Walking in the Shade ~ Doris Lessing

► door: A.IJ. van den Berg

Na twee delen van Doris Lessing’s autobiografie te hebben gelezen, dringt zich de vraag op wát ik nu eigenlijk gelezen heb.

Beide boeken zijn als intelligente gesprekken — amusant, interessant, en eerder een belevenis dan iets anders — maar zijn ze ook meer?

Groot staat op de kaften van beide boeken over welke tijd die gaan. Walking in the Shade behandelt de periode 1949 – 1962, en begint als Lessing op 29-jarige leeftijd vanuit Afrika naar Londen is geëmigreerd. Maar net als in het eerste deel zijn die jaartallen hoogstens een soort rode draad, om het boek nog enigszins vorm te geven. Lessing kijkt in beide boeken onbekommerd vooruit en terug, en wisselt persoonlijke herinneringen rustig af met wat abstracter betogen.

Soms werkt dat prachtig, soms maakt het allemaal een wat willekeurige indruk.

Zo behandelt Doris Lessing terloops aardig wat mannen, met wie ze soms het bed deelde — waarover dan ook iets wordt meegedeeld — maar regelmatig ook helemaal niet. Die passages hebben misschien een doel waar de lezer weinig mee te maken heeft. Namelijk om toekomstige biografen te waarschuwen dat ze werkelijk helemaal niets weten; dat er honderden mensen meer van betekenis in Lessing’s leven zijn geweest; en dat ze daarom niet moeten denken ooit een waarheidsgetrouwe biografie over haar te kunnen schrijven.

Interessant, maar een boek wordt wel rommelig van al die mensen.

Boeiend vond ik haar dan weer wel, als ze terugkijkt op wat ze geschreven heeft. Bijvoorbeeld omdat Doris Lessing haar meest bekende werk, The Golden Notebook, eigenlijk mislukt noemt. Ze is er niet in geslaagd het te maken tot wat ze er van hoopte. En dan was er nog de ontvangst, waar ze ook al weinig van begreep. Zij een mannenhater? Zij een feministisch icoon? De vrouwen die in het boek aan het woord kwamen, praatten niet anders dan als zij vrouwen altijd had horen praten.

Haar valt wel op met hoeveel energie dat boek geschreven is. Waarvoor dan weer goede verklaring bestaat. Hongarije 1956. In The Golden Notebook rekende Lessing af met wat het communisme haar allemaal niet gebracht had — en waar het in de vele gesprekken al die jaren niet genoeg over gegaan was.

En in haar autobiografieën doet ze hetzelfde weer uitgebreid.

Dus, om de romans en verhalen van Lessing beter te kunnen plaatsen, geeft ze autobiografische aanwijzingen genoeg. Maar ik heb dan weer te weinig van haar gelezen, om daar heel veel aan te hebben.

Daarom blijft de vraag, wat ik nu toch heb meegemaakt.

Doris Lessing, Walking in the Shade
Volume Two of My Autobiography

1949 – 1962
405 pagina’s
HarperPerennial 1998, oorspronkelijk 1997

[x]