelfs gedrag kunnen kopiëren van de mensen om hen heen, als dit nut voor hen heeft.

Bovendien lijkt het me zelfs gevaarlijk om de eigenschappen en het gedrag van een enkel individu te projecteren op een hele soort.

Toch. Een tijd voor empathie is zonder meer een heerlijk boek. Om de verhalen over het gedragsonderzoek. Vanwege het onderliggende cultuurrelativisme. Vanwege het verband ook dat Frans de Waal weet te leggen tussen ons ingebakken egocentrisme en ons grote vermogen tot empathie.

Want het is simpel. Als het anderen niet goed gaat, en daar redenen voor bestaan buiten henzelf, kan dit ook grote gevolgen hebben voor ons.

En dan is het laatste hoofdstuk niet het beste, ondanks de harde constateringen over de Amerikaanse samenleving: met zijn graaiende bankiers, en zijn volstrekt tekortschietende reactie op de orkaan Katrina. Dat hoofdstuk is te kort, en de conclusies zijn te zeer opgelegd. Maar het slothoofdstuk lijkt me ook allereerst doelgroepproza.

Frans de Waal, Een tijd voor empathie
Wat de natuur ons leert over een betere samenleving

312 pagina’s
Contact, 2009
vertaling door Guus Houtzager van The Age of Empathy

Verzoening ~ Frans de Waal

Bij de boeken die ik eerder las van Frans de Waal miste er wat achtergrondinformatie. Hij verwees me steeds net te terloops naar zijn observaties van de chimpansees in Arnhem. Ook al ken ik bijvoorbeeld de film die Bert Haanstra maakte over dezelfde groep.

Dit boek vulde wat van die ontbrekende puzzelstukjes in. Bovendien heeft het een erg boeiend onderwerp; misschien wel het boeiendste onderwerp van alle De Walen die ik las.

Het gaat erover wat mensen, en mensapen, moeten hebben om in zo grote getale samen te kunnen leven. Want, deze sociale mechanismen zijn niet vanzelfsprekend. Ratten bijten elkaar dood, als ze te weinig levensruimte krijgen. Primaten en mensen kunnen met aanzienlijk minder ruimte toe.

Nu zijn die sociale mechanismen bij elke apensoort anders. En dit is boeiend. Er even van afgezien dat ik wel vind dat De Waal vrij snel conclusies trekt op basis van nogal beperkte observaties. Maar dit boek laat wel zien wat er van nature aan agressief en verzoenend gedrag in de mens zit. Want, verzoening blijft nodig, anders is er niet samen te leven. Hangt het bijvoorbeeld wel van de kwaliteit van het geheugen af hoe snel er tot verzoening wordt overgegaan.

Frans de Waal, Verzoening
Vrede stichten onder apen en mensen

289 pagina’s
Het Spectrum, 1988
uit het Engels vertaald door Midas Dekkers