Portrait of the Artist as a Young Man ~ James Joyce

► door: A.IJ. van den Berg

Boeklog houdt zich doorgaans ver van de canon. Daar is een simpele reden voor. Canons worden gevuld met boeken die ooit belangrijk waren in de geschiedenis van de literatuur. En ik vind het niet vreselijk boeiend om te weten welke boeken geacht worden van invloed te zijn op andere schrijvers — interessant is alleen de directe uitwerking op mij van wat ik lees.

Dus heb ik een heel ander oordeel over The Portrait of the Artist as a Young Man dan bijvoorbeeld de samenstellers van de Modern Library. Die roemen het boek als de op-twee-na-beste roman van de twintigste eeuwUlysses eindigde bij hen als allerbeste. Daarentegen vond ik dat het boek zeker momenten had — het was humoristischer dan verwacht — maar te veel nogal langdradige beschrijfkunst bevat, te lang doorgaat, en weerzinwekkend katholiek is.

Nu ligt mijn ongemak niet per se aan de schrijver. Ik beoordeel mijn lectuur nu eenmaal met maatstaven die voor een deel in de eenentwintigste eeuw gevormd zijn. Er bestaat bijna geen kunst uit 1916 die mij rechtstreeks kan raken. Ook niet als dit een duidelijk autobiografisch geïnspireerde roman is waarin een auteur zijn wording beschrijft. Daarvoor is de afstand in tijd, en het verschil in cultuur inmiddels te groot.

Neem nu de groeiende problemen van de adolescente hoofdpersoon, Stephen Dedalus, met de kerk. Mij als ongelovige hond interesseert dat niet wezenlijk. Mij interesseert alleen welke druk de directe omgeving op iemand uitoefende in Ierland, in het begin van de twintigste eeuw, om de wensen van de moederkerk te eerbiedigen. Net als mij in elke roman over een benauwend milieu niet interesseert welke regels er bestonden, maar vooral hoe die gehandhaafd werden. Dat zijn universele mechanismen; die maken herkenning, of desnoods inleving mogelijk.

Nu zit dat aspect wel in het boek, maar blijft dit toch het meest een gefictionaliseerde autobiografie. De vis kent het water ook niet waarin die zwemt — juist de elementen die het boek voor mij bijvoorbeeld historisch gezien interessant hadden kunnen maken, spraken voor de auteur en zijn publiek nog zo voor zich dat hij die niet heeft weergegeven.

Mede daarom heb ik me na afloop van het lezen nog wel vermaakt met verschillende interpretaties van de literatuurcritici. Die zien in Portrait of the Artist as a Young Man van alles weerspiegeld, en voorafschaduwd. Van de Ierse worsteling om een vrije staat te worden, tot voorspellingen over de koers van al die andere grote ideologieën van de twintigste eeuw, als communisme en fascisme waren.

Maar een boek waarin zo veel over zo verschillende zaken te lezen is, heet met een ander woord vaag.

Eén aspect van wat die interpretatoren opmerkten, geloof ik wel direct. Ulysses wordt een stuk minder onleesbaar, voor wie Portrait of the Artist as a Young Man kent. Stephen Dedalus komt in beide voor. En ook de schrijfstijl die Joyce in zijn canonieke meesterwerk hanteerde, wordt al in dit debuut uitgeprobeerd. Het is de auteur erom te doen de stemmingen van zijn personages indirect weer te geven. Via de taal. En niet door die stemming te benoemen.

Schrijvers doen dat tegenwoordig alleen puntiger.

James Joyce, Portrait of the Artist as a Young Man
253 pagina’s
Wordsworth Classics, 1993
oorspronkelijk 1917

[x]opgenomen in het dossier: