One Writer’s Beginnings ~ Eudora Welty

De schrijfster Eudora Welty [1909 – 2001] was ooit een kind, net als iedereen, en ze vertelt daarover in dit boek. Al gaat het ook wel over waar ze school ging, wat haar eerste baantjes waren, en wat ze haar eerste geslaagde verhaal vond.

Maar het is vooral die kindertijd in de zuidelijke staat Mississipi, en de mensen daarin, die ze het meest uitgebreid beschrijft. Met oog voor het tekende detail. Met een wijsheid ook, die door de afstand in jaren komt. Met terugwerkende kracht wordt een angstaanjagend ouderwetse onderwijzeres een dappere vrouw, als Welty bedenkt hoe laag haar inkomen moet zijn geweest. En al dit leverde een warm boek op.

Zoals er ‘feel good movies’ bestaan, kunnen er dus ook ‘feel good memoirs’ zijn. Ik wist niet dat het mogelijk was. Al bestond er dan een broertje dat al stierf voordat Eudora geboren werd, en haar moeder wel degelijke tekende. Maar juist door schaarse littekens als deze valt ook weer op hoe weinig ellende er verder was. Waardoor de genegenheid waarmee Welty terugkeek alle ruimte krijgt.

Enfin, soms is het lezen van een boek als een roes, waarover achteraf weinig meer op te merken valt dan dat de ervaring prettig was. Zonder dat een verslaving nu meteen dreigt, trouwens.

* Eudora Welty werd vandaag honderd jaar geleden geboren.

Eudora Welty, One Writer’s Beginnings
105 pagina’s
Bookspan 2002, oorspronkelijk 1983, 1984

Paris Review Interviews, II ~ Orhan Pamuk (intr.)

Vijfhonderd pagina’s aan interview, met in dit geval zestien auteurs die over hun werk praten. Waarom zou iemand de moeite nemen die te gaan lezen? Nee sterker nog, waarom wil iemand niet alleen deel twee uit de reeks lezen, maar alle drie inmiddels uitgegeven interviewboeken?

Dat is simpelweg om de kwaliteit van het gebodene.

Ook in Nederland zijn er bundels uitgegeven waarvoor schrijvers ineens moesten praten. En hoewel de boeken van Jan Brokken of Ischa Meijer in dit genre absoluut lezenswaardig zijn, blijven de gesprekken daarin toch praatjes bij de voordeur, vergeleken met de herhaalde visites bij iemand thuis die het tijdschrift Paris Review brengt.

In sommige gevallen komt een interview pas tot stand na vele jaren. En altijd krijgt de geïnterviewde schrijver ruim de gelegenheid de eigen woorden te verbeteren.

Kurt Vonnegut’s gesprek met Paris Review staat niet in deze editie, maar dit was pas afgerond nadat er zo veel aan veranderd was, dat hij eigenlijk zichzelf had geïnterviewd over zichzelf.

Opvallend is ook dat sommige interviews in het werk van de schrijver zijn opgenomen. Vonnegut’s gesprek staat in Palm Sunday. Dat met Philip Larkin uit deze bundel stond al zijn eigen Required Writing.

Verder zijn nog al wat uitspraken van geïnterviewde auteurs op hun beurt klassiek geworden. Van Faulkner is dat bijvoorbeeld:

If a writer has to rob his mother, he will not hesitate; the ‘Ode on an Grecian Urn’, is worth any number of old ladies. [37]

Nu is een boek als dit wel een bundel, en dus heeft het daarmee ook de nadelen van een gemengde verzameling. Het gesprek met een geliefde schrijver leest alleen daardoor al anders dan het interview met iemand wiens werk me minder interesseert; laat staan als dat van een auteur waar ik nog nooit van gehoord had.

En zelfs bij een geliefde auteur vergt het gesprek soms een kennis van het oeuvre die er bij mij niet altijd is. Maar dit betekent ook dat deze boeken er zijn om naar terug te keren. Dat ze over een paar jaar nog weer rijker zijn geworden.

Verplicht reeksje citaten, tamelijk willekeurig aangetekend:

[…] my brother gave me a number of rules about writing that seem to me sacred. Not that these rules cannot be broken in a while, but it’s good to remember them. One of his rules was that while facts never become obsolete or stale, commentaries always do. When a writer tries to explain too much, to psychologize, he’s already out of time when he begins.

I.B. Singer [1968]
undefined

One of the better things that has happened to the novel in recent years is that it has become rich. Think of a book like Chimera or The Sot-Weed Factor—they may not be very good books, but they are at least rich experiences. For me, writers like John O’Hara are interesting only in the way that movies and TV Plays are interesting. There is almost nothing in a John O’Hara novel that couldn’t be in the movies just as easily.

John Gardner [1979]
undefined

I think that writing is very difficult, but so is any job carefully executed. What is a privilege, however, is to do a job to your own satisfaction.

Gabriel Garciá Márquez [1981]
undefined

[…] I’ve never been much interested in other people’s poetry—one reason for writing, of course, is that no one’s written what you want to read.

Philip Larkin [1983]
undefined

[…] what you pride yourself on, the things you think are your insights and contribution. . .no one ever even notices them. It’s as though they’re there just for you. What you say in passing or what you expound because you know it too well, because it really bores you, but you feel you have to get through this in order to make your grand point, that’s what people pick up on.

Harold Bloom [1991]

The Paris Review Interviews II
With an Introduction by Orhan Pamuk
512 pagina’s
Picador, 2007

* in volume ii zijn de gesprekken opgenomen met:
[gelinkte namen verwijzen naar auteurs die al eens boeklogd zijn]

 


Wide Net ~ Eudora Welty

Van alle grote Amerikaanse verhalenvertellers had ik alleen haar nog nooit gelezen. Eudora Welty. Een vrouw met zo’n krachtige naam dat er ooit een e-mailprogramma naar haar is genoemd, dat ik dan wel weer jaren in gebruik heb gehad.

Bij schrijvers als haar speelt mee dat er grote verschillen bestaan tussen hoe zij leefde toen, en hoe ik leef nu. Al hoeft zo’n kloof niet onoverbrugbaar te zijn. Groot zijn de auteurs die het lukt iets te melden dat zich niets aantrekt van die verschillen in taal, in cultuur, en in mentaliteit.

Welty slaagde hier niet in. Voor mij.

Ja, ik zag heel goed wat ze deed. Als Eudora Welty ergens in uitblinkt zijn het haar beschrijvingen, in een met fijn penseel aangewend Engels. Maar de enige keer dat die aankwamen bij mij, was als er kinderen voorkwamen in haar verhalen. Omdat de zorg voor kinderen universeel blijft.

Verder heb ik te weinig met het Amerikaanse Zuiden, in de negentiende eeuw, om daar alleen over te willen lezen wat mensen er deden, of zeiden.

Verhalen als deze moeten iets extra’s hebben, zoals een duidelijk plot, om onthouden te blijven worden. En dat hadden ze niet.

Eudora Welty, The Wide Net
And Other Stories

214 pagina’s
Harcourt Brace, zonder jaar
© oorspronkelijk 1941, 1942, 1943