Trochpaden ~ Geart de Vries

► door: A.IJ. van den Berg

Reden om dit boek te lezen was om meer te leren over wat Lolle Nauta opgaf als reden niet meer in het Fries te schrijven. Naar eigen zeggen was dit om een ruzie met onder meer Douwe Tamminga. Nu is éen mening meestal geen mening, dus was ik benieuwd naar Tamminga’s opinie over dit conflict. Mede, omdat dit toch vooral een generatiestrijd zal zijn geweest.

Helder over deze kwestie wordt dit boek niet, wat misschien komt door de opzet. Het is een praatboek, waarvoor Geart de Vries in sessies Tamminga over zijn leven liet vertellen. Uit dit verhaal zijn de vragen weggelaten, waardoor mij niet duidelijk wordt waarom sommige zaken in het vage zijn gebleven. Gemakzucht kan een reden zijn, maar ook onverschilligheid van de interviewer, of simpelweg omdat de aanleiding van een 35 jaar oude kwestie al snel te onnozel voor woorden kan lijken. Ik noem maar wat.

Maar, die verteltoon is tegelijkertijd de grote kracht van dit boek, dat ik in éen zitting uitlas.

Tamminga was bijna 90 toen hij terugkeek op zijn leven, dus had hij ook iets om op terug te blikken. Timmerman was hij, kamphoofd, leraar, dichter, taalactivist en -onderzoeker. Vader. En toch. Tekenender nog dan zijn herinneringen aan mensen, de oorlog of de Friese taalstrijd, waren voor mij een paar terloopse opmerkingen van hem.

Zoals dat de werklui nog grapten een terp van oude Batavieren af te graven vlak bij Tzum, waar Tamminga woonde tijdens zijn lagere schooltijd.

Of dat volgens de man de definitieve nederlaag van de Romeinen tegen de Frisii weleens bij de Waddenzee kon zijn geweest. In plaats van bij dat altijd onbekend gebleven grote meer ergens in de donkere Duitse wouden.

Foutje in de overlevering misschien, want het verslag van die oorlog werd pas decennia later opgetekend.

Dit boek maakte mij een paar dingen duidelijk. Ten eerste van hoe ver weg die erkenning voor het Fries als taal moest komen. En ten tweede hoe zeer alles in het activisme alleen maar om die taal gedraaid heeft.

Misschien omdat de Nazi’s indertijd zo met die oude Germanen dweepten, zodat sommige ideeën besmet zijn geraakt.

Maar ik heb nog geen reacties gehoord of gelezen over de plaats van de Friese geschiedenis in die vermaledijde canon van de commissie Van Oostrom. Bijvoorbeeld.

Somber, maar realistisch, toont Tamminga zich aan het slot van het boek over de positie van de Friese taal. Die is in 1999 nog altijd tweederangs, en zal daar ook niet meer bovenuit stijgen. Daarvoor blijft de positie van het Nederlands in Friesland te sterk.

En ook dan vraagt de interviewer niet door, en komt de lezer niet te weten hoe Tamminga terugblikt op al die jaren strijd voor de taal. Of zijn inspanningen, die zo ten koste gingen van tijd voor zijn scheppend werk, uiteindelijk iets hebben opgeleverd waar hij tevreden naar kijken kan. Er staat dan alleen dat Tamminga het heilige vuur bij zijn navolgers mist, omdat alle taalactivisme inmiddels zo geïnstitutionaliseerd is.

Geart de Vries, Trochpaden
Oantinkens fan D.A. Tamminga
oan syn libben en wurk

224 pagina’s
Friese Pers Boekerij, 1999

[x]opgenomen in het dossier:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden