Hotel Terminus ~ Kristien Hemmerechts

► door: A.IJ. van den Berg

In dezelfde cassette met werkjes van Büch en Keizer, was ook dit boekje van Kristien Hemmerechts verzameld. Het thema van de Boekenweek in 2003 had met dood en vergankelijkheid te maken, en Hemmerechts noemt zich in de eerste zin al ervaringsdeskundige op dit gebied.

Of is het Hemmerechts wel? Dit boekje pakte namelijk niet uit als essay, maar bleek veeleer een verhaal te zijn. Dus noemt de ik-figuur zich ervaringsdeskundige; en die ik-figuur mogen we volgens de wetten van de literatuurkritiek nooit gelijk stellen aan de auteur. Al is de verleiding in deze er wel, omdat Kristien Hemmerechts er nooit een geheim van heeft gemaakt dat ze de dood van nabij heeft meegemaakt. Liefst een heel boek gaat over het verlies van haar man Herman de Coninck, en ook over haar al jong gestorven kindjes heeft ze geschreven.

Aan Hotel Terminus valt bovenal op dat ik er nauwelijks iets van begrijp. Ook niet na twee keer lezen. Daarvoor is het veel te associatief.

Goed, dat Hotel Terminus, die pleisterplaats bij de laatste halte, daarvan begrijp ik nog wel iets. In dit verhaal is het een plek waar mensen naar te reizen om zelfmoord te plegen. Het enige wat ik er verder van begrijp is dat de ik-figuur hardop mediteert over de mogelijkheden van schrijvers om hun personages om te brengen, of toch in leven te laten. Maar waarom die ik-figuur nu juist een plek bedacht heeft waar mensen heengaan om hun nabestaanden met vragen op te zadelen, en leed aan te doen?

Kristien Hemmerechts, Hotel Terminus
52 pagina’s
Stichting CPNB, 2003

[x]opgenomen in het dossier: