Alle slechte dingen zijn goed voor je ~ Steven Johnson

► door: A.IJ. van den Berg

Wie ouder wordt, leert zichzelf beter kennen; wat de kans iets groter maakt op geluk. Wezenlijk aan mij is mijn eeuwige nieuwsgierigheid — die moet gevoed blijven worden. Vandaar die honderden boeken per jaar. Maar nu ik ouder word, valt me pas goed op hoe weinig mensen even nieuwsgierig weten te blijven.

Nu is dit thema ook een belangrijk fundament onder mijn professionele werk. In feite onderzoek ik telkens, zij het door steeds andere vragen te stellen, wat toch maakt dat ergens de nieuwsgierigheid stokt. Of dit nu onder wetenschappers is, of voor een samenleving geldt als geheel.

Eén van die telkens terugkerende onderzoeksvragen voor mij is waarom elke nieuwe vorm van vermaak toch altijd leidt tot waarschuwingen over zedenbederf bij de jeugd. Tegenwoordig hebben videospelletjes het gedaan. Vorige week kwam nog in het nieuws dat het Britse ministerie van Kinderen, scholen, en gezinnen onderzoek laat doen naar de schadelijke effecten van computerspelen of van internet.

Er was een oproep die alvast maar te melden.

Nu ben ik altijd zeer huiverig voor overheden die normaal vermaak, of zoiets als lekker eten, ineens als schadelijk gaan benoemen. Het bewijs bij die veronderstellingen schiet namelijk altijd fundamenteel te kort.

Goed, de schadelijkheid van roken is misschien iets anders. Maar als overheden tabak werkelijk zo’n gif vonden, moesten ze ook niet willen verdienen aan de accijnzen daarop. Alleen maakt het verschil in status tussen softdrugs of alcohol al duidelijk dat logica in overheidsbemoeienis niet bestaat.

Dit boek van Johnson vond ik daarom voor het grootste deel prachtig. Het gaat lekker dwars in tegen het algemene gevoel dat dit internet, of computerspelletjes, of nog iets veel passievers zoals televisiekijken ons enkel tot zombies maakt.

Het tegenovergestelde lijkt eerder waar te zijn. We worden namelijk gemiddeld steeds slimmer. Omdat ons steeds ingewikkelder informatie wordt aangeboden. Zelfs voor het platste vermaak gaat deze trend op — soapseries tellen steeds meer, en moeilijker verhaallijnen bijvoorbeeld.

Computerspelletjes dwingen kinderen op allerlei manieren zelf de mogelijkheden en onmogelijkheden te ontdekken. Dit is gewoon leren. Maar in onze cultuur, die er zo op gefixeerd is dat leren alleen passief op school plaats kan vinden, telt wat mensen zelf weten te ontdekken nauwelijks mee.

Nee, dit boek introduceert bijvoorbeeld een bijna nuttig gereedschap als de Sleeper-curve — een term die Johnson ontleende aan een Woody Allen-film, waarin geleerden uit het jaar 2137 terugkijken op onze onnozele fixaties van nu. Laat ik voor een nadere uitleg hiervan overigens verwijzen naar de zeldzaam uitgebreide wikipedia-entry over dit boek. Ik vind dit boek vooral een aanrader om wat Johnson schrijft over de studie van verhaallijnen in TV-series. Uit de gepresenteerde kennis daar kan iedereen die weleens grote hoeveelheden informatie een keurslijf in moet proppen voordeel halen.

Steven Johnson, Alle slechte dingen zijn goed voor je
Waarom de populaire cultuur ons slimmer maakt

240 pagina’s
J.M. Meulenhoff, 2007
Vertaling van Everything bad is good for you, 2005


[x]opgenomen in het dossier: